Patrick Loobuyck

‘Bart De Wever stopt wel erg veel in de zak van de verlichting’

Patrick Loobuyck Hoogleraar politieke filosofie aan de Universiteit Antwerpen en gastprofessor aan de UGent

‘De verlichting is niet ondubbelzinnig. Je kan er verschillende kanten mee op’, schrijft moraalfilosoof Patrick Loobuyck als reactie op het essay ‘Over identiteit‘ van Bart De Wever.

Merkwaardig: Bart De Wever die wel eens hoog oploopt met auteurs die geboekstaafd staan als conservatieve tegenverlichtingsdenkers, trekt in zijn boek Over Identiteit helemaal de kaart van de verlichting. Hij ontving in 2018 nog de Edmund Burke prijs, maar pleit in zijn boek voor niets minder dan een verlichte leidcultuur.

En eind 2018 verdedigt Assita Kanko haar overstap naar N-VA met een verwijzing naar de verlichtingswaarden. Deze zouden in gevaar zijn. Voor de verdediging van vrouwenrechten, de vrijheid van denken en de idee dat wetten boven religieuze dogma’s staan kan je volgens haar blijkbaar best bij N-VA terecht.

De verlichting die vroeger vooral door de progressief liberale kosmopolieten van stal werd gehaald, zit nu in een gans andere hoek. Vanuit diezelfde hoek wordt overigens ook het christendom strategisch ingezet. Denk aan de CSU die kruisbeelden verplicht in de openbare gebouwen in Beieren. Denk aan Theo Francken die loos gaat op Twitter omdat het kruis op de mijter van sinterklaas ontbreekt of omdat er een kerststalletje wordt weggehaald uit het gemeentehuis van Kortijk-Dutsel. De Duitse kerken noemen die Beierse kruisbeeldenverplichting misbruik van symbolen. Ook hier ergeren christenen zich eraan dat rechts de christelijke traditie politiek toeëigent.

Bart De Wever stopt wel erg veel in de zak van de verlichting.

Zonder enig gevoel voor contradictie wordt nu zelfs gesproken over de joods-christelijke verlichtingsidealen. Alles op een hoop om de eigen identiteit tegenover die van anderen af te zetten. Die ander is dan diegene die niet verlicht en niet christelijk is. Het identiteitsdiscours richt zich op die manier vooral tegen de moslims. De vraag is dus of die normen en waarden van de verlichting geen dekmantel zijn voor iets dat minder verlicht is dan men het graag laat uitschijnen.

Het verlicht kompas

De Wever steekt alvast erg veel in de verlichtingszak: waarde van traditie en gemeenschappelijke taal, religie die zich aan democratische consensus moet aanpassen, nationaal burgerschap. Interessant, maar je kunt met de verlichting ook andere kanten op. Richting wereldburgerschap of richting een meer radicale idee van godsdienstvrijheid zoals die in de VS gestalte krijgt. Taal, traditie en nationaliteit zijn overigens veeleer de winkel van Edmund Burke en Johann Gottfried Herder, denkers die eerder onder romantiek en tegenverlichting vallen.

Het was logischer geweest als De Wever had gekozen voor een gedeelde Vlaamse identiteit als leidcultuur – waar verlichtingswaarden, naast andere elementen zoals taal, traditie en gewoontes mee onderdeel van uitmaken. De verlichting als civiele religie en leidcultuur is in zijn geval wat geforceerd.

Hoe dan ook, volgens De Wever moet het kompas van de verlichting ‘ondubbelzinnig’ de richting aangeven voor onze samenleving. De verlichting is echter niet ondubbelzinnig. De verlichting heeft zich verschillend gemanifesteerd in Frankrijk, Duitsland, Schotland of de VS.

Volgens sommigen is de verlichting voornamelijk een wetenschappelijk project (de Encyclopédie van Diderot en d’Alembert), anderen zien het vooral als een politiek project dat mensen bevrijdt van de ketenen van het Ancien Régime. Er is ook het onderscheid van Jonathan Israel tussen radicale en gematigde verlichting. Sommige tendenzen waren erg antiklerikaal zonder religie helemaal over boord te willen gooien (John Locke, Immanuel Kant, Voltaire), andere tendenzen waren expliciet atheïstisch (Diderot en Baron d’Holbach). Er waren feministische denkers als Mary Wollstonecraft, terwijl Kant in 1793 nog schrijft dat vrouwen van nature niet de kwaliteit hebben om te gaan stemmen…

Ik hou wel van de beeldspraak die Jabik Veenbaas in zijn gelijknamig boek gebruikt: de verlichting als kraamkamer – een periode waarin allerlei ideeën worden geboren die tot op vandaag doorwerken. Er zit voor elk wat wils in. Liberalen leggen nadruk op vrijheid, sociaal-democraten op gelijkheid en christendemocraten en nationalisten op broederlijkheid. Ik hoor in dat opzicht ook wel eens dat de welvaartsstaat een product is van de verlichting. John Locke zou zich een hoedje schrikken. Ook historisch klopt het niet: de welvaartsstaat is er gekomen in de 20ste eeuw na veel sociale strijd.

Wat is verlichting?

In zijn beroemde essay Wat is Verlichting? uit 1784 schrijft Kant dat verlichting het uittreden is van de mens uit de onmondigheid. We moeten de moed hebben ons van ons eigen verstand te bedienen. Sapere Aude: durf zelf te denken zonder de leiding van een ander. Bovendien is de religieuze onmondigheid de schadelijkste en meest onterende van allen. Deze kritische en onafhankelijke levenshouding wordt ook aangemoedigd door bijvoorbeeld John Stuart Mill in zijn boekje Over Vrijheid van 1859, door de baseline van de UGent (Durf denken) en door iedereen die zich vandaag in Vlaanderen graag vrijzinnig noemt.

De verlichting kan ook op een andere manier begrepen worden. Niet als levenshouding, maar als basis voor het samenleven.

Maar de verlichting kan ook op een andere manier begrepen worden. Niet als levenshouding, maar als basis voor het samenleven. In de Déclaration des droits de l’homme et du citoyen die in 1789 als preambule voor de nieuw te schrijven grondwet op papier werd gezet, zal je geen aansporing lezen om de verlichte levenshouding van Kant of Mill aan te nemen. Het gaat hier om een tekst die het samenleven normeert op basis van ieders natuurrechten en gelijkwaardigheid. Het gaat over de vrijheid van geweten, de scheiding der machten en de nationale volkssoevereiniteit. Ook in de latere liberale grondwetten en mensenrechtenteksten zal je tevergeefs zoeken naar een antwoord op de vraag hoe je moet leven. Die teksten bevatten enkel de krijtlijnen waarbinnen we zelf aan de slag kunnen en waarbinnen we kunnen samenleven.

Het is belangrijk om het onderscheid tussen de verlichting als uitgangspunt voor het eigen leven en de verlichting als uitgangspunt om democratisch samen te leven helder voor ogen te houden. Neem Aron Berger die in het voorjaar 2018 door CD&V was uitgenodigd om op de lijst te staan voor de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen. Berger is lid van de chassidisch joodse gemeenschap. Voor belangrijke beslissingen vraagt hij raad aan de rabbijn en voor heel wat dagelijkse dingen gelden voorschriften en reinheidsregels die dateren van lang voor Christus. Hij is daarom weigerachtig vrouwen een hand te geven. Als dit in het publieke debat komt, kan het niet op met de verontwaardiging. Wat Aaron Berger zei en deed, zo klonk het toen, gaat manifest in tegen ons samenlevingsmodel dat zich baseert op de normen en waarden van de verlichting…

In een verlichte samenleving, hoeft niet iedereen de verlichting als inspriatiebron voor het eigen leven te nemen.

Maar wacht eens even. Die verlichtingswaarden die aan de basis liggen van ons samenlevingsmodel, die geven mensen toch net maximaal de mogelijkheid om hun leven te organiseren zoals zij dat willen. Berger heeft geen verlichte levensstijl, maar kan wel een plaats krijgen in een verlichte samenleving als hij er de uitgangspunten van deelt. Dit is een lastig punt, maar het is niet anders: in een open en vrije samenleving kan men vreemde vogels spotten.

In een verlichte samenleving, hoeft niet iedereen de verlichting als inspriatiebron voor het eigen leven te nemen. De een laat zich inspireren door een tekst uit de 7de eeuw, de ander door teksten uit de eerste eeuw en nog iemand anders door hedendaagse inzichten. Zolang mensen instemmen met de uitgangspunten en krijtlijnen van het verlichte samenlevingsmodel, is een begin van samenleven mogelijk.

Over die uitgangspunten en krijtlijnen moeten we niet postmodern relativistisch doen. Daar heeft De Wever gelijk in. Hij benadrukt daarom het belang van Maatschappelijke Oriëntatie in het Vlaams inburgeringstraject. De grootste groep nieuwkomers in onze samenleving zijn echter onze eigen (klein)kinderen. Spijtig dat De Wever het op dat punt nalaat om ook in het algemeen iets over het belang van (burgerschaps)onderwijs te zeggen.

Verlichtingsfundamentalisme

De Wever schrijft dat de wereld er beter aan toe zou zijn als iedereen op het kompas van de verlichting vaart. Hij is echter onvoldoende duidelijk over het genoemde onderscheid: gaat het over een kompas voor het eigen leven of voor de samenleving? Moet iedereen verlicht leven of gaan we op basis van de verlichte uitgangspungen van vrijheid en gelijkheid samenleven? Iedereen verplichten om verlicht te leven, gaat in tegen het politieke uitgangspunt van de verlichting. En wie zich aan het politieke uitgangspunt van de verlichting houdt, moet aanvaarden dat niet iedereen de verlichting even inspirerend vindt voor het eigen leven.

Sommigen hebben het moeilijk met dat laatste. Ze schieten in een kramp zodra de islam ter sprake komt. De ramadan, hoofddoeken en de boerkini’s werken als een rode lap op een stier. Zuhal Demir zegt over islamscholen dat meisjes er ‘geïndoctrineerd worden met achterlijke waarden’ en Darya Safai ziet niet dat de hoofddoek hier een andere betekenis kan hebben dan in Iran. In de kiescampagne voor de verkiezingen van 26 mei 2019 heeft Ecolo een verkiezingsfolder moeten terugtrekken. Er was immers erg veel publieke verontwaardiging over de standpunten die er werden verdedigd inzake godsdienstvrijheid: Ecolo kantte zicht tegen een verbod op hoofddoeken aan het loket en op school, tegen een verbod op onverdoofd slachten. Progressieven die het opnemen voor de vrijheid van (religieus) conservatieven: het blijft een heikele oefening…

Wie verlicht progressief is, aanvaardt dat anderen conservatief kunnen zijn en dat het niet aan de staat is om jouw opvattingen bij iedereen erdoor te duwen.

In de aflevering van De Afspraak naar aanleiding van Etienne Vermeersch’ overlijden zei De Wever dat Vermeersch net geen verlichtingsfundamentalist was. Als die term zou verwijzen naar diegenen die menen dat iedereen er hier een seculier, liberale, vooruitstrevende, verlichte levensstijl moet op nahouden, dan blijkt echter dat met name de N-VA zelf enkele van die ‘verlichtingsfundamentalisten’ in de achterban heeft. De verlichting als nieuwe staatsgodsdienst. Of in de woorden van de conservatieve advocaat Fernand Keuleneer: de islamitische sharia wordt vervangen door de progressief-liberale sharia. Darya Safai, Assita Kanko en Zuhal Demir hebben in dat opzicht niets met het conservatisme in zijn historisch-filosofische betekenis. Ze zijn progressief en dreigen wel eens te vervallen in een vorm van hyperliberalisme dat zichzelf in de staart bijt. Want als de overheid de verlichte waarden van autonomie en zelfbeschikking dicteert, wat blijft er dan nog over van de liberale, verlichte uitgangspunten zoals vrijheid van geweten, vrijheid van vereniging en de scheiding tussen kerk en staat? Wie verlicht progressief is, aanvaardt dat anderen conservatief kunnen zijn en dat het niet aan de staat is om jouw opvattingen bij iedereen erdoor te duwen.

Quid moslims?

Hoe gaat een verlichte samenleving om met mensen die vroom zijn, hun leven laten leiden door religie en zelfbeschikking niet (steeds) als de ultieme toetssteen hanteren? Daar geeft het boek van Bart De Wever niet zoveel antwoord op. Als hij het over de islam heeft, gaat het steeds over de radicale politieke islam. Dit valt gemakkelijk weg te zetten. Maar wat met de vele moslims die zich niet tot de politieke islam bekennen. Kunnen moslims er hier echt bij horen? Wat is hun plaats in die verlichte leidcultuur? Mogen mensen met migratieachtergrond verwachten dat de Vlaamse identiteit ruimte maakt voor wat zij binnenbrengen? In hoeverre is de Vlaamse samenleving bereid zich zo in te richten zodat ook minderheden en (kinderen van) nieuwkomers zich met de samenleving kunnen gaan identificeren? Op welke manier moeten religies een leerproces door om zich met ons samenlevingsmodel compatibel te maken? En hoe kunnen we dat leerproces stimuleren?

Met zijn boek wilde Bart De Wever duidelijk maken dat er meer dan ooit een Chinese muur staat tussen N-VA en Vlaams Belang. Dries Van Langenhove is op Twitter alvast duidelijk: ‘Zelfs wanneer het in alle schoolboeken zo staat geschreven, en alle politici, academici en mediamensen het van de daken schreeuwen, zal de islam nog niet Vlaams zijn’.

Het is nu aan De Wever en zijn volgelingen om het tegendeel te beweren zodat we samen verder kunnen bouwen aan een inclusieve Vlaamse maatschappelijke context en identiteit. Alle Vlamingen, Brusselaars, Belgen die de verlichting als uitgangspunt voor het samenleven een warm hart toe dragen, moeten zich hier thuis kunnen voelen – ook al is de ene wat meer verlicht dan de andere…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content