Aimé Schrauwen

‘Als “wij” niet onze meest charmante zelf zijn, zijn we ondankbaar’

Aimé Schrauwen Lid van Open VLD en zetelt in de Raad van Bestuur van Jong VLD Nationaal

‘Hoe verder je raakt in je leven, hoe meer de mensen je respecteren. Maar zo werkt het dus niet voor mensen uit een zogenaamde “minderheid”‘, schrijft Aimé Schrauwen (Open VLD) na een opvallende confrontatie in De Afspraak tussen Vlaams volksvertegenwoordiger Nadia Sminate en advocaat Abderrahim Lahlali.

Uit mezelf heb ik mij nooit een minderheid gevoeld, nooit. Dat gevoel komt altijd van buitenaf, dat krijg ik alleen maar in momenten van onzekerheid, in momenten van conflict en in momenten van onrechtvaardigheid.

Momenten zoals in De Afspraak van deze week, waar een advocaat, met een buitenlandse roots, ‘dankbaar’ moet zijn en als vanzelfsprekend nooit de staat mag wijzen op de eigen fouten. Dat mag hij niet, ook niet als advocaat. Is hij dan ook een b-burger? Een b-advocaat? Zijn er privileges die hij niet verdiend heeft?

Maar nee, ‘wij’ overdrijven weer, er is helemaal geen extreemrechts discours dat mensen opdeelt, er is helemaal geen structureel racisme, hoe kan het ook? Dit waren toch twee ‘buitenlanders’ onder elkaar? Racisme bestaat niet meer en als het nog moest bestaan zit het enkel nog ‘in de kleine dingen’.

Als ‘wij’ niet onze meest charmante zelf zijn, zijn we ondankbaar.

‘Kleine dingen’, zoals omgaan met ambitie en het overwinnen van obstakels? Want hoe verder je raakt in je leven, hoe meer de mensen je respecteren. Maar zo werkt het dus niet voor mensen uit een zogenaamde ‘minderheid’. Hoe verder je raakt in het leven, hoe harder mensen beginnen te denken dat je te pas en te onpas je ‘raskaart’ gebruikt… Alsof een andere afkomst hebben ooit een écht voordeel is. Nee hoe beter je presteert, hoe groter de tegenkanting, zo voelt het ook vaak aan. Natuurlijk is er altijd ook wel nog plaats voor een ‘posterneger’, een ‘knuffelmarrokaan’, een ‘slimme of grappige Aziaat’, de Poolse poetsvrouw en een hipstermulat. Voor de underdog’s hebben we allemaal sympathie.

Maar pas op, als ‘wij’ niet kop in kas stil verder werken of onze charmantste zelve zijn, dan zijn we ondankbaar. Want wat hebben wij hier immers te klagen in het land van honing, ”t is hier godverdomme het OCMW van de wereld‘, hier liggen de kansen voor het rapen…. Of zo wordt ons toch verteld.

‘Kleine dingen’, zoals in het feit dat ik, terwijl ik dit schrijf, de gehele tijd de neiging voel om een disclaimer bij te voegen, een kleine extra uitleg om duidelijk te maken dat ik geen linkiewinkie ben, dat ik niet zomaar iets als racistisch bestempel. Maar daar zit precies de fout, waarom zou ik mij moeten verantwoorden omdat ik een onrechtvaardigheid aanklaag, omdat ik een gedeelde angst van de Belgische bevolking wil blootleggen.

‘Kleine dingen’, zoals het besef dat je rechten eigenlijk bezwaard zijn met een voorwaarde: ‘Als je je gedraagt, dan heb je al je rechten. Doe je dat niet, dan ben je ze kwijt. En dan krijg niet alleen jij, maar een hele groep mensen de stempel “ondankbaar” te zijn.’ Elke kleurling, elke buitenlander, elke immigrant of iemand met een gemixte achtergrond gaat gebukt onder de verantwoordelijkheid om een voorbeeld te zijn voor heel zijn ”gemeenschap”, of die nu fictief is of niet.

Al deze soorten ‘kleine dingen’ zorgen ervoor dat heel wat Belgen die zich voorbeeldig gedragen en gewoon iets van hun leven willen maken, zich gaan afvragen: is de tijd van toen terug?

‘Als Vlaams Belang aan de macht komt, is racisme dan legaal?’

‘Komt er een burgeroorlog?’

‘Moet ik verhuizen?’

‘Zou ik verdedigingslessen moeten volgen?’

‘Ben ik wel vlaming volgens de N-VA?’

Deze vragen kreeg ik meermaals te horen na de jongste verkiezingen. Nochtans hebben ‘wij’ geen aanslagen gepleegd, ‘wij’ vinden dus ook terecht dat we al die argwaan niet verdienen. ‘Wij’ zitten op jullie scholen, kijken naar dezelfde tv, lezen dezelfde kranten, leven in hetzelfde land met dezelfde problemen, in dezelfde stad met dezelfde klachten. ‘Wij’ doen hetzelfde werk, voor meestal minder geld. ‘Wij’ studeren even hard, voor meestal minder punten. ‘Wij’ halen dezelfde diploma’s voor meestal minder job. ‘Wij’ worden meestal berekend in subsidiestreepjes of criminele statistieken, maar ‘wij’ zijn ook advocaten, en ja, ‘wij’ zijn soms zelfs ook volksvertegenwoordigers.

Hoe lang nog gaan wij negeren dat er een hele generatie gebukt gaat onder een onweerlegbaar vermoeden van een profiteur te zijn? Hoe lang voor ten volle wordt erkend dat er op de arbeidsmarkt ‘onzichtbare’ discriminatie meespeelt?

Hoevelen van ons moeten nog roepen? Hoevelen van ons moeten nog aangeven dat er grenzen overschreden worden?

Moeten er straks kinderen met pepperspray naar school gestuurd worden? Moeten ‘wij’ ons écht gaan organiseren? Moet er opnieuw een burgerrechtenbeweging de straat op, zoals in de jaren 60? Maar wie zal er dan winnen, een nieuwe Malcolm X of een nieuwe Martin Luther King? Het discours dat vandaag overheerst, werkt opstandigheid in de hand.

Wij waren toch altijd al een land van consensus, nuance en diplomatie? Ik weet het wel, we zijn ook altijd klein-burgerlijk, conservatief en gereserveerd geweest, maar racistisch en cynisch? Nee dat niet, en dat hoeft het ook niet te worden.

Aimé Schrauwen is beginnend jurist, freelance copywriter, student Master publiek recht op de UA. Hij is lid van Open VLD , en zit in de Raad van Bestuur van Jong VLD nationaal en is hoofdredacteur bij LVSV Antwerpen en Kandidaat Kernlid bij Liberales.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content