Peter Mertens (PVDA)

‘165 euro pensioen per maand afnemen? Niet alleen onrechtvaardig, maar ook onwettig’

Peter Mertens (PVDA) Kamerlid PVDA

‘Deze regering weet donders goed dat haar maatregel om werkloze vijftigplussers of bruggepensioneerden tot 165 euro pensioen af te pakken, niet alleen onrechtvaardig maar ook onwettelijk is.’ Dat schrijven Peter Mertens en Kim De Witte. ‘Precies daarom zaait ze verwarring, zet ze stapjes terug, of doet ze dat alvast uitschijnen. Een ding is zeker: als de regering haar plannen doordrukt dan aarzelen wij geen seconde om naar het Grondwettelijk Hof te stappen.’

Wat een poppenkast. Een poppenkast over pensioenen. Regeringsleden struikelen over elkaars voeten. De ene zegt dit. De andere dat. En allemaal strooien ze zand in de ogen. Zaaien ze verwarring. Om toch maar niet de asociale maatregel die ze middenin de zomer samen beslisten, naar buiten te moeten brengen. Want ja, nauwelijks een maand geleden besliste de regering in haar Zomerakkoord om een deel van het pensioen af te nemen van vijftigplussers die ontslagen worden of met brugpensioen gaan. Toen deed daar niemand flauw over. Vincent Van Quickenborne, de pensioenspecialist van de open liberalen, kwam het verdedigen op het TV-journaal, begin augustus. Borst vooruit. Wij durven zo’n maatregelen nemen. Jammer voor de vijftigplussers die ontslagen worden of op brugpensioen gaan.

Maar, naarmate de zomer voorbij kabbelde, nam ook de onvrede toe. De vakbonden protesteerden, de studiedienst van de PVDA deed meteen uit de doeken wat dit voor brugpensioeners zou betekenen, en steeds meer mensen stuurden een protestmail naar de regering. Die regering krabbelde terug. Stapje per stapje. Verwarring per verwarring. Zelfs Gwendolyn Rutten, de tot in de puntjes voorgestoomde politica, begon plotsklaps te pokeren.

‘Dit is geen beslissing van de regering’ zei de voorzitster van Open VLD in De Zevende Dag. Hoezo niet? Het werd nog geen maand geleden beslist. Teksten en ontwerpteksten werden over en weer getweet. Onduidelijk wat nu ontwerp en wat finale versie was. “Weten die ministers nog wat ze beslissen of niet?”, klonk het in de Dorpsstraat. En in de Wetstraat vroegen de ministers zich hetzelfde af.

Huidig minister van Pensioenen, Daniel Bacquelaine van de liberale MR, had bijna twee dagen nodig om klaarheid te brengen in de zaak. Dat dacht hij toch. ‘Mijn verduidelijkingen over de hervorming van de pensioenrechten’, zo tweette hij maandagavond. In bijlage zat een technische fiche, opgesteld door zijn kabinet. Maar ook die uitleg volstond niet voor die andere liberalen, die van Vlaanderen. ‘Feit blijft dat er over 50+ niets beslist is. Onze visie: aan de pensioenrechten van vijftigplussers die werkloos worden, zal niet geraakt worden’, aldus de officiële Twitter-account van Open VLD. Niets aan de hand dus, zo bleef de regeringspartij van Gwendolyn Rutten volhouden.

Maar dan kwam, laat op de avond een tweede reactie van de minister van Pensioenen: ‘Lager pensioen voor werkloze 50-plusser werd al in een wettekst gegoten. Die teksten zijn ondertussen vertrokken naar de Raad van State. Daar lag Gwendolyn Rutten pardoes languit in het stof. Er is wel degelijk wat aan de hand. En geen klein beetje. Rutten heeft honderdduizenden mensen blaasjes wijsgemaakt. En dat is niet netjes. Zeker niet voor iemand die zélf geen seconde moet vrezen voor haar eigen pensioen. Want heel wat mensen in ons land moeten dat wel doen. Vrezen voor hun pensioen. Dat het te laag is. Dat er altijd nog een stukje maand zal overblijven. Daags nadien werd alles opnieuw flou gemaakt. “Een en ander zal herbesproken moeten worden”, aldus Bacquelaine in het laatavondjournaal op dinsdag. De regering krabbelt terug. Of wil dat althans doen uitschijnen. Man, man, man.

Lager pensioen voor vijftigplussers

Back to basics. Het wettelijk pensioen wordt opgebouwd op basis van het loon. Voor werkzoekenden wordt rekening gehouden met het laatste loon. Dat is een algemene regel in de sociale zekerheid: sociale bijdragen worden betaald op basis van het loon. Bij werkloosheid, ziekte, zwangerschap, brugpensioen … bouw je dus ook rechten op, op basis van jouw laatste loon en niet op basis van een minimumbedrag. Maar precies dat principe kwam onder vuur te staan door de vorige regering, die van premier Elio Di Rupo. Die bouwde het pensioen voor werkzoekenden af. De ploeg van Di Rupo, met Van Quickenborne als minister van Pensioenen, besliste toen om de rechten niet meer op te bouwen op basis van het laatste loon. Maar wel op basis van een minimumbedrag. En dat ligt dus meestal een pak lager. Die maatregel was al niet erg properkes, zeker niet van de sociaaldemocraten en christendemocraten die toch geacht zouden moeten worden de basisprincipes van de sociale zekerheid te respecteren. Toch werd een uitzondering voorzien en beloofd. Een uitzondering voor vijftigplussers en bruggepensioneerden. Daar zou men niet aan raken.

Het is deze uitzondering die de regering Michel schrapt in het Zomerakkoord. “Voor wie langer dan één jaar werkloos is wordt niet meer naar het laatste loon gekeken als basis voor de berekening van de pensioenopbouw, maar naar een minimumbedrag van net geen 24.000 euro per jaar’, zo schreef De Standaard deze week op de voorpagina. ‘Volgens de PVDA, die er in augustus als op wees, kan dat zelfs tot 165 euro minder pensioen leiden voor vijftigplussers.’

Albert zal per maand 165 euro minder pensioen trekken

Inderdaad, de PVDA wees daar meteen op. Meteen na het zomerakkoord. Toen Gwendolyn Rutten nog niet in haar ontkenningsfase was beland. Op 4 augustus 2017 publiceerde Het Belang van Limburg een lang dubbelinterview met Kim De Witte en Vincent Van Quickenborne. Om duidelijk te maken welke vernietigende impact de regeringsmaatregel heeft, gaf Kim De Witte tekst en uitleg in de krant aan de hand van een concreet voorbeeld.

‘Albert is op 1 februari 2017 met brugpensioen is gegaan. Hij is 58 jaar en begon te werken op zijn 18de. Hij verdiende 45.000 euro per jaar. Zonder de wijziging van de regering Michel zou Albert 600 euro per jaar aan wettelijk pensioen opbouwen. Met de wijziging van het zomerakkoord zal Albert slechts 318 euro per jaar opbouwen. Een verschil van 282 euro per jaar of 23,5 euro per maand. Aangezien Albert pas op 66 jaar met wettelijk pensioen kan gaan, zal hij in totaal 165 euro per maand minder pensioen trekken, tot aan het einde zijner dagen.’ Zo stond meer dan een maand geleden al in de krant. Men wist het. En ook de regering wist het. Nogal wiedes. Ze hadden het juist beslist.

Verhalen van onmacht, van frustratie, van ongeloof. En woede. Veel woede

De reacties op het nieuws waren hevig en talrijk. Simon uit Turnhout, 55 jaar oud, schreef ons: ‘Ik werk al van mijn 19de in een fabriek en heb nu last van mijn rug. Ik heb de directeur al eens gevraagd of ik in de toekomst aangepast werk zou kunnen krijgen. Hij antwoordde dat er geen aangepast werk is in de fabriek. En dat ik dan maar naar een andere job moet uitkijken.’ Caroline uit Beringen mailt: ‘Er is totaal geen aangepast werk voor ouderen. Ik zie dat genoeg bij mijn echtgenoot, die nu 59 is en in het transport werkt. Als hij vraagt naar eens wat meer rust, krijgt hij als antwoord: “Als het niet gaat, zoek u dan iets anders.”‘

Verhalen van onmacht. Verhalen van frustratie. Verhalen van ongeloof. En woede. Veel woede. Hoe kan de ene zekerheid na de andere verdwijnen? Hoe kunnen fundamentele pijlers van de sociale zekerheid verdwijnen? Hoe duidelijker het werd dat een grote groep mensen nog eens op hun pensioen zouden moeten inleveren, hoe groter de kwaadheid. Mails werden gestuurd. Massa’s mails. Ook naar de ministers. Die dan begonnen improviseren. Pokeren. Zand strooien. Blaasjes wijsmaken. Dat hebben we de afgelopen dagen gezien.

De pot verwijt de ketel: iedereen ziet zwart en wast witter dan wit

En ondertussen krijg je ook een heus pot-verwijt-ketel-verhaal. Iedereen ziet zwart en wast witter dan wit. Het lijkt wel op de Turteltaks-saga. De waarheid is: België heeft deze eeuw al acht regeringen gekend en allemaal hebben ze de loopbaan van de oudere werknemers verlengd. Allemaal. Het begon met de Open Brief in 2004 van de ministers Johan Vande Lanotte en Frank Vandenbroucke, die de aanzet gaf voor het Generatiepact. Het Generatiepact besliste om de leeftijd voor brugpensioen op te trekken tot 58 jaar.

Vergis je niet: het Generatiepact was allesbehalve ‘een pact’. Overal klonk de voor de hand liggende vraag: 600.000 werklozen, waarom dan langer werken? Op het toenmalige SP.A-congres in Hasselt keerden driehonderd afgevaardigden van de socialistische vakbond hun rug naar de socialistische ministers. De oppositiebeweging mondde uit in twee nationale stakingsdagen en in ‘de betoging van de 100.000’ in de laatste week van oktober 2005. De regering Verhofstadt duwde het Generatiepact toch door, net voor kerst 2005. Ondanks de honderdduizend betogers en het massale verzet waren er slechts 4 parlementsleden (van Ecolo) die tegen het pact stemden. De rest stemde voor of onthield zich. Dezelfde parlementsleden hadden voor zichzelf wel een regeling gestemd waarbij ze na twintig jaar dienst op 52 met pensioen konden gaan, een pensioen van 4.000 euro netto per maand nog wel. Maar toen zat de PVDA nog niet in het parlement om dat soort zotternijen hard aan te klagen.

Bam, bom, geveld. Het brugpensioen knock-out met drie rake klappen

Na Verhofstadt volgde nog een lange reeks regeringen. Met achtereenvolgens Yves Leterme, Herman Van Rompuy, nog eens Leterme, Elio Di Rupo en Charles Michel aan het hoofd. En allemaal deden ze hetzelfde. Allemaal trokken ze de pensioenleeftijd stelselmatig op. Zo komt het dat je vanaf 1 januari 2018 ten vroegste nog vanaf 60 jaar met brugpensioen kunt gaan, en dat geldt dan nog alleen voor lange loopbanen en zware beroepen. Voor het algemene stelsel van het brugpensioen is de grens 62 jaar. Dat is hoger dan de vervroegde pensioenleeftijd van enkele jaren geleden.

De pensioenleeftijd verhogen, dat was de eerste klap. Bam. Meteen volgde ook een nieuwe vuistslag: je moet als bruggepensioneerde bovendien ook aangepast beschikbaar blijven op de arbeidsmarkt. Op pensioen, maar ook weer niet helemaal. Beschikbaar, dat moet je zijn. Bom. En dan volgde de uppercut: het sociaal statuut. Voortaan zou het brugpensioen niet meer vol meetellen voor je wettelijk pensioen, maar enkel à rato van een minimumloon.

En daar lag dan. Het brugpensioen. Uitgeteld op de grond. Met drie harde klappen, door acht verschillende regeringen en al even veel partijen. Drie vuistslagen: leeftijd, beschikbaarheid en sociaal statuut. Voor deze regering zou het brugpensioen niet meer mogen bestaan. Uitvegen. Wissen. Nee, het is geen toeval dat de regering het woord zelfs in het woordenboek heeft geschrapt en is gaan vervangen door “Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag” of SWT.

Standstill-verplichting: je mag de sociale bescherming niet aanzienlijk verminderen

De beslissing van de federale regering om mensen die meer dan 40 jaar gewerkt hebben en op latere leeftijd ontslagen worden, tot 165 euro minder pensioen in de maand te geven, is niet alleen onrechtvaardig, maar ook onwettelijk. België verbond zich tot de progressieve verwezenlijking en geleidelijke verhoging van de sociale rechten. Zij deed dat onder meer in het Europees Sociaal Handvest, geratificeerd in 2004.

Dit Handvest voorziet dat de Europese lidstaten hun bestaande sociale bescherming niet aanzienlijk mogen verminderen. In vakjargon ook wel de ‘standstill-verplichting’ genoemd. Het is een akkoord tussen de Europese lidstaten om een spiraal van sociale afbraak tegen te gaan.

En die sociale afbraak is aanzienlijk als het over onze pensioenen gaat. De beslissing van het zomerakkoord komt bovenop de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar, bovenop de verstrenging van het vervroegd pensioen, bovenop de afschaffing van de pensioenbonus, bovenop de stopzetting van de landingsbanen en bovenop de beëindiging van gelijkstellingen voor tijdskrediet en loopbaanonderbreking.

Wij zullen geen seconde aarzelen om naar het Grondwettelijk Hof te stappen

Niet alleen het grondrecht op sociale zekerheid, ook het grondrecht op eigendom is hier in het gedrang. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens beschouwt pensioen als een vorm van (sociale) eigendom. Men kan deze rechten niet zomaar afpakken. Verschillende landen, waaronder België, zijn al op die basis veroordeeld.

Indien de regering Michel volhardt in de boosheid en deze absurde maatregel werkelijk omzet in wetgeving, dan zal de PVDA geen seconde aarzelen om beroep aan te tekenen bij het Grondwettelijk Hof. Dat hebben we nogal eens gedaan. Met de Turteltaks. En iedereen weet hoe dat is afgelopen.

Partner Content