Een basisinkomen doet de armoede stijgen, omdat het geld onvoldoende terechtkomt bij wie het nodig heeft.
Dat is de conclusies van een onderzoek door de Universiteit Antwerpen naar het invoeren van een basisinkomen in Nederland, zo schrijft De Standaard woensdag.
Het onderzoek werd voor onze noorderburen uitgevoerd door econoom Ive Marx. Het team van de UAntwerpen simuleerde de introductie van een maandelijks basisinkomen van 700 euro voor alle inwoners tussen 18 en 64 jaar oud (het gegarandeerde minimuminkomen in Nederland). Minderjarigen kregen 165 euro.
Zo’n systeem invoeren blijkt duur: ruim 94 miljard euro. Om dat de bekostigen, moeten heel wat sociale uitkeringen verdwijnen en de belastingen fors stijgen. Door al die maatregelen verliest liefst drie op de vier 18- tot 64-jarigen netto aan het basisinkomen. Dertig procent onder hen verliest zelfs meer dan een tiende van zijn inkomen.
De herverdeling door het basisinkomen maakt wel dat de ongelijkheid licht daalt, maar dat gaat niet gepaard met een daling van de armoede. Die stijgt zelfs met 3 procentpunten. ‘De negatieve uitkomsten zijn erger dan ik had gedacht’, zegt Marx. ‘Het zou bijna knettergek zijn om in Nederland een basisinkomen te introduceren.’
Aangezien ook België een goed uitgebouwde sociale bescherming kent, meent de econoom dat die conclusie ook voor ons land zal opgaan.
