Belastingconstructies: Mauritius Leaks onthult nieuwe offshoregeheimen

© Marwen Ben Mustapha / Inkyfada / ICIJ
Kristof Clerix

Met een nieuw datalek van 200.000 documenten toont het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ) hoe bedrijven Mauritius gebruiken om fiscale constructies op te zetten. Zelfs een investeringsfirma van zanger Bob ‘Live Aid’ Geldof doet een beroep op de financiële diensten van het Afrikaanse eiland.

Een USB-stick in een anonieme enveloppe. Daarop zowat 200.000 gelekte documenten van het offshore advieskantoor Conyers Dill & Pearman op Mauritius, een eiland in de Indische Oceaan. Zo begon het onderzoek van ICIJ in samenwerking met 54 journalisten in 18 landen. Het geeft een inkijk in hoe de voormalige Franse kolonie Mauritius zich heeft ontwikkeld tot een aantrekkelijk belastingparadijs.

Via het lokale kantoor van Conyers Dill & Pearman – met hoofdzetel in Bermuda – hebben bedrijven uit alle uithoeken van de wereld het voorbije decennium postbusvennootschappen opgezet in Mauritius. Ze lieten inkomsten – bijvoorbeeld royalty’s voor de gebruik van een merknaam – aankomen in Mauritius, waar ze soms amper drie procent vennootschapsbelasting verschuldigd zijn.

Door de constructie liepen andere landen belastinginkomsten mis. Het systeem kon enkel werken doordat Mauritius 46 belastingverdragen afsloot met andere landen, voornamelijk ontwikkelingslanden in Afrika. Die verdragen zijn eigenlijk bedoeld om te voorkomen dat bedrijven twee keer belast worden in twee verschillende landen. Maar ze zetten ook de poort open voor misbruik.

Al in de jaren zeventig waarschuwden academici dat de verdragen konden leiden tot ‘omgekeerde ontwikkelingshulp – van arme aan rijke landen’.

Let them know it’s Christmas time

De bekendste naam in het datalek is zanger Bob Geldof, die in 1985 met het Live Aid-concert meer dan 140 miljoen dollar ophaalde om honger in Afrika te bestrijden. Maar uit Mauritius Leaks blijkt dat Geldofs Britse investeringsfirma 8 Miles (de kortste afstand tussen Europa en Afrika) een beroep deed op Mauritius. Mogelijk om fiscale redenen, zo blijkt uit de gelekte documenten.

Een woordvoerder van 8 Miles zegt dat een aantal van zijn klanten internationale ontwikkelingsinstellingen zijn die willen dat hun fondsen in een ‘veilige Afrikaanse financiële jurisdictie worden samengebracht om verder te investeren in andere Afrikaanse landen. Vanwege zijn reputatie wordt Mauritius door veel investeringsfirma’s voor dat doel gebruikt.’

8 Miles stelt ook dat de bedrijven waarin het investeert, allemaal belastingen betalen in hun Afrikaanse thuisland. Geldof zelf reageerde niet.

Overheidsgeld in een belastingconstructie

De Nederlandse krant Trouw bericht dat de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO jarenlang met overheidsgeld een mijnbouwbedrijf financierde dat een belastingontwijkingsconstructie via Mauritius hanteerde. De bank weet ervan, maar zegt er niets aan te kunnen doen.

Betrokken is het Ierse beursgenoteerde mijnbouwbedrijf Kenmare, dat in Mozambique de grootste titaniummijn ter wereld uitbaat. Toch draagt het in Mozambique nauwelijks belastingen af, zo blijkt uit Mauritius Leaks.

Dat weerhield de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO (voor meer dan de helft in handen van het Rijk) er niet van leningen aan Kenmare te verstrekken en aandelenparticipaties in het bedrijf te nemen.

Dat is opmerkelijk, aldus Trouw, aangezien FMO beweert sinds 2010 niet meer te willen meewerken aan belastingontwijkingsconstructies van bedrijven via belastingparadijzen. Volgens FMO ging het enkel om een herziening van een bestaand contract en had het geen mogelijkheden het bedrijf te dwingen de constructie stop te zetten.

Ook de Industrial and Commercial Bank of China maakte gebruik van een Mauritius-constructie voor een lening van 3 miljard dollar aan de MTN Group, een van Afrika’s grootste mobiele telefoonbedrijven. Conyers Dill & Pearman trad daarbij op als adviseur.

Poort naar Afrika

De economie van Mauritius was lange tijd voornamelijk gebaseerd op de teelt van suikerriet. Geïnspireerd door landen als Luxemburg, Zwitserland en Hongkong ontwikkelde het eiland vanaf de vroege jaren negentig een financiële sector, vermarkt als een stabiele, corruptievrije poort naar Afrika. In 1992 telde het land amper 10 offshorebedrijven. Twee jaar later waren het er al 2400.

De EU, het Internationaal Monetair Fonds en verschillende overheden en denktanks hebben Mauritius ervan beschuldigd belastingontwijking te faciliteren. Informatie over de eigenaars en activiteiten van Mauritius-bedrijven is niet altijd systematisch transparant voor het grote publiek.

Na internationale druk introduceerde de regering van Mauritius begin dit jaar bijkomende wetgeving voor zijn offshoresector. Nieuw is dat offshorebedrijven die gebruik willen maken van de belastingverdragen werkelijk aanwezig – onder meer met personeel – moeten zijn op het eiland.

En wat met het bedrijf waarvan de gelekte gegevens afkomstig zijn? De Mauritius-activiteiten van Conyers zijn in 2017 door drie directeurs van Conyers overgekocht. Zij runnen nu Venture Law Ltd. en Venture Corporate Services, en vertegenwoordigen Conyers op het eiland.

De drie gaan niet in op vragen over Conyers, gezien Venture Law ‘geen links heeft met hun oude firma’. Venture Law reageert dat het de wetten van Mauritius volledig respecteert, en géén commentaar geeft over individuele klanten. Conyers zelf reageerde dat het strikt alle wetgeving respecteert van alle landen waarin het actief is, en regelmatig gecontroleerd wordt door regelgevende overheden.

Op zijn website publiceert ICIJ een lijst van 200 bedrijven op Mauritius die werden gebruikt door klanten van Conyers, waaronder Whirlpool en Total S.A.

Het datalek bevat nauwelijks pertinente informatie over activiteiten van Belgische bedrijven op Mauritius. Uit de documenten blijkt alvast níét dat het Mauritius-kantoor van Conyers Dill & Pearman directe Belgische klanten had. Daarom werkten de Belgische ICIJ-partners Knack, De Tijd en Le Soir niet aan dit onderzoeksproject mee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content