1917: hoe Rusland in één jaar verandert van eeuwenoud tsarenrijk in een communistische dictatuur

Op Bloedige Zondag (9 januari 1905) laat de tsaar bij het Winterpaleis op de betogers schieten. De protestbeweging wordt met geweld onderdrukt.
Anne Peeters
Anne Peeters Freelancejournalist

Hoe verklaar je dat het gigantisch uitgestrekte, eeuwenoude Rusland tussen februari en oktober 1917 zo’n enorme omwenteling kon ondergaan? ‘Dat heeft meer te maken met ondergewaardeerde soldaten en kaduke spoorwegen dan met ‘de Russische ziel’ als vonk voor de revolutie’, zegt slavist en historicus Wim Coudenys.

Hoe ver ga je terug om de wortels van Russische Revolutie te zoeken? In Europa wordt nogal eens verwezen naar ‘de Russische volksziel’, de échte Russen die in opstand komen tegen de verwesterde, vereuropeeste aristocratie en die hun land opeisen. De Britse historicus Orlando Figes gaat daarvoor in ‘Natasja’s Dans’ terug tot 1812, wanneer Napoleon Rusland binnenvalt en pas verdreven wordt wanneer de Moskovieten in opstand komen en zelfs hun eigen stad in brand steken. De verfranste aristocratie ontdekt op dat moment de ‘ware Russische ziel’ in de boeren en de soldaten die álles voor Rusland hebben gegeven. Een clash tussen het gewone volk, de échte Russen, en de elite die vereuropeest is, zou de echte kiem van de revolutie zijn.

WIM COUDENYS: “Heel die theorie is een mythe, een historische constructie die achteraf is bedacht en gecreëerd. Er zijn natuurlijk wel elementen aanwezig, zeker: sinds de 18de eeuw is er inderdaad een grote kloof tussen de elite die zich heel erg op Europa richt en het gewone volk dat in de duisternis blijft leven, zoals het al eeuwen doet. Op zich is die kloof niet nieuw. De elite in Rusland leeft voordien ook niet tussen het gewone volk en voelt zich beter dan het gepeupel. Het idee van een clash tussen Europa en Rusland – zoals het door Figes wordt uitgelegd – wordt teruggebracht tot 1812. Tijdens de oorlog tegen Napoleon en de Fransen zou de verwesterde, arrogante elite plotseling in contact gekomen zijn met de patriottische, sympathieke Russische soldaat. Op dat moment zou de elite tot inkeer gekomen zijn. Ze zou beseft hebben dat ze verkeerd zat en dat ze Russisch moest worden, net zoals het gewone volk. Dat is regelrechte fictie, het verhaal dat men er achteraf van gemaakt heeft. Het boek Oorlog en Vrede van Tolstoj speelt daarin een belangrijke rol en het is pas een halve eeuw na de feiten van 1812 geschreven. Dit is het boek dat de mythe gecreeerd heeft. Historici – en politici – hebben de gewoonte om een bepaalde situatie in het verleden vanuit het heden te beoordelen. Het is die mythe – dat verwesterde, arrogante establishment dat het échte Rusland ontdekt zou hebben – die zou verklaren waarom Rusland tegenover het westen zou komen te staan, vanuit de patriottische gevoelens. Dat is pure nonsens.”

VADERTJE STAAT

Hoe kan je de gebeurtenissen van 1917 en de maatschappelijke omwenteling dan wel verklaren?

COUDENYS: “Er zijn elementen die veel wezenlijker zijn in het Russische denken en die je ook vandaag de dag boven ziet komen. Als je met Russen praat, merk je dat ze ‘de staat’ heel belangrijk vinden. In het Russisch bestaan er begrippen als ‘gosoedarstvennost’ of ‘gefocust zijn op het belang van de staat’. Een ‘gosoedarstvennik’ is niet zomaar een staatsman, maar iemand die zich identificeert met de belangen van de staat. Die ‘obsessie’ met de staat is al heel vroeg in de Russische geschiedenis merkbaar, al in de middeleeuwen bij de grootvorsten van Moskou, Vasili III, Ivan IV (de Verschrikkelijke)… Toen al groeit het idee dat Rusland alleen kan bestaan met een sterke staat – en daarbij hoort een sterke leider.

Catharina De Grote schrijft in 1767 al een richtlijn uit voor een Russische grondwet: Rusland moet Europees zijn, moet autocratisch zijn en moet de kwestie van de lijfeigenschap regelen. Als je die drie thema’s toepast op de verhouding tussen de elite en het volk, zie je waar de kiemen van de revolutie zitten

Dat concept is systematisch gecultiveerd in het Russische denken. Kijk naar Catharina De Grote, die in 1767 een soort richtlijn geeft om een grondwet op te stellen. Haar eerste axioma: ‘Rusland ís een Europees land.’ Degenen die daarin twijfelen, krijgen problemen. Haar tweede stelling: ‘Rusland kan alleen maar autocratisch zijn.’ Europees én autocratisch? Dat zijn natuurlijk begrippen die vandaag de dag haaks op elkaar staan – en zelfs toen al een beetje. Het derde element in haar verklaring heeft te maken met de lijfeigenschap, die ingevoerd wordt in Rusland rond 1600. Landarbeiders worden verplicht om te blijven wonen op de grond waarop ze werkten. Waarom? De belangrijkste inkomsten van Rusland komen uit die landbouw. Die uitzonderingsmaatregel uit 1600 breidt zich uit tot heel centraal Rusland, maar niet in de rand en ook niet in Siberië. Die lijfeigenschap garandeert het inkomen van de adel. Daar zit je dus met een probleem: hoe verantwoord je dat de gewone Russen moeten werken om rijkdom te genereren voor de adel? Hoe ga je die tegenstrijdige belangen met elkaar verzoenen? Catharina De Grote heeft er alvast zelf geen antwoord voor. Op termijn moet die lijfeigenschap volgens haar verdwijnen, niet het minst omdat het als belastingsysteem weinig efficiënt is. Gedurende heel de 19de eeuw wordt over de emancipatie van de boeren gediscussieerd; de afschaffing van de lijfeigenschap komt er uiteindelijk in 1861. In dat opzicht is het ook niet vreemd dat Oorlog en Vrede net na de afschaffing van de lijfeigenschap verschijnt. Voor alle duidelijkheid: lijfeigenschap is niet hetzelfde als slavernij. De slaaf is een ‘bezit’, lijfeigenschap is een vorm van verplichte tewerkstelling. Bij de afschaffing ervan krijgt de adel daar compensaties voor. Eigenlijk komt het erop neer dat de boeren hun eigen vrijheid moeten afkopen.”

DE ECHTE KIEMEN VAN DE REVOLUTIE

Wat hebben de drie elementen uit die richtlijn van Catharina De Grote te maken met de Russische Revolutie?

COUDENYS: “Als je het Europees zijn, het autocratisch zijn en de kwestie van de emancipatie toepast op de verhouding tussen de elite en het volk, zie je waar de kiemen van de revolutie zitten. Je zou die drie thema’s ook economisch kunnen vertalen. Het zijn drie thema’s die voortdurend met elkaar vechten in de loop van de Russische geschiedenis. Wat gebeurt er na de Napoleontische oorlogen, als in 1825 tsaar Nicolaas I in beeld komt? Deze vorst komt aan de macht na een poging tot een staatsgreep van mensen die een andere staatsindeling willen in Rusland: officieel democratisch, in de praktijk een dictatuur van een kleine elite. Nicolaas I gaat daardoor reactionair regeren, hij gaat overal in Europa revoluties neerslaan. Hij lanceert in 1833 een soort slogan: ‘samoderzjavië, pravoslavië, narodnost’: ‘autocratie, orthodoxie, volksverbondenheid’. Net omdat Rusland zich zo autocratisch gaat profileren, wordt het gedachtegoed van die ene figuur die aan het hoofd staat en die de belichaming van Groot-Rusland wordt, zo belangrijk. Als alles geprojecteerd wordt op één persoon – een groot leider in een groot land – dan is de schuldige snel gevonden als het misloopt. Dat beseft de entourage van de tsaar ook, daarom wordt gezocht naar externe zondebokken. Wie is buitenlands, wie is niet orthodox, wie is Joods… Het is een verklaring voor de pogroms en de vervolgingen die aan de revolutie voorafgaan.”

NIEUWE HERVORMINGEN, REACTIONAIRE REACTIES

Tsaar Alexander II wordt in de geschiedenisboeken voorgesteld als een verlichte vorst, die het slachtoffer wordt van zijn eigen hervormingen. Hervormingen die broodnodig zijn om Rusland weer te laten bijbenen met Europa en de rest van de wereld. Hoe valt dat te rijmen met het feit dat hij toch wordt vermoord?

COUDENYS: “Alexander II schaft niet alleen de lijfeigenschap af, maar geeft ook meer vrijheid aan het hoger onderwijs, voert een modern juridisch systeem in, hervormt het leger, schaft de preventieve censuur af, zorgt voor een opleiding van de clerus die veel invloed heeft op het platteland… Het bestaande systeem raakt uit balans, er ontstaan conflicten. De hervormingen gaan voor de enen niet ver genoeg en voor anderen veel te ver; ze gaan in tegen het belang in van x,y of z, worden tegengewerkt, doelbewust of zelfs uit onwetendheid…

Als je een vorm van vrijheid van meningsuiting toelaat, gaan mensen kritiek leveren. Dat is iets waarmee de Russen altijd moeite hebben gehad. En als dingen dreigen te ontsporen, grijpt het Russische regime gemakkelijk naar repressie of legt het de schuld bij anderen. Alexander III en Nicolaas II zien in de moord op hun vader en grootvader het bewijs dat de Russen niet met vrijheid overweg kunnen en regeren heel reactionair. Economisch trekken ze echter de Europese kaart: zonder buitenlandse investeringen is Rusland immers gedoemd om eeuwig achterop te hinken. Het is de kwadratuur van de cirkel.”

DE ‘UITVINDING’ VAN DE RUSSISCHE ZIEL

De tragiek van tsaar Nicolaas II is dus dat hij wel westers is, maar niet westers genoeg qua democratisch denken en het invoeren van instellingen voor volksinspraak?

COUDENYS: “Rusland kan zich niet definiëren zonder Europa of later, na de Tweede Wereldoorlog, het Westen. Het is een spel van aantrekken en afstoten. Rusland wil autocratisch zijn, maar gebruikt wel de middelen en de kernideeën die komen uit de Europese romantiek. Het wil internationaal een vinger in de pap hebben, maar wil zichzelf zo veel mogelijk afschermen van vreemde invloeden. Het koketteert daarbij graag met de mythe van de ‘Russische ziel’.

Wat mij opvalt in deze mythe is dat ze eigenlijk ontstaan is in Frankrijk. Op het einde van de 19de eeuw wordt daar heftig gebakkeleid tussen (atheïstische) republikeinen en (monarchistische) katholieken. Het bannen van God en (kerkelijk) gebod uit het maatschappelijke leven zit de katholieken erg hoog. Kop van Jut is het naturalisme in de Franse letteren, dat slechts de rauwe werkelijkheid weergeeft. Rond 1885 ontdekken een aantal katholieke Franse critici de Russische literatuur als een die wél geestelijke diepgang heeft, die God, medeleven en deemoed wél een plaats weet te geven. Russische schrijvers als Tolstoj en Dostojevski worden als alternatief voor de Franse literaire decadentie naar voren geschoven. Het idee dat Rusland een soort vat vol geestelijke waarden zou zijn, wordt vanaf die tijd gepropageerd. En omdat Frankrijk het centrum van Europa is, raakt de ‘Russische ziel’ over heel Europa verspreid. Het is de periode waarin de ’typisch’ Russische muziek, de ballets russes, de schilderkunst naar hier komen.

“Zo ontstaat aan het begin van de 20ste eeuw een soort ‘Russische mode’, die doelbewust werd gecreëerd. In Rusland zelf dwepen Alexander III en Nicolaas II op datzelfde ogenblik met de neo-Russische stijl, waarbij de idealen uit een ver Russisch middeleeuws verleden worden bovengehaald. Zoiets hadden wij hier ook met de neogotiek. De Russen zelf hebben vervolgens het westerse concept van de ‘de Russische ziel’ overgenomen en koesteren die tot op vandaag.”

OP DE CADANS VAN DE VERLOREN OORLOGEN

Als je naar de Russische geschiedenis kijkt, dan valt op dat die hervormingen er vaak komen net na een verloren veldslag of een oorlogsnederlaag. Oorlog en hervormingen lijken een cyclische dans uit te voeren.

COUDENYS: “Heel veel ideeën van modernisering, van ‘hoe kan Rusland het beter doen’, ontstaan inderdaad na militaire nederlagen, zoals de Krimoorlog (1853-1855), toen Rusland de duimen moest leggen tegen Turken, Fransen en Britten, of na de desastreuze Russisch-Japanse oorlog (1904-1905). Rusland is economisch noch militair erg performant. Rusland gooit telkens een massaleger in de strijd, maar moet elke keer opnieuw de duimen leggen tegen een technisch beter onderlegde tegenstander. Keer op keer wordt het bewijs geleverd dat Rusland een reus op lemen voeten is. Hervormingen zijn noodzakelijk, al was het maar om de dynastie en dus Rusland te laten overleven. Maar het is telkens too little too late. Aan de axioma’s van ‘Europees’ en ‘autocratisch’ wordt niet geraakt, maar de spanningen die de hervormingen met zich meebrengen, moeten ergens opgevangen worden. Kind van de rekening is de bevolking, die niet de inspraak of emancipatie krijgt waarop ze recht meent te hebben. Het regime doet alsof het ‘Europees’ is en dus modern en geëmancipeerd. De praktijk ervan – versnelde economische liberalisering en industrialisering in een van oudsher traditionele, agrarische economie – leidt tot sociale spanningen: als je op het platteland blijft, blijf je arm. Kom je naar de stad, dan is de kans groot dat je een stedelijke pauper wordt. Mensen die via studies of ondernemerschap erin slagen om zich op te werken, botsen op de rigide kaders van de (door Catherina de Grote geïntroduceerde) standenmaatschappij, iets wat in het Westen verdween met de Franse Revolutie.

In maart 1917 wordt de tsaar tot troonsafstand gedwongen. Rusland is niet langer een keizerrijk, maar een land dat in volle oorlogstijd op zoek moet naar zichzelf. Een verkeerde voorstelling van wat democratie is, politiek opportunisme en platte demagogie maken revolutionair Rusland rijp voor de bolsjewistische machtsgreep van oktober 1917

Het systeem is zo star dat de maatschappij nauwelijks in staat om is zich aan te passen aan de veranderende wereld. Nicolaas II is daarvan de exponent: hij is zo overtuigd van zijn goddelijke en autocratische roeping, dat hij zijn ogen dicht knijpt voor de realiteit en graag de praatjes van zijn (aartsconservatieve) entourage voor waarheid aanziet.

De opeenvolgende nederlagen tijdens de Russisch-Japanse oorlog brengen de mensen op straat. Op 9 januari 1905 laat de tsaar op de betogers schieten. De dag zal de geschiedenis ingaan als Bloedige Zondag. Uiteindelijk wordt de druk op de tsaar zo groot – als alleenheerser is hij natuurlijk ook alleen verantwoordelijk voor de gebeurtenissen – dat hij moet toegeven. Rusland krijgt een parlement dat uit de (al bestaande, adviserende) Staatsraad en een verkozen eerste kamer, de Doema, bestaat. Er wordt een grondwet ingevoerd die de wetgevende bevoegdheid van de Doema erkent, maar de tsaar heeft wel een vetorecht. Hij houdt dus steeds een slag om de arm. De eerste en tweede Doema zijn erg radicaal en worden snel naar huis gestuurd, de volgende Doema’s zullen eieren voor hun geld kiezen en proberen voorzichtiger te werken om dingen te veranderen.”

HET KEERPUNT VAN 1905

Bloedige Zondag van 1905 had net zo goed het begin van de Russische Revolutie kunnen zijn?

COUDENYS: “Je zou 1905 eigenlijk kunnen beschouwen als een generale repetitie voor de revolutie van 1917. Het lijkt erop dat Rusland in 1905 een moderne staat geworden is, met een grondwet en met een volksvertegenwoordiging, maar de greep van de autocraat en zijn entourage op de politiek blijft erg groot. Er worden wel hervormingen doorgevoerd, zoals landonteigeningen om de boeren een stuk land te bezorgen, in de veronderstelling dat ze als kleine zelfstandige zouden kunnen bijdragen aan de economische reconversie van Rusland. Dit maakt ook een eind aan de onrechtvaardige afbetaalregeling voor de boeren. De man die daarvoor in alle geschiedenisboeken geprezen wordt, is minister Pjotr Stolypin. Wat men er echter niet bij vertelt, is dat hij ook verantwoordelijk is voor de keiharde repressie na de opstand van 1905. Het is een periode van complotten en terreuraanslagen, waarin de geheime dienst achteraf zelf vaak een hand blijkt te hebben. Het terrorismeverhaal wordt zelfs gebruikt om West-Europese politiediensten hand-en-spandiensten te laten verlenen in de Russische war on terror. Daarbij worden in het Westen zaken geduld die vanuit democratisch standpunt hoegenaamd niet door de beugel kunnen. De bekroning van de ‘normalisatie’ zijn de feestelijkheden die in 1913 worden georganiseerd naar aanleiding van de 300ste verjaardag van de Romanovdynastie.”

WO I: DE ONDERGANG VAN DE TSAAR

Toch had het allemaal heel anders kunnen lopen als de Eerste Wereldoorlog niet was uitgebroken. Zijn het uiteindelijk de oorlogsinspanningen die Nicolaas II de kop kosten en die etoe leiden dat de ontevredenheid van de massa uitmondt in de revolutie?

COUDENYS: “De jaren voor 1914 worden gekenmerkt door de creatie van bondgenootschappen en oplopende internationale spanningen. Er is een bewapeningswedloop aan de gang, veel would-be grootmachten benijden de almacht van de (arrogante) Britten. Er zijn de crises in de Balkan, een regio die Rusland als zijn eigen achtertuin beschouwt. Er zijn de gespannen relaties met Turkije over de doorgang van de Bosporus… Tijdens de julicrisis van 1914 geloven de diplomaten dat ook deze keer de oorlog zal worden afgewend; niemand doet dus toegevingen… en de oorlog breekt uit. Niemand gelooft dat de oorlog lang zal aanslepen. Pas in 1915, naar aanleiding van de munitiecrisis (de productie kon de kanonnen niet volgen), begint de ware omvang van de Grote Oorlog te dagen.

Tsaar Nicolaas II wordt gearresteerd en staat na zijn troonsafstand in maart 1917 onder huisarrest in Tsarskoye Selo.
Tsaar Nicolaas II wordt gearresteerd en staat na zijn troonsafstand in maart 1917 onder huisarrest in Tsarskoye Selo.

Wat de geallieerden in West-Europa niet (willen) beseffen, is hoe groot, hoe log, hoe langzaam en hoe weinig technologisch ontwikkeld Rusland is. Deze oorlog wordt hoogtechnologisch gevoerd en Rusland kan er eigenlijk alleen kanonnenvlees tegenover stellen. Op papier hebben de Russen van alle legers weliswaar de meeste kanonnen en vliegtuigen, maar door de uitgestrektheid van het land en de eindeloos lange frontlijnen kampen ze met een gigantisch logistiek probleem. De ene ramp volgt op de andere. Het Westen is blind voor de problemen en komt niet te hulp. In Rusland wordt de oorlog een uitputtingsslag waar men geen antwoorden of verantwoording meer voor heeft.

In de zomer van 1915 neemt de tsaar het opperbevel van het leger over, net omdat het zo slecht gaat. De legertop en de politiek wéten dat dit geen goed idee is: de tsaar is geen genie en treedt zeer eigengereid op, militair en politiek. Zowel de legertop als de politici moeten telkens opnieuw de ogen en de billen dichtknijpen en springen bij de beslissingen van hun vorst. Heel het economische systeem dat al niet zo sterk was in Rusland, verzwakt. Er bestaat behoorlijk wat goodwill van de Russische bevolking om de oorlogsinspanningen te steunen, maar die verwacht in ruil respect. En dat krijgt ze niet.

Dan barst de bom, begin 1917: de spoorwegcapaciteit is onvoldoende, er moet voorrang gegeven worden aan militaire transporten. Dat wil zeggen dat het voedsel aan de grenzen blijft staan, met broodtekorten en een gigantische voedselcrisis als gevolg. Mensen komen op straat, de politie schiet. Het systeem is echter zo verrot en de omstandigheden zo dramatisch, dat het in enkele weken compleet in elkaar stuikt. In maart 1917 wordt Nicolaas tot troonsafstand gedwongen. Eensklaps is Rusland niet langer een keizerrijk, maar een land dat in volle oorlogstijd op zoek moet naar zichzelf. Een verkeerde voorstelling van wat democratie is, in combinatie met politiek opportunisme en platte demagogie – met veel plezier opgestookt door de vijand – maakt revolutionair Rusland rijp voor de bolsjewistische machtsgreep van oktober 1917.”

Eerder verscheen dit artikel in Knack Historia – 1917: De Russische Revolutie. Deze bijzondere uitgave is vanaf 16 februari te koop in de krantenwinkel of hier.

Partner Content