3 op de 10 hoogopgeleiden wil andere baan

Een slechte sfeer op de werkvloer is de belangrijkste reden om op te stappen. Dat blijkt uit een enquête van Roularta Media Group en Antwerp Management School.

Bij het najagen van carrières komen onvermijdelijk verwachtingen mee. De een wil een bedrijfswagen of een aantrekkelijk loon, terwijl de andere liever meer van thuis uit werkt of in de eigen regio aan de slag gaat. Mediagroep Roularta deed een rondvraag naar de loopbaanverwachtingen van 2.312 werknemers, waarvan 80% hoogopgeleiden. Er namen 1.191 mannen en 1.012 vrouwen aan deel.

Slechte sfeerDrie op tien werknemers denkt eraan om het komende jaar hun huidige baan op te geven. De belangrijkste reden daarvoor is een slechte sfeer op de werkvloer. Een job moet ook uitdagend en interessant zijn. Een derde reden voor het mogelijke vertrek is een gebrek aan visie bij het management.

Vooral jongeren zijn meer geneigd om van job te veranderen. Dat blijkt ook uit hun sollicitatiegedrag van de laatste twee jaar: 41 procent van de werknemers onder 34 jaar solliciteerde al bij een andere werkgever, terwijl bij 55-plussers dat percentage slechts 12 bedraagt.

iPad van weinig belangDe peiling legde nog meer resultaten bloot. Zo worden hospitalisatieverzekeringen en maaltijdcheques als de belangrijkste extralegale voordelen aanschouwd. Op technologisch vernuft zit het grootste deel van de werknemers niet te wachten: van wie een iPad kreeg, vond slechts 10 procent dat écht belangrijk.

Mannen werken vaker thuisOok gaan werknemers met een hogere functie vaker van thuis uit aan de slag. Wanneer we kijken naar het verschillen tussen mannen en vrouwen, hebben mannen het overwicht: 63 procent werkt thuis tegenover 47 procent van de vrouwen.

‘Mannelijke’ sectoren betalen meer

Een laatste nieuwsfeit is dat sectoren waarin veel mannen aan de slag zijn, zoals ICT, engineering en financiën hogere lonen betalen dan ‘vrouwelijke’ sectoren, zoals de zorgsector. 7 op 10 mannen gaven in de peiling aan meer dan 2.000 euro netto te verdienen. Bij vrouwen was dat 4 op 10. (SDG)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content