Agenten inlichtingendiensten kunnen voortaan ook kleine misdrijven plegen

Topmannen Jaak Raes (Staatsveiligheid, rechts) en Claude Van de Voorde (ADIV, links). © Belga

Agenten of informanten van de Staatsveiligheid of van de militaire inlichtingendienst ADIV zullen in de toekomst onder strikte voorwaarden ook kleine misdrijven kunnen plegen. Dat staat in een aanpassing van de wet op de bijzondere inlichtingenmethoden (BIM), die binnenkort in het parlement besproken zal worden.

Dat kondigt minister van Justitie Koen Geens aan naar aanleiding van de academische zitting in het Brusselse stadhuis voor de twintigste verjaardag van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV).

Zowel Jaak Raes, administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat, als Claude Van de Voorde, chef ADIV, toonden zich verheugd over de aanpassing aan de BIM-wet. Van de Voorde verwees naar de nieuwe analysecapaciteit van ADIV om het radicalisme en terrorisme in de virtuele wereld te analyseren, waarvoor het ‘plegen van misdrijven zoals het gebruik van extremistische of haatdragende taal moet toelaten om in bepaalde fora aanvaard te worden om bijvoorbeeld bepaalde fasen van de rekrutering van toekomstige terroristen te analyseren’.

Voor Raes is dit één van de ‘updates’ van de wetgeving die het mogelijk maken dat zijn dienst qua slagkracht en middelen relevant kan blijven.

Zowel Jaak Raes, administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat, als Claude Van de Voorde, chef ADIV, toonden zich verheugd over de aanpassing aan de BIM-wet.

Minister Geens zei in zijn toespraak nog bijzonder verheugd te zijn dat de Staatsveiligheid (VSSE) ‘de brug maakt naar de burger’ en donderdag haar website heeft voorgesteld. De VSSE werkt binnen een strikt juridisch kader om de belangen van het land en zijn burgers te beschermen. ‘Op de website kunnen de mensen informatie vinden hoe de dienst werkt.’

De minister stond ook achter de cultuuromslag tussen de veiligheidsdiensten. ‘Elke dienst heeft zijn eigen finaliteit en legt zijn eigen accenten, maar samenwerking staat centraal’, aldus Geens.

Het kan merkwaardig klinken, maar hoewel de Staatsveiligheid zo oud is als de Belgische staat en de militaire inlichtingendienst in 1915 werd opgericht met een ‘zeer vertrouwelijke circulaire’ bestond er tot 1998 geen wetgeving die de werking van beide inlichtingen- en veiligheidsdiensten reguleerde. Zowel Raes als Van de Voorde benadrukten dat die wet een goede zaak was voor hun dienst, omdat er sindsdien duidelijkheid bestond over hun precieze taak en de regels waar de medewerkers zich aan dienen te houden. Jaak Raes wees er ook op dat de WIV de basis legde voor de samenwerking tussen beide diensten.

Voor minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid Jan Jambon is de WIV vandaag nog steeds relevant. ‘Bij de wetsaanpassingen die in de afgelopen jaren doorgevoerd werden, werd hier niet fundamenteel aan gewijzigd. Wel werden in het kader van de strijd tegen terrorisme, inmenging of spionage de methodes verder verfijnd en uitgebreid’, zei hij tijdens de academische zitting.

Voor minister van Defensie Sander Loones is waakzaamheid nodig ‘want zij die het niet goed voor hebben met onze bevolking, blijven ook niet stilzitten’. Hij verwees naar de plannen om ‘met mijn collega Geens aan de regering ontwerpen voor te leggen, die onze diensten toelaten om de financiering van het terrorisme beter aan te pakken en om efficiënter te kunnen infiltreren in salafistische, jihadistische cybermilieus. We zullen onder meer ook toegang verlenen tot de camerabeelden van de politie. We gaan dus de wet op de inlichtingendiensten jong en actueel houden’.

Partner Content