Antwerpen wil 203 dienstwagens delen met burgers

De stad Antwerpen onderzoekt of 203 eigen personenwagens buiten de kantooruren kunnen worden gedeeld met burgers. Ook bekijkt de stad of hij zelf meer op deelwagens kan inzetten. Het stadsbestuur lanceerde voor het project een rondvraag bij autodeelorganisaties. Uit berekeningen blijkt dat de stad ook extra kan besparen door haar personeel meer met de (elektrische) fiets te laten rijden.

In Antwerpen zijn al verschillende organisaties actief die het delen van wagens mogelijk maakt, zoals Autopia, Bolides en Cambio. In januari heeft het stadsbestuur een enquête opgesteld waarmee het met de autodeelorganisaties wil bekijken of het zelf meer kan doen op het vlak van autodelen.

Poolwagens

Naar eigen zeggen hebben de stadsdiensten tot 203 personenwagens in gebruik die in aanmerking komen om te delen met de burger, buiten de werkuren van 7 tot 19 uur. “Naast het optimaal benutten van parkeerplaatsen kan het ook voor de stad economisch interessant zijn om, waar het kan, met autodelen te werken. Intern werken we al met poolwagens voor onze medewerkers, maar er is ook het idee gegroeid om dat uit te breiden naar de burgers”, zegt Antwerps schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA).

Synergie

“Sommige bedrijfjes in het Antwerpse kopen vandaag zelf al geen wagen meer en gebruiken de beschikbare deelwagens. Misschien kunnen ook wij met een kleiner pakket eigen wagens toekomen.” Volgens mobiliteitsmedewerker Dries Willems, die het project coördineert, is autodelen gezien de stedelijke gebruikscontext economisch interessant. “Voor wagens die tot 10.000 km per jaar rijden is de investeringskost vrij hoog ten opzichte van de exploitatiekost. Als we de wagens ’s avonds en ’s nachts ter beschikking kunnen stellen om te winkelen of ter ontspanning, dan is dat een perfecte synergie.” Volgens hem is het aantal van 203 deelwagens wel een theoretisch maximum.

De stad denkt immers na over een inkrimping van het wagenpark en de vraag voor autodelen ligt wellicht lager. In 2016 zou “een aanzienlijk deel” van het stedelijk wagenpark worden vernieuwd. Naast autodelen kunnen de stadsdiensten volgens Willems ook besparen door meer personeelsritten per fiets te laten gebeuren.

Op het stadskantoor Den Bell werd een proef uitgevoerd door acht elektrische fietsen in gebruik te nemen. “Voordien gebeurde 28 procent van de ritten per fiets en 72 procent met de wagen. Nadien steeg het aandeel van de fietsritten tot 42 procent”, klinkt het. Naast de voertuigkost werd ook de loonkost bekeken, door de gemiddelde verplaatsingsduur te berekenen. “Uit de loggegevens blijkt dat een gewone fiets in de stad een gemiddelde snelheid heeft van 13 km/uur, een wagen 14 km/uur en een elektrische fiets 16 km/uur”, vervolgt Willems. “Dat maakt dat voor afstanden tot 500 meter wandelen het beste alternatief is, tot 5 kilometer per dag de fiets, tot 16 kilometer per dag de elektrische fiets en daarboven de elektrische of gewone wagen.” (Belga/JH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content