De grensgemeente Menen port haar ambtenaren aan om Nederlands te spreken. Om ingeweken Fransen en Walen te helpen, spreken ze vaak Frans. Dat loopt de spuigaten uit, vindt de burgemeester, en het mag niet van de taalwet.
In het West-Vlaamse Menen wonen heel wat Fransen en Walen. Ambtenaren schakelen vaak over op het Frans om hen te kunnen helpen, wat volgens de taalwetgeving strikt genomen niet mag. Het Frans wordt volgens burgemeester Martine Fournier (CD&V) meer regel dan uitzondering, meldt de VRT.
“Het begint toch een beetje de spuigaten uit te lopen”, zegt Fournier. “Als ik hier in het stadhuis rondloop, heb ik soms de indruk dat er meer andere talen gesproken worden dan de eigen taal.” Ze kondigt ook een opleiding aan voor haar ambtenarenkorps. “Ik kan me inbeelden dat het voor het personeel ook niet gemakkelijk is, want mensen die tot voor kort in hun eigen taal geholpen werden, zullen nu op een muur van Nederlands botsen.” De politica wil haar medewerkers maximaal begeleiden in het bijstaan van zulke mensen. (Belga/TV)
