Wouter Beke (CD&V)

’11 juli: geen sterker Vlaanderen zonder een sterker Europa’

Wouter Beke (CD&V) Kamerlid voor CD&V

CD&V-voorzitter Wouter Beke pleit op de Vlaamse feestdag voor meer Europese Unie. ‘En daar knelt het schoentje. Lidstaten plooien zich juist meer terug op hun nationale grenzen.’

Op 11 juli herdenken we de Guldensporenslag van 1302. 200 jaar geleden leed Napoleon in Waterloo zijn definitieve nederlaag. We herdenken 100 jaar ‘Groote Oorlog’ en in mei nog de 70ste verjaardag van V-Day, het einde van WO II.

Waarom is ons grondgebied zo vaak het strijdtoneel geweest van oorlogen en veldslagen? Omdat Vlaanderen centraal ligt in Europa, op een kruispunt tussen Noord en Zuid, tussen een Franse en Germaanse cultuur, tussen het Europese vasteland en het Verenigd Koninkrijk.

11 juli: geen sterker Vlaanderen, zonder een sterker Europa

Dankzij Europa hebben we de voorbije 70 jaar vrede en veiligheid gekend in plaats van nieuwe oorlogen en veldslagen. Op deze basis werd Vlaanderen uitgebouwd tot één van de rijkste regio’s van de wereld. We hebben met Antwerpen de tweede haven van Europa, waar 7 van de 10 belangrijkste petrochemische bedrijven in de wereld actief zijn. Vlaanderen zorgt voor 82,4% van de Belgische export. We kunnen rekenen op goed opgeleide mensen. Bijna 10% van de werkende bevolking werkt in kennisintensieve sectoren en 45 % van de actieve bevolking werkt in creatieve sectoren – twee cijfers die flink boven het Europese gemiddelde zitten.

Het is goed dat we Vlaanderen verder versterken met de nieuwe bevoegdheden van de 6de staatshervorming. Het is goed dat we het onderwijs verder moderniseren, om jongeren nog meer kansen te geven. Het is goed dat we een eigen Vlaamse sociale zekerheid uitbouwen.

Alleen is maar alleen

Maar geen sterker Vlaanderen, zonder een sterker Europa. “Geen land is groot genoeg om de problemen alleen aan te pakken, geen land is te klein om niet deel te zijn van een oplossing” zo zei Barack Obama. Dat geldt ook voor Vlaanderen. Alleen kunnen we de grote werelduitdagingen niet aan. Maar we kunnen wel deel zijn van de oplossing.

Daarom pleit ik vandaag, op 11 juli, voor meer Europese Unie, voor een sterker Europa.

Ik trap een open deur in wanneer ik zeg dat de Europese Unie vandaag met een aantal bedreigingen te kampen heeft. Zowel interne als externe bewegingen doen het hele Europese integratiemodel van de laatste 60 jaar op zijn grondvesten daveren. Ze roepen vragen op over onze toekomst.

Extern is er het conflict in Oekraïne en de spanning in de relaties met Rusland. De IS-dreiging reikt over onze grenzen. Er is de vluchtelingenstroom, die aangewakkerd wordt door wat gebeurt in Syrië en Irak.

Maar de externe dreigingen zijn voor de EU ook een kans. Geen enkel land kan zich hiertegen individueel wapenen. De recente groeiende samenwerking , onder andere op het vlak van het buitenlands beleid, defensie, asiel en migratie, is dan ook een goede stap. Weliswaar een voorzichtige stap, maar zo verloopt de Europese vooruitgang sinds het begin.

Brexit en Grexit

Wat de voorbije weken alle aandacht kreeg, is de dreiging die zich afspeelt binnen de Europese Unie. De meest opvallende voorbeelden zijn de Brexit en de Grexit. Beide beheersen het nieuws. Beide zijn ook maar het topje van de ijsberg van wat velen zien als symptomen van het democratisch deficit van Europa. Wat zich vertaalt in de opkomst van kritische en anti-Europese stemmen, denken we maar aan Alternative für Deutschland in Duitsland, het Front National in Frankrijk , Podemos in Spanje, Wilders in Nederland.

Lidstaten moeten toelaten dat Europa meer mag doen

Hoe je het ook draait of keert: een democratie moet tastbaar zijn en zichtbaar zijn. In dat laatste zit juist de paradox van Europa. Europa moet resultaten kunnen bieden op de uitdagingen die zich stellen op vlak van economische, ecologische en sociale vooruitgang. Maar om dat te bereiken moeten de lidstaten ook toelaten dat Europa meer mag doen. En daar knelt het schoentje. Lidstaten plooien zich juist meer terug op hun nationale grenzen. Nochtans zouden meer en betere resultaten op Europees niveau leiden tot een win-win die ook de lidstaten ten goede komt.

Werkloosheid

Meer resultaten van Europa verwachten we bij het aanpakken van de werkloosheid, met in het bijzonder de jongerenwerkloosheid. De Commissie Juncker heeft terecht jobcreatie uitgeroepen als haar topprioriteit. De werkloosheidscijfers nemen langzaam af, maar we kunnen niet aanvaarden dat in de EU nog meer dan 23 miljoen mensen zonder werk zitten. Marianne Thyssen maakte alvast versneld 1 miljard euro vrij in 2015 voor het aanpakken van jeugdwerkloosheid. Want we mogen niet toelaten dat er een verloren generatie ontstaat die geen band meer heeft met de Europese gedachte omdat zij zich niet aangesproken voelt. Maar ook bij het uitwerken van een sociale dimensie van de Unie ligt er nog werk. Zo zijn er nog grote verschillen tussen de lidstaten inzake lonen en de sociale bescherming van de burgers. Maar ook in Europa zien we dat de sociale partners elkaar na lange tijd opnieuw vinden. Dat verdient lof. Niet alles moet ook gebeuren via de marktwerking. Afspraken die gemaakt worden via het sociaal overleg zijn minstens even belangrijk.

Na de economische gemeenschap, de politieke unie, de veiligheidszone (Schengen) en de muntunie is het nu tijd dat de sociale unie uitgebouwd wordt.

Ik kijk met vertrouwen naar de toekomst. Want om zelf sterker te worden, heeft Vlaanderen een sterkere EU hard nodig. Dat is niet alleen mijn wens voor 11 juli 2015, dat is ook mijn overtuiging.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content