Autocoureur Stoffel Vandoorne schakelt terug: ‘Ik heb het winnen gemist’

Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Stoffel Vandoorne lijkt zijn tegenvallende passage in de formule 1 te boven gekomen. De West-Vlaming snijdt met Mercedes een nieuw hoofdstuk aan in de formule E: een elektrisch kampioenschap met futuristische bolides die klinken als een tandartsboor.

Nee, dat avontuur in de formule 1 is anders gelopen dan hij had gehoopt. Stoffel Vandoorne had met indrukwekkende adelbrieven zijn intrede gemaakt in de koninginnenklasse van de autosport. In de jeugdreeksen was de Kortrijkzaan onoverwinnelijk. Mc Laren sluisde hem binnen in zijn Young Driver Programme: een uitgekiend pad om jonge talenten zonder rijke ouders te lanceren in de F1. Lewis Hamilton, kersvers zesvoudig wereldkampioen, is via dat programma naar de top geklommen, bij Vandoorne is het niet gelukt. Net toen hij zijn debuut maakte, klapte Mc- Laren in elkaar. Het Britse topteam, een van de rijkste en meest bekroonde ter wereld, ging aan het krabbelen als nooit tevoren. In 2017 eindigde het zowaar als voorlaatste in het constructeurskampioenschap. Het was een blamage, en Vandoorne deelde in de klappen: eind 2018 kreeg hij geen nieuw contract.

De FE zie ik als futurisme: een kampioenschap dat mensen laat dromen van de mobiliteit van de toekomst.

De West-Vlaming stapte over naar de formule E, het wereldkampioenschap voor elektrisch aangedreven raceauto’s. Vorig seizoen reed hij voor het bescheiden HWA Racelab, dit seizoen liggen de verwachtingen hoger: de nu 27-jarige coureur versierde een zitje bij het team van Mercedes, dat debuteert in de FE. Op donderdag 22 november start het elektrische WK op het stratencircuit van de Saoedische hoofdstad Riyad.

Maakt u eens reclame voor de FE. Waarom moeten we dat kampioenschap volgen?

Stoffel Vandoorne: Omdat het de toekomst is. De autoindustrie heeft de mond vol van elektrisch rijden. De aandacht voor groene mobiliteit is terecht, en zal ook niet meer weggaan. De FE toont bovendien dat elektrische auto’s ook spannend en snel kunnen zijn. Het is een toegankelijk, laagdrempelig kampioenschap. Alles draait om de beleving: de supporters zitten dicht op de actie, of ze nu volgen via het internet of zelf naar de grands prix komen.

We racen door de centra van beroemde wereldsteden zoals Rome, Parijs en New York. De eerste GP van het seizoen – in Riyad – en de laatste – in Londen – worden uitgesmeerd over twee dagen, maar normaal duurt een GP één dag, de kwalificaties inbegrepen. Gebalde actie dus, spectaculair om te volgen op tv.

Dat klopt, maar ik maak wel bezwaar bij het geluid van de motoren. Die klinken als een tandartsboor.

Vandoorne: Smaken verschillen. (lacht) In ieder geval is de FE de hype van het moment. Alle automerken willen erbij zijn: Mercedes, Audi, Nissan, BMW, Jaguar, Porsche…

Hoe is het om met zo’n elektrische bolide te rijden? Is het qua gevoel vergelijkbaar met de F1?

Vandoorne: Níéts valt te vergelijken met de F1. (lacht) F1-auto’s zijn snelheidsbommen. Door hun aerodynamica kleven ze op de grond, ze hebben gigantisch veel grip in de bochten: zo kun je enorme snelheden halen en toch messcherp sturen. Bij de FE draait het niet per se om speed. We racen op stratencircuits, wat betekent: smalle bochten en stuurmansduels die op de millimeter worden uitgevochten. Het gaat zeker vooruit, want we halen snelheden tot 270 kilometer per uur. Maar de enorme G-krachten uit de F1, die de nekspieren martelen, heb je niet.

Een andere troef is dat alles openligt. We staan nu voor het zesde FE-seizoen. Er zijn topteams en renstallen die wat achterstaan, maar de verhoudingen liggen niet vast. Ik kan je vandaag niet zeggen wie favoriet is om wereldkampioen te worden, bijvoorbeeld. Of hoe hoog mijn team mag mikken. Met de expertise en de middelen van Mercedes mag je erop vertrouwen dat we een goede auto zullen hebben, maar spannend is het wel. Het team moet een volledig nieuwe elektrische aandrijflijn ontwikkelen. Onze ingenieurs hebben zoiets nog nooit gedaan, ook al zijn ze wereldtoppers.

De naam Mercedes schept verwachtingen. Van de zilverpijlen worden overwinningen geëist, of zelfs de titel.

Vandoorne: We moeten die verwachtingen temperen. In de F1 is Mercedes net voor de zesde keer op rij wereldkampioen bij de constructeurs geworden, maar ook daar verliepen de eerste seizoenen moeizaam. Of we vanaf race één een auto hebben om kampioen mee te worden, moeten we afwachten. De eerste tests waren positief. Niet probleemloos, maar ik hou er zeker een goed gevoel aan over.

Stoffel Vandoorne: 'Er zijn wel meer coureurs die in de F1 niet kunnen laten zien hoe goed ze zijn.'
Stoffel Vandoorne: ‘Er zijn wel meer coureurs die in de F1 niet kunnen laten zien hoe goed ze zijn.’© BELGAIMAGE

Zeg dat wel: tijdens de vrije trainingsweek eindigde u als eerste in de test-GP. Het was even geleden dat u nog eens een race had gewonnen.

Vandoorne:(knikt) Van 2016, in het Japanse Super Formula-kampioenschap. In de F1 heb ik nooit de kans gehad om een topresultaat neer te zetten. In de FE zou het opnieuw kunnen, hoop ik. Maar mijn zege in die test-GP betekent niet veel. Het was louter een oefening om te checken hoe de auto reageert op raceomstandigheden. Nu, ook dan is winnen leuker dan verliezen. Want ik heb het winnen wel gemist.

Een eigenaardigheid van de FE is de Fan Boost: supporters kunnen via sociale media bepalen welke coureur tijdens de race een korte energieopstoot krijgt, een beetje zoals in de game Mario Kart. Ik vermoed dat de racers niet staan te springen om zo’n populariteitswedstrijd.

Vandoorne: Ach, je krijgt maar een paar seconden extra power: dat bepaalt de wedstrijd niet. Ik zie het als een plezierige manier om de band met de fans aan te halen. Vorig jaar bleek ik bijzonder populair, tot mijn eigen verbazing. Bijna elke race heb ik zo’n Fan Boost gekregen.

De FE houdt demonstraties met zelfrijdende raceauto’s; vroeg of laat zou daar zelfs een kampioenschap van komen. Straks wordt u vervangen door een robot.

Vandoorne: Dat is nog niet voor binnenkort, hoor. (lacht) ’t Is anders wel knappe technologie.

Zullen we u ooit nog in de F1 zien?

Vandoorne: Moeilijk te zeggen. Het is in ieder geval niet iets wat per se moet, of waar ik veel aan denk. Ik voel geen onblusbaar verlangen of zo. Mijn reputatie herstellen door races te winnen in de FE: dat is mijn eerste doel. En dan zien we wel wat er op mijn pad komt. Krijg ik ooit de kans om weer in de F1 te racen? Mooi dan. Ik zal elk voorstel aandachtig bestuderen.

Heeft uw reputatie door die mindere jaren bij McLaren een tik gekregen?

Vandoorne: Zo vergaat het iedere racer die geen goede resultaten behaalt. De kenners wisten dat het materiaal waarover ik beschikte niet competitief was, maar uiteindelijk blijft toch hangen dat je niet hebt gewonnen en weinig bent opgevallen.

Had ik er meer uit kunnen halen? Dat denk ik niet. Er is geen spijt. Ik kan mezelf weinig verwijten, vind ik. En zodra ik weer win, verdwijnen die mindere jaren naar de achtergrond. Dan herinneren de mensen zich weer wat ik vóór mijn overstap naar de F1 heb gepresteerd.

In die tijd racete u van het ene succes naar het andere, daarna is de opmars abrupt stilgevallen. Hebt u het daar moeilijk mee gehad?

Vandoorne: Ja en nee. Je bereidt je daarop voor als je naar de F1 gaat. Er zijn wel meer coureurs die in de lagere reeksen alles winnen maar in de F1 niet kunnen laten zien hoe goed ze zijn.

Kijk naar Nico Hülkenberg. Hij is een geweldige racer, in andere kampioenschappen heeft hij een overdonderende erelijst bijeengereden. Het huidige F1-seizoen is zijn tiende, maar hij heeft nog nooit op het podium gestaan. Zijn materiaal heeft het gewoon nooit toegelaten. Dat is jammer genoeg de realiteit. Als je op het verkeerde moment op de verkeerde plek belandt, kun je er alleen maar het beste van maken.

Autocoureur Stoffel Vandoorne schakelt terug: 'Ik heb het winnen gemist'
© Britta Pedersen/dpa-Zentralbild/

U hebt nu een voet tussen de deur bij Mercedes, hét F1-team van het moment. Is er kans om door te groeien?

Vandoorne: Dat zal er niet van komen. Oké, ze kennen me bij het F1-team van Mercedes. Ik werk voor hen in de simulator en soms geef ik raad op raceweekends. Ik denk dat ik dat goed doe. Ik ben het ook waard om voor hun F1-team te rijden, vind ik. Maar van een overstap is in de verste verte geen sprake.

McLaren doet het nu, uitgerekend in het seizoen na uw vertrek, veel beter. Steekt dat?

Vandoorne: Nee, want ik kijk niet met een slecht gevoel terug op mijn tijd bij McLaren. Zonder hen was een West-Vlaamse jongen zonder rijke ouders nooit in de F1 geraakt. Daar zal ik dankbaar voor blijven. Oké, het is tegengevallen en dat spijt iedereen. Maar ik had de situatie zelf niet in de hand en ik ben er ook niet boos om. Wat zou ik daar ook bij winnen? Ik kijk liever vooruit naar mijn mooie toekomst bij Mercedes.

Misschien is de F1 niet meer van deze tijd? Jean-Éric Vergne, die de voorbije twee seizoenen FE-wereldkampioen werd, noemt het ‘de meest vervuilende sport ter wereld’.

Vandoorne: De F1 moet mee zijn met haar tijd, en dus aandacht hebben voor het milieu. Maar ik zou er niet voor pleiten om ze met de FE te laten samensmelten, zoals her en der wordt geopperd. Er is plaats voor beide racetakken. De F1 moet een kampioenschap blijven waarin je het maximale uit een auto haalt. Het kampioenschap van de sensatie. De FE zie ik als futurisme: een kampioenschap dat mensen laat dromen van de mobiliteit van de toekomst.

Een raceauto is in essentie een rijdend reclamepaneel. Hoe belangrijk is imago in uw vak? Sowieso lijkt u iemand die de controverse liever mijdt.

Vandoorne: Wie rijdt voor een grote constructeur als Mercedes moet een onberispelijk imago hebben. Zowel op als naast de circuits vertegenwoordig ik een merk dat miljoenen auto’s verkoopt: dan kun je je geen misstap veroorloven. Niet dat ik op mijn tong moet bijten of zo. Diplomatisch en beleefd overkomen gaat me goed af.

Bent u vandaag als racer op uw best?

Vandoorne: Absoluut. In de racerij wordt voortdurend op zoek gegaan naar the next big thing: het volgende jonge talent dat de wereld zal verbluffen. Maar ik merk dat ik met de jaren alleen maar completer en sneller word. Ik heb meer inzicht in de techniek, begrijp beter hoe ik het team rond me kan managen. Racen is meer dan alleen aan een stuur draaien, hè.

Racen is ook durven. Kansen op inhaalmanoeuvres zien die een ander niet ziet.

Vandoorne: Een jong talent durft volgens mij niet noodzakelijk méér. Een racer met wat jaren op de teller begrijpt hoever hij zijn auto kan drijven zonder brokken te maken.

Ik ben van nature snel. De eerste keer dat ik een kart instapte, ging ik al hard. Het is een aangeboren rijgevoel. Nieuwe auto’s heb ik doorgaans vlug in de vingers. Laat me twee dagen testen en ik ben op snelheid.

Met welke auto rijdt u in het gewone leven?

Vandoorne: Met een Mercedes C 63. Een snelle bak, maar ik ben een rustige chauffeur. Op de openbare weg voel ik geen enkele drang om hard te rijden. Dat bewaar ik voor het circuit.

Ik merk dat ik met de jaren alleen maar completer en sneller word.

U woont in Monaco. Hoe bevalt het leven tussen de sterren?

Vandoorne: Stel je daar maar niet te veel bij voor. (lacht) Het is stukken minder glamoureus dan buitenstaanders denken. In Monaco gaan de mensen ook gewoon naar de supermarkt, of vloeken ze op elkaar omdat ze geen parkeerplaats vinden. Ik apprecieer vooral de rust, en die heb ik toch wel nodig na een raceweekend. Het weer is altijd goed, en ik fiets veel. Voor mijn conditie en om mijn gedachten te verzetten.

Naar verluidt bent u goed bevriend met wielrenner Mark Cavendish.

Vandoorne: Mark is een grote autosportfan en ik hou van de koers. Ik hoor hem graag uit over zijn vak, en hij mij over het mijne. Ik heb hem leren kennen toen hij McLaren bezocht in de paddock. Het klikte meteen. Af en toe maken we samen een fietstochtje. Ik weet niet of hij die dan als training beschouwt of als ontspanning. (lacht)

Ziet u nog andere uitdagingen in de autosport? De voorbije zomer hebt u de vierentwintiguursraces van Le Mans en Francorchamps gereden.

Vandoorne: Dat was ontzettend leuk, ook omdat de resultaten meevielen: twee keer op het podium, ook al had ik weinig ervaring met die manier van racen. In een vierentwintiguursrace deel je de auto met teamgenoten. Op een plezierige manier zorgt dat voor extra druk: je wilt het goed doen voor je maats. Zo’n wedstrijd is een uitputtingsslag, zowel voor jezelf als voor je auto.

Ik zou het graag opnieuw doen, maar alleen als ik voor de overwinning kan vechten. Die kans heeft zich nog niet aangediend, maar het is nog vroeg. De grote uithoudingsraces staan pas in de zomer van 2020 op de kalender.

Uw oud-teamgenoot Fernando Alonso doet mee aan de Dakar Rally. Zegt dat u ook iets?

Vandoorne: Totaal niet! Ik heb geen bucketlist, maar offroadracen zou er niet op gestaan hebben. Ik heb zelfs nog nooit in een rallyauto gereden. Maar als iemand een proefrit kan regelen: laat gerust iets weten.

Stoffel Vandoorne

– 26 maart 1992 geboren in Kortrijk

– 2013 opgenomen in het Young Driver Programme van formule 1-team McLaren

– 2015 wereldkampioen in de GP2 (vandaag F2)

– 2016 testrijder voor McLaren; rijdt één F1-race als invaller

– 2017-2018 rijdt twee volledige seizoenen als F1-coureur

– 2018 stapt over naar het formule E-team HWA Racelab

– 2019 rijdt voor het FE-team Mercedes-Benz EQ

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content