‘Alle goede bedoelingen ten spijt is de wilde hamster zo goed als uitgestorven in Vlaanderen’

‘Een requiem of niet voor de wilde hamster in Vlaanderen, het hangt af van de beleidskeuzes die de komende maanden worden gemaakt’, schrijft milieujurist Hendrik Schoukens. ‘In onze eigen achtertuin voltrekt zich een geruisloze uitstervingsgolf.’

Vorige week vonden internationale onderhandelingen plaats in het Chinese Kunming om het biodiversiteitsverlies op onze planeet te stoppen. De focus ligt er op beschermde natuurgebieden: men mikt op 30% beschermde natuur op onze planeet tegen 2030. Maar ondertussen voltrekt zich in onze eigen achtertuin een geruisloze uitstervingsgolf. Het tragische lot van de wilde hamster staat in Vlaanderen symbool voor hoe goede bedoelingen alleen het verschil niet kunnen maken. Ook hier is het nu of nooit.

Eerst een disclaimer: vergeet alvast die schattige hamster die u in menig dierenwinkel kan kopen. Daar gaat dit stuk niét over. Diens roots liggen namelijk in de stoffige steppen en halfwoestijn van het Midden-Oosten. Vlaanderen telde tot enkele decennia terug nochtans ook echte, uit de kluiten gewassen wilde hamsters.

Korenwolf

Meet de korenwolf. Schrik niet: geen nieuwe lading roofdieren, wel relatief onbekende hamsters. Tot voor kort struinden er heuse ‘korenwolven’ in onze akkers rond, op zoek naar zaden en ander lekkers. Dat ‘koren’ verwijst dus naar z’n voedsel. En ‘woof’ of ‘wouf’ is een bijnaam voor iemand die erg inhalig is. Geen echte wolf dus, wel een erg hongerig knaagdier.

Die wilde hamsters zijn ook een stuk groter dan de Syrische goudhamsters die hun dagen in vaak veel te kleine kooien slijten. Ze hebben de grootte van een rat, maar missen de lange staart. Ook het kleurenpatroon op hun vacht maakt meteen duidelijk dat het hier wel degelijk om hamsters gaat.

Tot het begin van de 20e eeuw stond de soort te boek als een echte ‘pestsoort’. In Duitsland werden in de jaren zestig niet minder dan 1 miljoen wilde hamsters gedood om verdere schade aan landbouwgewassen te vermijden.

Fast forward naar 2021: de soort die ooit wijdverbreid was in West-Europa, is nu nagenoeg uitgestorven. Hun adaptatievermogen bleek niet eindeloos. De ‘wilde’ hamster had enkele millennia terug al de switch gemaakt van graslanden richting akkers.

Maar de mechanisering en industrialisering van de landbouw – in combo met de verdere versnippering van ‘den buiten’ door woningen en industrie – deed de hamster weinig goeds. Het areaal van granen slonk zienderogen, bieten en maïs wonnen terrein. Akkers werden sneller omgeploegd en de oogst bleef niet lang genoeg liggen. De broodnodige dekking die de knaagdieren nodig hebben tegen allerhande roofdieren verdween. Adapt or perish. De populaties crashten.

Ondertussen schopte de soort het wel tot strikt beschermde soort. Een bedenkelijke eer nu dat vooral het gevolg was van de scherpe duik van de resterende populaties. De opname van de soort op de EU Habitatrichtlijn in 1994 mocht niet baten. Vlaanderen telde medio jaren negentig nog vier subpopulaties wilde hamsters, met ook in het Leuvense twee laatste hotspots (Bertem en Hoegaarden).

Ondanks een ingebrekestelling door Europa rond het jaar 2008, wilde het maar niet lukken. De beheersovereenkomsten met bereidwillige landbouwers bleken te fragiel: het ene jaar werd er wel hamstervriendelijk geboerd, het andere jaar niet. Ook het uitzetten van hamsters uit een Nederlands kweekprogramma had geen effect wegens te weinig geschikt habitat. Als water naar de zee dragen.

Resultaat: de soort zong het enkel nog uit in een laatste stronghold, het Limburgse Wildooie, bij Tongeren. Nou ja, ‘uitzingen’. Het ging om een schamele 50 individuen in 2016, bij een knaagdiersoort kan je dan gerust spreken over ‘functioneel uitgestorven’.

Money for nothing?

De hamster is trouwens géén alleenstaand geval. Onze akkernatuur heeft het overal in Vlaanderen erg moeilijk. Of heeft u onlangs nog een leeuwerik bij u in de buurt horen fluiten?

Een flagship species of paraplusoort als de wilde hamsters verdwijnt niet alleen. Hij neemt heel wat andere kenmerkende akkernatuur in zijn kielzog mee.

Om het tij te keren besloot toenmalig minister Schauvliege in 2016 te investeren in een heus soortenbeschermingsprogramma voor het behoud van de wilde hamster. 800.000 EUR werd uitgetrokken voor meer hamstervriendelijk beheer op de akkers in en rondom Tongeren. Het doel was om tegen 2020 125 hectare onder hamsterbeheer te hebben, terwijl op die akkers ook nieuwe hamsters zouden worden uitgezet. Een erg lovenswaardige inspanning. Edoch, reeds in 2016 waarschuwde ik dat het niet meer dan een plaatster op een houten been zou zijn.

Het hamsterplan leek wel een aflaat voor eerder begane zonden. Het aantal hectaren is te beperkt. Een levensvatbare hamsterpopulatie omvat minstens 1000 individuen, daar zitten we met dit plan ver af. Bovendien verwachtte men alle heil van vrijwillige maatregelen door landbouwers, wat enkel werkt wanneer de landbouwer een werkelijke keuzevrijheid heeft. En bestaat die wel in een systeem waarin de prijszetting en de teeltkeuze vooral wordt bepaald door grote concerns?

Er is veel goede wil, dat zeker, maar het is ondertussen reeds vijf na twaalf.

De cijfers spreken boekdelen. Bij de laatste tellingen in de nazomer van 2021 trof men slechts 20 hamsterburchten aan. Dat moet beter.

Extinction means forever

Men kan opperen dat het money down the drain is, dat vele geld voor een soort die toch op uitsterven staat. Deathbed conservation heet dat dan.

Maar dat argument overtuigt niet: de beheermaatregelen komen sowieso andere soorten ook ten goede. Ook moreel-ethisch wringt het. Darwin leerde ons al dat we als menselijke dieren veel delen met andere dieren. Het vermogen pijn te lijden, sociale structuren, taal en empathie. Zelfs – tot op een bepaalde hoogte – zelfbewustzijn. We zijn misschien wel de enige soort die zich bewust is van zijn eigen desastreuze impact op andere dier- en plantensoorten. Het concept menselijkheid hoeft daarom ook niet beperkt te worden tot mensen. Want ook de menselijke soort evolueert constant. Het is erg moeilijk om wat net menselijk is, strikt af te bakenen.

Net zoals we zorg dragen voor zieke mensen, is onze zieltogende akkernatuur het beschermen waard. Te meer daar die ons ook heel wat biedt. Bufferstroken beschermen tegen erosie, akkernatuur houdt de bijenpopulaties in stand. En ook de bodem heeft te winnen bij duurzamere vormen van landbouw.

Geen overbodige luxe, toch?

Maar belangrijker is dat Vlaanderen bij ongewijzigd beleid Europese boetes riskeert voor haar falend hamsterbeleid. Frankrijk werd in 2011 door het Hof van Justitie veroordeeld omdat het niet genoeg deed voor de bescherming van de wilde hamster. Frankrijk maakt nu werk aan een backbone, een ruggengraat van goed beheerd hamstergebied, in samenwerking met de betrokken landbouwers.

Niet dat Europa zelf zo consequent is.

Want uiteindelijk heeft het milieu het weer moeten afleggen tegen de statusquo bij de hervorming van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Van de zogenaamde Farm to Fork-strategie van de Europese Commissie, die een heuse paradigmashift vooronderstelde, valt te weinig terug te vinden in het finale compromis van deze zomer. De eis dat 10% van het landbouwareaal voor natuur moet worden gereserveerd, heeft men laten vallen. Ook géén bindende minimumambitie voor de oppervlakte biologische landbouw en pesticidengebruik.

Op de recente bijeenkomst van de internationale expertgroep omtrent hamsterbeleid bleek trouwens dat er wel degelijk goede voorbeelden bestaan.

Zo lijkt het Duitse stadje Pulheim – bij Keulen – goed op weg de hamsterhoofdstad van Duitsland te worden. Doorgedreven maatregelen op de meest waardevolle percelen, waarop géén rendabele productie is voorzien en helemaal niet meer geoogst wordt, lijken er vruchten af te werpen. Het aantal hamsterburchten verdubbelde op enkele jaren tijd, een onverhoopt succes. Men mikt er op 600 hectare hamstervriendelijk beheerde akkers. Het zijn getallen waar we in Vlaamse context enkel maar van kunnen dromen.

Of het succesverhaal blijft duren is onzeker, maar er spreekt veel ambitie uit.

Requiem of herrijzenis?

Het kan dus wèl. Het lot van de Vlaamse dodo lijkt nog niet helemaal bezegeld. Maar dan moet het Agentschap voor Natuur en Bos snel werk maken van een robuuster maatregelenpakket, met méér budget en een ruimer ambitieniveau. Er valt geen tijd te verliezen als we Europese boetes willen vermijden.

Voorbij de focus op beschermde gebieden – zeer zinvol voor het behoud en herstel van nog intacte of weinig verstoorde ecosystemen – is het hoog tijd om ook de algemene biodiversiteit beter te beschermen. De natuur in de marge. Zelfs al gaat het om zogenaamde ‘halfnatuur’, die het resultaat is van ons eigen menselijk handelen. Een shift richting minder intensieve landbouw levert onze maatschappij immers heel wat bijkomende voordelen op. Bovendien komt de natuur nog verrassend snel terug wanneer men de keuze maakt voor meer biologische vormen van landbouw.

Een requiem of niet voor de wilde hamster in Vlaanderen, het hangt af van de beleidskeuzes die de komende maanden worden gemaakt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content