‘Achteraf gezien was het een vergissing om de levensduur van Doel 1 en 2 te verlengen’

'Er hoeft niet veel mis te gaan voor een black-out.' © Hollandse Hoogte / Corné Sparid

De precaire stroomvoorziening is een hoogontwikkeld industrieland onwaardig, vindt Geert Deconinck van onderzoeksplatform EnergyVille.

23 september 2018

Het Planbureau waarschuwt voor stroomonderbrekingen in de komende winter, als naar verwachting zes van de zeven Belgische kernreactoren uitvallen.

Moeten we echt bang zijn voor black-outs?

Geert Deconinck: Als er een langere periode met somber weer en weinig wind aanbreekt, wordt het link. Maak de optelsom: op een normale winterdag piekt het verbruik ’s avonds op 13 à 14 gigawatt. Stuurbare centrales op gas, biomassa of waterkracht leveren er daarvan 7 tot 8, wind en zon kunnen tot 6 gigawatt leveren, maar die zijn weersafhankelijk. Als dan je nucleaire capaciteit van 6 naar 1 gigawatt daalt, zoals in november even het geval was, dan hoeft er niet veel te gebeuren voor een black-out.

Is het afschakelplan daarop berekend?

Deconinck: Nee, dat is een misverstand. Het afschakelplan is een ultieme noodgreep bij een geplande stroomonderbreking. Maar een echte black-out laat zich niet voorspellen. Een incident, een grote centrale die stilvalt of een serieus probleem met een hoogspanningsleiding kan volstaan.

Het is goed dat minister Marghem megawattjes sprokkelt. Het is dure stroom, maar een black-out is nog duurder.

Minister van Energie Marie-Christine Marghem (MR) haalde alles uit de kast om productiecapaciteit te vinden: zelfs stokoude vliegtuigmotoren kunnen als noodaggregaat dienen. Ruikt dat niet naar paniek?

Deconinck: Het is goed dat Marghem megawattjes sprokkelt. Het is dure stroom, maar een black-out zal ons nog veel meer kosten. Toch is dit een beschamende vertoning voor een land als België. Het had nooit zo ver mogen komen. Vier jaar geleden was er ook al paniek. Toen werden er dure eden gezworen dat zo’n situatie nooit meer mocht voorvallen. Maar kijk, vier jaar later is er weinig veranderd.

Vorige maand lagen zes van de zeven kernreactoren tegelijkertijd stil, soms als gevolg van een gepland onderhoud, meestal echter door technische problemen. Wijst dat niet op gebrekkig onderhoud? Of op ons hopeloos verouderde kernpark?

Deconinck: Niet per se. Dit is vooral het gevolg van onze steeds striktere veiligheidscultuur. Roestvorming aan de binnenkant van buizen in het nucleaire gedeelte van de centrale werd vroeger niet opgevolgd omdat we er de technologie niet voor hadden. Nu gebeurt het wel en dat leidt er soms toe dat een centrale wordt stilgelegd.

Is dat geen streep door de rekening van wie pleit om onze modernste kerncentrales open te houden?

Deconinck: Technisch gezien blijft een verlenging mogelijk. Alleen vergt dat enorme investeringen, zowel in veiligheid als in betrouwbaarheid. Ik zie geen privépartner staan springen voor een nieuwe kerncentrale. Achteraf bekeken was het ook een vergissing om de levensduur van Doel 1 en 2 te verlengen.

Waarom?

Deconinck: Had men Doel 1 en 2 niet verlengd, dan waren we nu al verplicht geweest om alternatieve capaciteit te installeren. Dat zou beter zijn dan in vier jaar tijd alles te sluiten, zonder overgangsperiode. Misschien is dat het enige positieve van de huidige situatie: we zijn ons noodgedwongen toch aan het voorbereiden. Zelfs met één werkende kernreactor is het licht overal blijven branden. Het kan dus. (lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content