Wouter Van Bellingen

‘Anderstalige thuistaal vormt geen hindernis, maar geeft net zelfvertrouwen’

Wouter Van Bellingen Directeur van het Minderhedenforum

‘Onze verkramping rond anderstaligheid zit er natuurlijk ingebakken’, schrijft directeur van het Minderhedenforum Wouter Van Bellingen. ‘Het is nochtans beter meertaligheid te omarmen en elkaar ermee te verrijken. We zijn een kenniseconomie en exportregio bij uitstek, onze grondstof is onze talenkennis. Laat ons die ruim inzetten.’

Elke week heeft Wouter Van Bellingen, directeur van het Minderhedenforum, een afspraak met Knack.be.

De ene week schrijft Van Bellingen zelf over wat relevant is. De andere week geeft hij zijn pen en forum door aan iemand uit zijn achterban.

Op kerstmis leren kinderen de woorden ‘kerstbal’, ‘lichtjes’ en ‘stalletje’ in alle talen van hun klasgenootjes. Of ze horen bij het offerfeest hoe ‘schaap’, ‘delen’ en ‘familie’ in het Arabisch, Duits of Fins klinken. Ze snuiven elkaars taal en cultuur op tot alle verschillen vervagen, tot zij in de ander zichzelf zien en in zichzelf de ander. Ze groeien op tot talenknobbels en globetrotters die de wereld veroveren, omdat ze de grenzen niet zien die hun ouders ooit trokken.

Het is nog geen 21 februari, de Internationale Dag van de Moedertaal, maar ik word nu al wakker uit een mooie droom. Ik kijk rond en zie muren noch heilige huisjes gesloopt, we zitten nog stevig in de klei. Het Nederlands is niet langer iets dat leuk is om te leren, het is geen ‘uitgesteld cadeautje’ meer in een welkomstpakket. Dat zou het volgens professor Ludo Beheydt, professor Nederlandse en Vlaamse taal en cultuur aan de UCL, moeten zijn – zo lezen we in RandKrant.

In integratie is ondanks zijn belangrijkheid de verwerving van het Nederlands te veel een fetisj geworden, het taalbad dat nieuwkomers krijgen, voelt al lang niet meer zo warm en schuimig. -Al hoewel het bij de beginfase toch wat intensiever mag.- Te vaak moet men vandaag de niet-Nederlandse moedertaal thuislaten en zo snel mogelijk gebrekkig Nederlands spreken – in de klas en op de speelplaats, aan het loket, in de sociale woning, op de affiche van een door Vlaamse subsidies ondersteunde activiteit. Alsof daarmee alle obstakels tot integratie in rook opgaan, moet men de eigen taal uit zichzelf laten wegvloeien om plaats vrij te maken voor de taal van Gezelle en Conscience.

Vertrouwen

Onderzoekers Orhan Agirdag en Maarten Hermans toonden echter aan dat je niet of je anderstalige thuistaal of het Nederlands goed spreekt, maar dat beide juist samengaan. In een Vlaams onderzoek bij 150 Turkse leerlingen blijkt dat wie in het begin van het lager onderwijs goed scoort op die anderstalige thuistaal, ook goed scoort op het Nederlands. Daarmee is niet bewezen dat die thuistaal het Nederlands ook bevordert (het gaat misschien gewoon om taalvaardige leerlingen), maar wel dat de thuistaal geen hindernis vormt. We hoeven die dus niet onder de mat te vegen.

Het omgekeerde geldt ook: kinderen die hun anderstalige thuistaal niet goed spreken, spreken minder vlot Nederlands. Soms zijn kinderen niet zo taalvaardig omdat hun ouders niet zo vaak met hen spreken. We richten dan schade aan als we ze de mond snoeren bij elk woordje anderstalige thuistaal dat ze toch eens durven uitbrengen. “Een primordiale voorwaarde voor een succesvolle schoolloopbaan is dat iedere leerling zich thuis kan voelen op school. Doordat anderstalige leerlingen hun thuistaal moeten achterlaten aan de schoolpoorten, laten ze voor een stuk hun identiteit achter”, stellen Agirdag en Hermans nog.

Ze verwijzen ook naar onderzoek in Zweden. Daar hebben anderstalige leerlingen het recht op tweetalig onderwijs van zodra ze in de school met vijf zijn – alleszins in het Arabisch, Turks, Russisch, Koerdisch en Perzisch. Welnu, de leerachterstand van leerlingen met een migratieachtergrond is in Zweden haast onbestaande. Vlaanderen, waar de focus zo eenzijdig op het Nederlands ligt, kent de grootste onderwijsongelijkheid van Europa.

Uit de kramp

Onze verkramping rond anderstaligheid zit er natuurlijk ingebakken. Van bij het ontstaan van België tot pakweg Leuven Vlaams hebben we een politieke strijd moeten voeren om het Nederlands. Een strijd die moeizaam wordt losgelaten in een tijdperk van transitie waarin die strijd bijna gestreden is.

Dat zorgt voor een gespannen houding naar andere talen, naar al wat de uniciteit van het Nederlands van ver in gevaar zou kunnen brengen. Nochtans kan een anderstalig welkomstwoordje in een brochure, een vertaling van een termhier en daar, het ijs breken – of hoe zeg je dat in het Swahili?

Mensen voelen zich dan ook welkom en aangesproken, ze begrijpen beter hun rechten én plichten en stappen misschien zo binnen op het volgende bal van hun burgemeester. Om daar Nederlandstalige dorpsgenoten te leren kennen, de ban te breken en zich die heerlijke taal op een plezante manier eigen te maken. Ik denk wel eens aan sommige dokters die vrijwillig hun patiënt in zijn moedertaal aanspreken. Of het voorlezen van de rechten en plichten van de echtgenoten in hun moedertaal tijdens een burgerlijk huwelijk zodat beide partners dit begrijpen. Dat heet: relaxed omgaan met taal. Dat heet ook: je taalkennis benutten.

Anderstaligen hebben niemand nodig die hen op het belang van het Nederlands wijst. Zij ondervinden elke dag hoe moeilijk het leven is als zij deze taal niet beheersen. De wachtlijsten Nederlands tweede taal (NT2) spreken boekdelen.

Het komt wel goed

En het komt ook gewoon helemaal goed met dat Nederlands. Personen met een migratieachtergrond komen vandaag uit alle windstreken, er is dus vandaag niet één gemeenschappelijke vreemde taal waarin ze met elkaar communiceren. Op een feestje in de wijk of in onze federaties is Nederlands, als ‘Lingua Franca’ de enige taal die iedereen deelt.

Het is dan ook beter meertaligheid te omarmen en elkaar ermee te verrijken. We zijn een kenniseconomie en exportregio bij uitstek, onze grondstof is onze talenkennis. Laat ons die ruim inzetten. Geef anderstalige Vlamingen de kans op een job waarin ze hun thuistaal kunnen benutten en tik hen niet op de vingers voor elke fout aan het Nederlands of voor hun eigen-aardig accent. Gebruik de rijkdom van de wereld.

Ik las deze week een mooie Engelstalige spreuk: Put ‘art’ out of ‘earth’ and you only get ‘eh’… Kan iemand dit even naar het Nederlands vertalen?

Agirdag,O. & Hermans, M. (2011). Etnische ongelijkheid in het onderwijs: een pleidooi voor meertalig onderwijs. VMT, 44, pp. 19-23

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content