Aanslagen 22 maart: Onderzoekscommissie pleit voor individuele begeleiding, snelle erkenning en steun voor slachtoffers

De onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart pleit voor een snelle erkenning van slachtoffers, onmiddellijke financiële steun en individuele begeleiding. Dat blijkt uit de aanbevelingen rond de slachtoffers die dinsdag zijn voorgesteld.

Hoewel de hulpverlening onmiddellijk na de aanslagen goed verliep, bleek er heel wat te schorten aan de hulp en begeleiding aan de slachtoffers op langere termijn. Slachtoffers getuigden in de onderzoekscommissie dat ze zich in de steek gelaten voelden, tegen hoge kosten aankeken en dat hun administratieve rompslomp haast niet te overzien was. Om te vermijden dat het nog ooit zo loopt, heeft de parlementaire onderzoekscommissie een reeks aanbevelingen uitgewerkt. Over de voorstellen bestaat een consensus over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, dus niets zou de implementatie in de weg mogen staan.

Concreet wil de commissie vooreerst vermijden dat slachtoffers nog geconfronteerd zouden worden met bergen paperassen en hun verhaal telkens weer zouden moeten herhalen bij alle mogelijke diensten. Een uniek loket met één referentiepersoon per slachtoffer moet daar een mouw aan passen.

Een interfederale taskforce moet tegelijk vermijden dat slachtoffers van het kastje naar de muur gestuurd worden tussen de federale overheid en de deelstaten. De taskforce krijgt ook de vraag om zich te buigen over de vrijstelling van de successierechten.

Momenteel bestaat die vrijstelling wel in Wallonië, maar niet in Vlaanderen en Brussel. De Raad van State waarschuwde immers dat dit mogelijk in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De onderzoekscommissie vindt evenwel dat geargumenteerd kan worden dat terroristen niet rechtstreeks de slachtoffers, maar de Belgische staat als doelwit hadden. “Dit verband bestaat bijvoorbeeld niet bij verkeersslachtoffers”, aldus de commissieleden.

Minstens zo belangrijk is dat slachtoffers voortaan nog slechts één keer fysieke en psychologische onderzoeken zouden moeten ondergaan om uit te maken of ze recht hebben op bepaalde tegemoetkomingen. In combinatie met die eenmalige expertise – uitgevoerd door onafhankelijke en onpartijdige deskundigen – moet een slachtofferkaart ervoor zorgen dat slachtoffers zich overal eenvoudig kenbaar kunnen maken.

De commissie wil voorts dat slachtoffers meteen financieel geholpen worden. De staat zou daarbij onmiddellijk de schade vergoeden en dat geld vervolgens terugvorderen bij de verzekeringsmaatschappijen. Dat zogenaamde subrogatieprincipe is al voorzien in een wet uit 2007, maar is nog niet operationeel. Slachtoffers zonder individuele rechtsbijstandsverzekering zouden ook via de staat een advocaat moeten kunnen krijgen. De bedragen die de Commissie voor Financiële Hulp uitkeert, had de regering eerder al verdubbeld.

Door de goedkeuring van de aanbevelingen door de onderzoekscommissie komt nu ook een echt statuut voor terreurslachtoffers in zicht. Het wetsontwerp van de regering daarover stond tijdelijk ‘on hold’ in de Kamer. De tekst voorziet onder meer in een vergoedingspensioen, terugbetaling van medische en psychologische kosten en recht op gratis openbaar vervoer, naar analogie met het statuut van oorlogsslachtoffers.

Buitenlandse slachtoffers die niet in België verblijven, vallen buiten dit statuut, aangezien ze niet bijdragen aan ons systeem van sociale zekerheid. Zij zullen echter evenwaardige financiële steun genieten van de Commissie voor Financiële Hulp, verzekerde commissievoorzitter Patrick Dewael.

Tot slot beveelt de onderzoekscommissie aan dat de cel Slachtoffers binnen het gerecht bestendigd zou worden voor alle aanslagen of rampen waarbij veel slachtoffers vallen. Deze cel zou haar slachtofferlijst – na individuele instemming – ook vertrouwelijk moeten kunnen overmaken aan de overheid én de erkende slachtofferverenigingen, opdat zij slachtoffers kunnen contacteren en informeren. En erkende verenigingen zouden financiële ondersteuning moeten krijgen, klinkt het nog.

V-Europe, één van de slachtofferverenigingen – is alvast blij met het werk van de commissie. Voorzitter Philippe Vansteenkiste bedankte de parlementsleden en noemde de aanbevelingen “steunpilaren die de slachtoffers kunnen helpen, ook in de toekomst”. “Dit is echt een eerste stap vooruit, zelfs al moeten heel wat details nog geregeld worden. We hebben de indruk dat men zich echt bewust is van onze situatie.”

Partner Content