Walter Pauli

2014 was een uitstekend jaar voor de politiek

Zelden wist de kiezer zo goed (of hij kón het tenminste weten) voor welk beleid hij zou kiezen, en wat de consequenties van zijn stem zouden zijn.

In een opmerkelijk dubbelinterview met Etienne Vermeersch, poneert aartsbisschop André-Joseph Léonard in Knack een merkwaardige stelling: ‘Als ik zou geloven dat dit de wereld is die God heeft gewild, dan zou ik nog liever atheïst zijn. Mijn geloof in een scheppende God blijft enkel overeind omdat ik redenen heb om te geloven dat deze wereld niet het laatste woord is, en zelfs niet het eerste, van de schepping.’ Waarop Vermeersch nog een tandje bijsteekt: ‘Als ik God was, ik zou het beter gedaan hebben.’

Het klinkt wat bizar dat een kerkelijk hoogwaardigheidsbekleder de onvolmaaktheid van de schepping als uitgangspunt neemt voor zijn wereldbeeld, en daarin bijgetreden wordt door zijn atheïstische gesprekspartner. Het is het reveil van ‘de maakbaarheid’ van de wereld, van het land en van de mens. En misschien zelfs van de noodzaak daartoe. Opvallend is dat een soortgelijk inzicht opnieuw het uitgangspunt is geworden van veel politici en maatschappelijk verantwoordelijken.

2014 was een uitstekend jaar voor de politiek: zelden wist de kiezer zo goed voor welk beleid hij zou kiezen, en wat de consequenties zouden zijn

Kan het eigenlijk anders? Geen enkele mondiale uitdaging kan het hoofd worden geboden zonder internationale afspraken, of het nu de zorg is voor het klimaat of de strijd tegen armoede. Internationale akkoorden dringen vervolgens door tot elk echelon van de samenleving. Wat is de strijd tegen kinderarbeid waard, als de confectienijverheid en de detailhandel zich niet houden aan hun afspraken over ‘eerlijke kleding’? De strijd tegen de opwarming van de aarde wordt al enige tijd uitgevochten tot op het niveau van de bouw van de privéwoning. Wie een huis ontwerpt of het inricht, onderwerpt zich aan een gedetailleerde regelgeving over de juiste isolatie of het verplichte gebruik van spaarlampen. Over verlichting gesproken: de federale overheid plooide zich het voorbije jaar dubbel om niet alleen de lokale besturen maar ook de individuele gezinnen ervan te overtuigen dat het beruchte ‘afschakelplan’ alleen te vermijden valt als iedereen bewuster en zuiniger omspringt met energie.

België was in 2014 bovenal een ‘maakbaar’ of op z’n minst ‘bewerkelijk’ land.

Zo was ook België in 2014 bovenal een ‘maakbaar’ of op z’n minst ‘bewerkelijk’ land. De verenigde oppositiepartijen noemen de ‘Zweedse coalities’ die regeren over België en Vlaanderen graag ‘neoliberaal’, maar het is niet hetzelfde neoliberalisme dat de Chicago School ooit predikte en dat Reagan en Thatcher in de jaren tachtig in de praktijk brachten. De Vlaamse en de federale regeringen zijn weliswaar van plan te bezuinigen en dus een aantal diensten af te bouwen, maar je kunt moeilijk zeggen dat de regering-Michel en de regering-Bourgeois het als hun eerste taak zien om zo weinig mogelijk te doen.

Of een regering vandaag links, centrum of rechts is, bestuurders hebben geen andere optie meer dan op grote schaal actief in te grijpen. Dat geldt dus ook voor de meeste ‘Zweedse’ beleidsdaden waartegen de linkse oppositie stormloopt. Als federaal staatssecretaris Theo Francken snellere procedures wil voor asielzoekers, en meer uitgeprocedeerden het land uit wil, dan moeten de bevoegde diensten harder (maar anders) hun best doen dan nu. Als Liesbeth Homans eist dat de Huizen van het Nederlands voortaan de kennis van dat Nederlands van alle sociale huurders testen, op straffe van dwangsommen tot 5000 euro voor wie niet wil meedoen, dan is dat een zeer interventionistische politiek. Ook een gespierd rechts beleid valt niet meer te rijmen met the minimal state.

Uitgerekend in het jaar dat de socialisten naar de oppositie werden verbannen, nam dit land nadrukkelijk afscheid van het u003cemu003elaissez-faireu003c/emu003e, en dit volk van het u003cemu003eje m’en foutisme.u003c/emu003e

2014 was een uitstekend jaar voor de politiek. De verkiezingen van 24 mei waren al hoogtijdagen. Zelden wist de kiezer zo goed (of hij kón het tenminste weten) voor welk beleid hij zou kiezen, en wat de consequenties van zijn stem zouden zijn. Die nieuwe bewustwording bleef zich ook na de verkiezingen doorzetten. Men weet waarom men staakt of betoogt, maar evengoed waarom men werkt of onderneemt.

Zonder het zelf te beseffen, delen velen het inzicht van de aartsbisschop: het is niet goed om Gods water zomaar over Gods akker te laten lopen. Uitgerekend in het jaar dat de socialisten naar de oppositie werden verbannen, nam dit land nadrukkelijk afscheid van het laissez-faire, en dit volk van het je m’en foutisme. De toekomst zag er ooit somberder uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content