AfricaMuseum zet met twee nieuwe kunstwerken een nieuwe stap naar dekolonisatie

Met twee nieuwe kunstwerken heeft het AfricaMuseum opnieuw een stap gezet naar de dekolonisatie, na kritiek van bezoekers, diaspora en een VN-rapport over de renovatie.

Met twee nieuwe kunstwerken heeft het AfricaMuseum opnieuw een stap gezet naar de dekolonisatie, na kritiek van bezoekers, diaspora en een VN-rapport over de renovatie. Het gaat om een nieuwe sculptuur van de Congolese kunstenaar Aimé Mpane, en het project RE/STORE, waarvoor Mpane samenwerkte met de Belgische kunstenaar Jean Pierre Müller. Beide werken bevinden zich sinds kort in de grote rotonde, de vroegere toegang tot het museum. “Zo krijgt de rotonde weer haar centrale plek in het museum, op een hedendaagse manier”, zegt directeur publiekswerking Bruno Verbergt.

Bij de heropening van het museum, eind 2018, was in de grote rotonde al een monumentale sculptuur van Mpane te zien. Die sculptuur in opengewerkt hout, “Nouveau souffle ou le Congo bourgeonnant”, stelde een hoofd van een Afrikaan voor, symbool voor de waardigheid van de Afrikaan en de beloftevolle toekomst.

Sinds kort staat tegenover dat hoofd een nieuw werk van Mpane, “Schedel van Lusinga”. Dat stelt, ook in opengewerkt hout, de schedel voor van chef Lusinga. In 1884 hield een Belgische officier een raid op Lusinga’s dorp, en tijdens die raid werd het hoofd van de chef afgehakt en nadien naar België meegenomen. De schedel bevond zich tot 1964 in het museum.

Door de plaatsing van de twee beelden komt de ster van Congo-Vrijstaat, in het midden van de rotonde, nog beter uit. De twee sculpturen geven ook de spanning weer waartussen het museum de komende jaren zijn weg zal moeten zoeken – langs de ene kant het beladen verleden, langs de andere kant de beloftevolle toekomst. Voor Verbergt is het een nieuwe stap in de verdere dekolonisatie. “Dat is een proces. Misschien komen we over twee jaar weer met iets nieuws.”

Het nieuwe werk komt er dus na de kritiek van bezoekers en de publieke opinie, in het bijzonder van mensen van Afrikaanse origine, op het vernieuwde museum. De stappen in de richting van de dekolonisatie zijn te klein en te beperkt, vinden de critici. Ook een werkgroep van de Verenigde Naties vond dat er nog werk aan de winkel is.

De beelden in de nissen in de grote rotonde waren een andere struikelsteen: op enkele uitzonderingen na zijn ze koloniaal, stereotyperend en racistisch. Ook het museum zelf wilde daarvoor, al voor de heropening, een oplossing. Maar omdat de beelden voor Onroerend Erfgoed integraal deel uitmaakten van het beschermde gebouw, was weghalen geen mogelijkheid. Mpane kwam daarom met het idee om, samen met Müller, een gaas voor de beelden te hangen, onder de naam RE/STORE. De naam is een verwijzing naar wat de kunstenaars doen – restaureren, en niet gewoon repareren. Daarnaast omvat het ook een verwijzing naar een van de functies van een museum – ‘storage’, of opslaan, en een ‘store’ is ook een soort gordijn.

Op de 16 gazen voor de beelden zijn nu afbeeldingen te zien die een tegengewicht vormt voor wat het beeld toont. Voor een beeld dat voorstelt hoe België Congo veiligheid bracht, hangt nu een doek waarop een Belgische para te zien is. “De uitbreiding stelt veel in vraag, en dat is wat hedendaagse kunst moet doen”, reageert AfricaMuseum-directeur Guido Gryseels.

“Door die gazen krijgen de beelden een andere lezing”, zegt Mpane. “De beelden worden niet verborgen, maar ze zetten de toeschouwer aan tot nadenken.”

Wat Mpane betreft is de dekolonisatie van alvast de grote rotonde van het museum hiermee zo goed als afgerond. Vanuit de Afrikaanse diaspora kwam de voorbije maanden vaak de kritiek dat het museum niet echt wilde luisteren naar hun opmerkingen. Die ervaring heeft Mpane niet. “Met alles wat ik voorstelde, is het museum akkoord gegaan”, zegt de Congolees. “Van begin tot eind heb ik mijn ding kunnen doen, zonder tegenwerking of blokkades.”

Partner Content