Aandeel Belgen dat risico loopt op armoede daalt licht

Het aandeel Belgen dat risico loopt op armoede of sociale uitsluiting daalt de laatste jaren licht maar gestaag. Ook in 2020 nam het af, al blijft België met een aandeel van 18,9 procent behoren tot de Europese middenmoot. Dat blijkt uit gegevens die het statistiekbureau Statbel dinsdag publiceerde.

Uit Europese cijfers (EU-SILC) op basis van de inkomens uit 2019 blijkt dat 14,1 procent van de Belgen in 2020 risico liep op monetaire armoede, omdat ze tot een huishouden met een laag inkomen behoorden. Daarnaast leefde 11,9 procent in een huishouden met hoge werkloosheid en kon 3,9 procent niet in een aantal basisbehoeften voorzien (ernstige materiële deprivatie). Zowat 1,5 procent viel onder alle drie de risicogroepen. Mensen in minstens een van de bovenstaande situaties worden beschouwd als risicogroep voor armoede of sociale uitsluiting.

Voor heel België ging het in 2020 om 18,9 procent. Dat aandeel blijft dus hoog – België behoort tot de Europese middenmoot – maar daalt de laatste jaren na pieken in 2012 (21,6 procent) en 2014 (21,2 procent) licht maar gestaag. In 2019 zakte het aandeel met 19,5 procent voor het eerst sinds de start van EU-SILC in 2003 onder een vijfde. De drie voorgaande jaren ging het om respectievelijk 20 procent, 20,6 procent en 20,9 procent.

Tussen de gewesten zijn er wel grote verschillen. Zo ligt het risico op armoede of sociale uitsluiting veruit het hoogst in Brussel met 33,3 procent in 2020 (37,8 procent in 2019), gevolgd door Wallonië met 24,6 procent (evenveel als in 2019) en Vlaanderen met 13 procent (13,2 in 2019). Op provinciaal niveau ligt het risico op armoede of sociale uitsluiting het laagst in Vlaams-Brabant (10,5 procent in 2020) en het hoogst in Henegouwen (29 procent).

Partner Content