Succesvolle autosector vindt geen bekwame medewerkers

© Urbain Vandormael
Urbain Vandormael
Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Het 95ste Autosalon van Brussel trekt meer bezoekers dan verwacht, ondanks het gure weer én de files richting Heizelpaleizen. Koning Auto blijft dus geliefd én het gaat goed met onze economie. Want tussen de kijkers bevinden zich verrassend veel kopers. Maar waar veel licht is, is ook veel schaduw. Garagisten vinden geen bekwame medewerkers en ruim de helft van de merkverdelers staat in het rood.

De garagesector in Vlaanderen telt zo’n 3.800 bedrijven met een gemiddelde personeelsbezetting van 9 personen. In totaal stelt de sector zo’n 26.000 hoofdzakelijk mannelijke werknemers tewerk waarvan een ruime meerderheid met een arbeidersstatuut. Door de technologische doorbraken van de voorbije vijf jaar krijgen heel wat jobs echter een andere inhoud die bijkomende kennis vereist inzake elektronica of informatica. De vraag is groot, het aanbod klein.

War for talent

Een auto die zelfstandig rijdt, zonder tussenkomst van een bestuurder en die automatisch de garage verwittigt bij een defect zijn geen fictie meer en worden straks dagelijkse kost. Nog blijft de verkoop van elektrische auto’s ver beneden de verwachtingen, maar iedereen is het erover eens dat elektromobiliteit de aandrijving van de toekomst is. En wie zinnens is een nieuwe wagen te kopen, informeert zich via het internet en configureert de auto van zijn dromen online. De autoverkoper moet zich omscholen tot een financieel en mobiliteitsadviseur.

Luc De Moor
Luc De Moor© Urbain Vandormael

“Door de snelle technologische vooruitgang wordt de autosector geconfronteerd met nieuwe competentiebehoeften, maar het vinden van bekwame medewerkers wordt met de dag moeilijker.” Dat zegt Luc De Moor, algemeen directeur van Educam. Het kennis- en opleidingscentrum van en voor de autosector ondersteunt de vaak kleine ondernemingen in de realisatie van een betere bedrijfsvoering en hoger rendement. Educam biedt een ruime waaier van opleidingen en trainingen die inspeelt op de actualiteit en technologische ontwikkelingen. Het kenniscentrum stelt ook een opleidingsaanbod ter beschikking van de onderwijs- en vormingspartners, op maat van de jongeren en hun lesgevers.

Luc De Moor : “De toenemende verwevenheid tussen mechanica en elektronica, de opkomst van telematica en alternatieve aandrijfsystemen en het gebruik van nieuwe materiaalsoorten in voertuigen maken de opdracht van de garagehouder complexer. Die moet nu ook competent zijn op het vlak van ICT, elektronicatoepassingen en elektriciteit voor elektrische voertuigen. De sector heeft dus nood aan nieuwe technische beroepen en aan een meer eigentijdse invulling van een aantal traditionele functies… van de smeerput achter de computer, bij wijze van spreken. Het vinden van de juiste profielen is zeer moeilijk geworden. Aan de ene kant is er een overschot aan traditioneel geschoolde mekaniekers, aan de andere kant is er een tekort aan specifieke profielen. Ik overdrijf niet wanneer ik stel dat er sinds enkele jaren een ‘war for talent’ woedt.” Daarnaast maken geavanceerde technologieën, waaronder ‘augmented reality’, tablets en smartphone-applicaties, het onderhoud en de reparatie van wagens minder tijdrovend. Maar minder werkuren betekent ook dat er nood is aan minder mekaniekers.”

Consument dwingt garagehouder tot ander businessmodel

Luc De Moor : “We stellen vast dat het garagebedrijf evolueert van een ’transactiegedreven’ economie naar een economie waarin de betekenis van een product of dienst voor de koper het belangrijkste verkoopargument wordt. Daarnaast wordt de consument zelf specialist dankzij het internet, stelt hij online de auto van zijn dromen samen via de car configurator op de site van het merk. Hij is dus niet meer aangewezen op technische uitleg of advies van de verkoper. Het verkoopproces begint niet meer op het moment dat een klant de showroom binnenstapt, maar van zodra die op het internet op zoek gaat naar informatie. De merken en garagebedrijven moeten daarom over een goed uitgewerkte online strategie beschikken, die constant wordt geüpdatet. De vroegere aanbodketen evolueert naar een keten waarin de klant, zijn vraag en zijn behoefte centraal staan. Zo heeft de mobiliteitswens van de klant implicaties op de overweging of die al dan niet een voertuig wil bezitten of gewoon gebruiken. Weet dat voor heel wat jongeren het bezit van een auto geen prioritaire betrachting meer is. Een en ander brengt een verschuiving met zich mee op het vlak van de eigendom.”

Succesvolle autosector vindt geen bekwame medewerkers
© Urbain Vandormael

Service wordt belangrijker dan verkoop

Luc De Moor : “In deze context blijft de dienst na verkoop niet langer beperkt tot het onderhoud van de wagen. Ik zou zeggen… garagehouder, ken uw klant! Hij moet informatie verzamelen over de klant om hem proactief te kunnen benaderen. De servicebeurten en herstellingen moeten actief worden opgevolgd. Om het mobiliteitsverhaal compleet te maken, moet het garagebedrijf naast auto’s ook andere vormen van mobiliteit aanbieden – denk aan scooters, elektrische fietsen. Service wordt belangrijker dan verkoop! Nieuwe auto’s worden verkocht met een aanvullende service tot en met een ‘all inclusie’-pakket dat verzekering, onderhoud, herstelling en zelfs brandstof omvat. Cru gezegd: de autoverdeler verdient meer aan het gebruik dan aan de verkoop van de auto – naar analogie van de telefoonmarkt. De verkoop is een middel geworden om structureel omzet te genereren.”

De kleine garagist moet zich specialiseren of poort sluiten

De garagist 2017 is niet te benijden. De merken breiden hun modellenaanbod in snel tempo uit om in zoveel mogelijke marktniches vertegenwoordigd te zijn. Dat verplicht de merkverdelers ertoe om hun personeel bijkomende scholing te laten volgen, extra en dure apparatuur aan te kopen én om hun showroom uit te breiden én aan te passen aan de standaards van het merk. Die veranderen bij sommige merken om de haverklap. Telkens een nieuwe marketingdirecteur aantreedt op de hoofdzetel, wil die zijn eigen stempel drukken op het verschijningsbeeld van het merk en worden de dealers verplicht te volgen. Dat betekent nieuwe vloerbekleding, nieuw meubilair en nieuwe accessoires. Voor de dealers gaat dat gepaard met extrakosten waarvan zij de return on investment niet kunnen inschatten, als die er al is. Daar komt bij dat de marges onder druk staan en de targets almaar hoger komen te liggen. Het traditionele garagebedrijf, van vader op zoon, kan in veel gevallen die miljoeneninvesteringen niet meer dragen. Naar schatting de helft van de kleine garagebedrijven maakt verlies en staat voor de keuze: dealership verkopen aan een kapitaalkrachtigere concurrent en zich vervolgens specialiseren in een bepaalde nicheactiviteit of de poort sluiten. Die transitie is in volle gang, kijk naar de herstructurering binnen de merken van de Volkswagen-groep. Zoals gezegd: waar veel licht is, is ook veel schaduw.

Partner Content