Alleenstaande ouders in gevecht met de energiefactuur: ‘170 euro per maand? Dat gaat echt niet’

© YULE HERMANS
Peter Casteels

Wie het water al aan de lippen stond, gaat door de stijgende energieprijzen kopje-onder. Alleenstaande ouders, en het vaakst moeders, kregen het dit voorjaar wel heel erg moeilijk.

‘Ik was eigenlijk heel blij dat mijn zoon zes weken in het gips lag’, vertelt Laure*. ‘Ik hoefde hem niet drie keer per week naar het voetbal te rijden, want de benzine kon ik toch al niet meer betalen.’ Ze zegt het lachend, maar toch zit er ook wel iets van waarheid in. ‘Mijn zoon mag alleen nog na zijn voetbaltraining douchen, drie keer per week. Het gas is te duur geworden om elke dag de boiler aan te zetten, dus heb ik liever dat hij zich wast met het water uit de elektrische waterkoker in de keuken. Dat klinkt als iets kleins, maar het heeft wel een grote impact. Ik heb een lentefeest voor hem georganiseerd. Ik wilde er als moeder goed uitzien, maar had uiteraard geen geld voor nieuwe kleren. Dus heb ik maar een supermooi broekpak en een chique blouse besteld bij Zalando. Ik heb die drie uur aan gehad en daarna weer in de doos gestopt en teruggestuurd. Dat is niet correct, dat weet ik zelf ook wel.’

Het OCMW zei dat ik bruto 50 euro te veel verdien voor een sociaal tarief.

In heel België zijn mensen al maandenlang hun rekening aan het maken, om vast te stellen dat er niet meer genoeg is om alles te betalen wat vroeger vanzelfsprekend was. Het zijn allang niet alleen maar de energieprijzen die schrikwekkend snel blijven stijgen, maar zij zorgen verreweg voor de grootste kopzorgen. Zeker voor alleenstaande ouders, die met één inkomen moeten rondkomen.

Katrien

Een andere vrouw met wie we spraken, Katrien, woont de helft van de maand samen met haar dochter. ‘Ik heb net een huis gekocht dat helaas met gas wordt verwarmd’, vertelt ze. ‘De eigenaar voor mij betaalde maandelijks 60 euro, terwijl de energieleverancier mij 170 euro voorstelde als maandelijks voorschot. Dat zou echt niet gaan, dus heb ik gelukkig voorlopig kunnen afbieden tot een betaalbaar bedrag.’

Bieke Purnelle, directeur van RoSa, kenniscentrum voor Gender en Feminisme, en columniste van De Standaard, woont samen met haar twee tienerzonen. Zij heeft het geluk dat ze aan cohousing doet met een koppel, waardoor ze de rekening voorlopig kunnen delen. ‘Cohousing is een van de slimste manieren waarop alleenstaande ouders nog fatsoenlijk kunnen wonen. Maar helaas doet de overheid geen enkele moeite om dat aan te moedigen. Sterker nog: mensen die cohousen worden fiscaal benadeeld, want wij worden allemaal gezien als samenwonenden. Wie van een uitkering moet leven, krijgt dan bijvoorbeeld minder dan waar hij anders recht op heeft.’

Schokken

Vorige week publiceerde Statbel zijn jaarlijkse armoedecijfers, op basis van de gegevens van 2020. Daaruit bleek nog maar eens dat alleenstaande ouders of eenoudergezinnen een van de grootste risicogroepen vormen. Het armoederisico ligt er op 25,4 procent, wat bijna dubbel zo hoog is als in de hele bevolking. Kinderen die in armoede opgroeien, groeien ook vaak in die eenoudergezinnen op. Het enige wat hoeft te gebeuren om in die categorie te belanden is dat u om welke reden dan ook uit elkaar gaat met de partner met wie u ooit besloot kinderen te maken. De kans dat zoiets gebeurt, is niet onvoorstelbaar. De overgrote meerderheid van de alleenstaande ouders die in de problemen komen, zijn moeders. Zij zijn het vaakst de ouder bij wie het kind altijd of meestal verblijft. Bovendien werken vrouwen doorgaans nog altijd in ‘zachtere’ sectoren met minder goed betaalde jobs.

Het grotere verhaal achter de armoedecijfers van vorige week was verrassend positief. De cijfers waren lichtjes gedaald in vergelijking met 2019, wat bewees dat België er uitstekend in geslaagd is een sociaal vangnet te spannen voor zo goed als iedereen die door de coronacrisis geraakt werd. Maar nu breken er misschien wel moeilijkere tijden aan voor dezelfde mensen, want de hogere energieprijzen komen hard aan voor wie al in de gevarenzone leefde. De loonindex, die werknemers moet beschermen tegen zulke schokken, beschermt vooral mensen die al een goed loon hadden.

De gevolgen hiervan zien we later misschien zelfs niet in de armoedecijfers, want die zijn meestal gebaseerd op het inkomen van mensen. Dat verandert niet per se, het zijn de uitgaven die omhoogschieten. ‘We zien nu ook dat basisvoorzieningen zoals voedsel en kledij duurder worden’, zegt professor Wim Van Lancker, armoede-expert aan de KU Leuven. ‘Alleenstaande ouders voelen het natuurlijk het hardst als het leven duurder wordt. Die armoedecijfers op basis van inkomen geven dus een wat vertekend beeld. Het klopt dat we er tijdens de coronacrisis goed in geslaagd zijn om de meeste mensen te beschermen. Maar we hebben die crisis niet aangegrepen om het beleid echt te herdenken. Groepen die voor de crisis kwetsbaar waren, zoals alleenstaande moeders, zijn dat nog altijd.’

Tweeverdienerssamenleving

De regering-De Croo en de regering-Jambon doen hun best om de energieprijzen voor zo veel mogelijk mensen te temperen. Helaas met beperkt succes, want aangezien de meeste maatregelen worden uitgestrooid over de hele bevolking, zijn ze maar een bescheiden hulp voor kwetsbare groepen als alleenstaande moeders. De belangrijkste noodmaatregel is het sociaal tarief. Dat voordeeltarief voor energieprijzen werd in de coronacrisis uitgebreid naar één miljoen gezinnen, en sindsdien elke drie maanden verlengd door de regering-De Croo. We weten alleen niet hoezeer die maatregel een steun is voor alleenstaande ouders die krap bij kas zitten, en de vrouwen met wie wij spraken bewijzen dat de mazen in het net groot zijn.

Mijn leven zou goedkoper worden als ik minder werkte. Dat is absurd.

Katrien, alleenstaande ouder

Laure werkte als zorgkundige en besloot vorig jaar te gaan studeren voor verpleegkundige. De overheid moedigt mensen daartoe aan met projecten als #kiesvoordezorg: deelnemers krijgen tijdens hun studies al een loon van verpleegkundige uitbetaald. Terwijl ze vroeger maar 1900 euro bruto verdiende voor een voltijdse job, is dat nu 2350 euro bruto. ‘Het OCMW zei dat ik net te veel verdiende voor hogere tegemoetkomingen en een sociaal tarief’, vertelt Laure. ‘Het scheelde minder dan 50 euro bruto, een heel klein verschil dus. Eigenlijk zou ik ook mijn huis moeten verkopen, want mensen met een eigendom worden niet snel geholpen door het OCMW. Ik zou nochtans veel meer aan huur kwijt zijn dan wat ik nu maandelijks aan de bank moet afbetalen. Waarom mag een sociaal assistent van het OCMW niet individueel beoordelen of mensen steun nodig hebben of niet?’

Katrien zit in een wat vergelijkbare situatie. Zij werkt vier vijfde, en berekende voor zichzelf dat ze alleen recht zou hebben op een sociaal tarief en andere voordelen als ze nog iets minder ging werken. ‘Mijn leven zou goedkoper worden als ik minder werkte’, vertelt ze. ‘Ik zou zelfs meer geld overhouden aan het einde van de maand. Dat is absurd. Ik heb ook helemaal geen zin om minder te werken, want wat voor voorbeeld geef ik dan aan mijn dochter? Dat gaan we niet doen.’

Twee weken geleden bracht professor Ive Marx (UA) in Knack de lagere middenklasse al eens in beeld. Het zijn mensen die niet in armoede leven en eigenlijk zelfs tot de middenklasse behoren, maar dat betekent niet dat zij zonder zorgen het einde van de maand halen. ‘Politici lijken nog altijd te denken dat er een scherpe lijn te trekken is tussen mensen in armoede en die middenklasse’, zegt Bieke Purnelle. ‘Dat is niet waar, daar vallen nogal wat mensen tussen. In een tweeverdienerssamenleving zijn dat heel vaak alleenstaande ouders. Politici hebben daar geen oog voor, en we krijgen af en toe alleen wat kruimels toegeworpen. Dat zijn het ook echt: kruimels. Eigenlijk zou elke maatregel moeten worden getoetst aan wat het betekent voor alleenstaande ouders. En ook singles, want zij zitten vaak in dezelfde situatie.’

Celia Groothedde (Groen) probeert daar in het Vlaams Parlement werk van te maken. Ze was een paar jaar alleenstaande moeder en groeide ook zelf op als kind van een alleenstaande die moeilijk rondkwam. ‘De meeste politieke partijen zien een gezin nog altijd als een papa, een mama en twee kindjes’, vertelt ze. ‘Dat merk je aan hun voorstellen. Neem het idee van Wouter Beke (CD&V) om ouders te vragen hun ouderschapsverlof op te nemen in de eerste drie levensjaren van hun kind, zodat investeringen in de kinderopvang wat minder dringend worden. Dat is óók een slecht idee voor gezinnen met twee ouders, maar alleenstaanden zonder netwerk hebben die kinderopvang het allermeeste nodig. Die groep wordt het hardst geraakt.’

Voor een habbekrats

Alleenstaande ouders worden altijd het meest geraakt door slecht beleid, weet ook professor Van Lancker. Neem het voorbeeld van de kinderopvang. ‘Problemen om kinderopvang te vinden zijn voor iedereen lastig, maar voor hen is dat dramatisch. Het betekent meestal dat ze niet kunnen gaan werken.’

In geen enkel land is ‘alleenstaande ouder’ een benijdenswaardige uitgangspositie, maar in Vlaanderen en België is de situatie nog iets beroerder. Wim Van Lancker: ‘We doen het gewoon niet goed. Alleenstaande ouders vormen een groep waarbij de armoede de voorbije tien jaar sterk is toegenomen.’ Van Lancker ziet verschillende verklaringen, zoals uitkeringen die niet genoeg zijn meegestegen met de levensstandaard. ‘Die uitkeringen houden vaak geen rekening met het aantal kinderen dat mensen hebben, waardoor ouders met veel kinderen extra getroffen worden’, zegt hij.

Nog iets wat we slechter doen dan andere landen: DAVO, de dienst voor alimentatievorderingen, werkt niet naar behoren. Veel moeders krijgen van de vader van hun kinderen niet het geld waar ze recht op hebben. ‘Zweden heeft dat veel beter geregeld’, zegt Van Lancker. ‘De overheid gaat zelf achter de vaders aan, zodat moeders altijd hun geld zien. Hier moeten alleenstaande ouders aan heel veel voorwaarden voldoen om soms maar een habbekrats te krijgen van DAVO. Die dienst werkt gewoon niet goed, en iedereen weet dat al lang.’

En dan is er natuurlijk de kinderbijslag, of het Groeipakket. Het is een van de stokpaardjes van professor Van Lancker. In theorie zou kindergeld een eenvoudig instrument kunnen zijn om geld te herverdelen van ouders die het niet nodig hebben naar ouders die er, bijvoorbeeld, helemaal alleen voorstaan. In de praktijk zijn er wel sociale toelagen, maar die zijn al bij al beperkt. Katrien werkt zelf bij Infino, de uitbetaler van het Groeipakket. Ze rekent zichzelf tot de 30 procent van de gezinnen die het groeipakket nodig hebben om rond te komen. ‘Dat geld is bedoeld voor de kinderen’, legt ze uit. ‘Dat is logisch natuurlijk, maar in de regel verandert er na een scheiding dus weinig of niets aan eventuele sociale toeslagen. Onze dochter woont de helft van de tijd bij haar papa en de andere helft bij mij, wat helaas wel betekent dat de kosten veel hoger liggen dan voor ouders die samenwonen.’

Cohousing is een van de beste oplossingen voor alleenstaande ouders. Helaas doet de overheid niets om dat aan te moedigen.

Bieke Purnelle, directrice RoSa

‘Alle deuren dicht’

Een van de allergrootste moeilijkheden voor moeders die er alleen voor staan, is de combinatie van werk en gezin. Het is niet verwonderlijk dat veel van zulke moeders niet werken, of alleen deeltijds. Ze kunnen ook niet zomaar ingaan op eender welk jobaanbod, want de flexibiliteit die de arbeidsmarkt van hen verwacht hebben ze vaak al nodig om voor hun kinderen te zorgen. Dries Van Gasse, onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen, schreef een doctoraat over de manieren waarop alleenstaande ouders werk en leven proberen te combineren. ‘De overheid moet een evenwicht vinden tussen garanderen dat mensen een fatsoenlijk inkomen hebben, en hen helpen en stimuleren om toch aan het werk te gaan’, zegt Van Gasse. ‘Alleenstaande ouders zijn heel veerkrachtig. Hun leven zorgt voor veel stress, en ze moeten creativiteit aan de dag leggen om altijd maar oplossingen te vinden voor de dagelijks te leggen puzzel. Ik merkte vooral het belang van een sociaal netwerk op, mensen in de omgeving die taken kunnen overnemen. Zonder zo’n netwerk wordt het heel erg moeilijk. Maar tegelijk zagen we ook dat net alleenstaande ouders weinig tijd hebben om te investeren in hun sociaal leven. Dat netwerk wordt dus kleiner op een moment dat ze het meer dan ooit nodig hebben.’

Tijdens de lockdown in de coronacrisis viel dat netwerk voor veel mensen zelfs helemaal weg, alleenstaande ouders kwamen er echt alleen voor te staan. ‘Dat was net de periode waarin de relatie met mijn ex-partner stukliep’, vertelt Laure. ‘Alle deuren gingen dicht en ik moest mij met mijn zoon opsluiten. Ik mocht alleen nog werken, coronaslachtoffers verzorgen in de frontlijn en ze in het slechtste geval in lijkzakken steken.’

De dochter van Katrien heet Sibbe, wat clan of groep van vrienden betekent. ‘ It takes a village to raise a child’, zegt Katrien. ‘Dat is het motto van Infino, en ik heb het zelf ook ondervonden. Ik heb een klein dorpje rond mij verzameld, met allemaal vrienden die als ooms en tantes zijn voor Sibbe. Daar zitten ook mensen bij die kleren of andere spullen voor Sibbe en mij kunnen doorgeven. Tweedehands spullen zijn een grote hulp, dus gelukkig is het hip geworden om van alles door te geven. De circulaire economie is misschien door economen bedacht en goed voor het milieu, maar vandaag komt het in het dagelijkse leven ook gewoon heel handig uit.’

Een netwerk beschermt natuurlijk niet tegen alles: alleenstaande ouders worden gediscrimineerd op manieren waaraan niet te ontsnappen valt. De huizenmarkt wordt stilaan voor tweeverdieners een hels avontuur, maar ze was al veel langer een ware nachtmerrie voor alleenstaanden. Banken geven niet graag leningen aan singles, of ze vragen aan hun ouders om borg te staan. Ook verhuurders staan niet te springen om aan hen te verhuren. Zeker in een markt waar de vraag vaak groter is dan het aanbod, moeten alleenstaanden heel lang op zoek gaan naar geschikte huisvesting.

Groothedde ondervond die discriminatie aan den lijve toen ze als alleenstaande moeder na haar scheiding op zoek moest naar een appartement. Zij is ervan overtuigd dat de overheid daar dringend iets aan moet doen. ‘Praktijktesten op de huurmarkt gaan discriminatie tegen voor mensen met een migratieachtergrond’, zegt Groothedde. ‘Maar ze dienen evengoed om de discriminatie van alleenstaanden te bestrijden. Dat is ook verboden, dus moet het worden gehandhaafd.’

Eigen schuld

‘Draagvlak’, antwoordt Bieke Purnelle als we vragen of ze nog iets wil toevoegen. Alleenstaande ouders worden niet alleen gediscrimineerd op de woningmarkt, maar kunnen blijkbaar ook elders op weinig solidariteit rekenen. ‘Het zijn vaak singles zonder kinderen die zich – terecht trouwens – benadeeld voelen’, zegt Purnelle. ‘Ze zeggen dat het onze eigen keuze was om kinderen te maken, alsof het over een chihuahua of een zwembad in de tuin gaat. Dat verklaart voor een deeltje waarom politici geen haast maken om ons te helpen, terwijl onze kinderen wel de volwassenen van de toekomst zijn. Zij zullen voor u zorgen als u in een rusthuis belandt.’

Purnelle is niet de enige die af en toe het gevoel krijgt dat ze in het strafhoekje gezet wordt. ‘Ik heb ervoor gekozen om te scheiden, dus nu moet ik maar op de blaren zitten’, krijgt Katrien ook weleens te horen. ‘De maatschappij geeft mij dat gevoel soms, ja. Want ouders die echt het beste voor hun kinderen willen, blijven natuurlijk bij elkaar. Dat is gewoon niet waar: het is niet altijd het beste voor het kind om samen te blijven.’

* Laure is een fictieve naam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content