Urbain Vandormael

McLaren bouwt racewagens voor de openbare weg

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

McLaren is nog slechts een schim van het succesteam dat de voorbije drie decennia de Formule 1 heeft gedomineerd. Dat heeft te maken met de switch van Ron Dennis. Die heeft sinds enkele jaren zijn activiteiten verlegd van de racerij naar de bouw van supersportwagens. Met succes.

De autosport en vooral de Formule 1 zijn rijk aan opmerkelijke persoonlijkheden. De Nieuw-Zeelander Bruce McLaren hoort thuis in dat rijtje. In 1958 debuteerde hij op 21-jarige leeftijd in de koningsklasse van de autosport, tien jaar later vierde hij op de omloop van Francorchamps de eerste overwinning van zijn eigen team. Piloot én teameigenaar in één persoon, dat blijft zelfs in het bizarre wereldje van de Formule 1 een zeldzame combinatie.

Bruce McLaren gaf de aanzet, Ronnis Dennis realiseerde de doorbraak

Terug in de tijd, naar een zonnige zomerdag in 1968. Jackie Stewart stevent af op een zege in de Grote Prijs van België maar valt uit door benzinepech. Voor de Nieuw-Zeelander Bruce McLaren ligt de weg plots wijd open naar zijn vierde Grand Prix overwinning, de eerste aan het stuur van een McLaren. De beloning voor twee jaar geduldig sleutelen. Piloot én teameigenaar in één persoon, enkel Jack Brabham en Graham Hill slaagden erin deze opmerkelijke krachttoer te evenaren. Maar zoals zo vaak in de racerij, was ook Bruce McLaren geen lang leven beschoren. Op 2 juni 1970 verongelukte de gedreven selfmade man tijdens testritten op het circuit van Goodwood (GB). Het McLaren-team was zijn bezieler kwijt en kwijnde weg. Tot ene Ron Dennis in 1981 de helft van de aandelen verwierf en het team in eer herstelde. En hoe. McLaren groeide uit tot hét toonaangevende team in de Formule 1 en kroonde Prost, Lauda, Hakkinen, Senna, Button en Hamilton tot wereldkampioen.

Ultieme sportwagen voor bemiddelde burgers

Dat McLaren ook sportwagens voor de openbare weg ging bouwen, is de verdienste van Gordon Murray. De Australiër werkte als designer voor het F 1-team toen hij in 1987 van zijn patron Ron Dennis carte blanche kreeg voor de constructie van een ‘ultieme sportwagen voor bemiddelde burgers’ – prijskaartje 1 miljoen dollar, topsnelheid 391 km/u. De McLaren F1 was daarmee de snelste straatauto ter wereld. Dat je ook op tijd moet kunnen remmen, dat ondervond Rowan Atkinson – beter gekend als mister Bean. Die overleefde als bij wonder een zware crash met zijn duur speelgoedje. Hetzelfde overkwam de toenmalige BMW-topman Bernd Pischetsrieder tijdens een nachtelijke proefrit in de omgeving van München.

McLaren: de ultieme sportwagen voor de bemiddelde burger

Urbain Vandormael

Later, van 2003 tot 2007, zou McLaren in samenwerking met Mercedes nog de indrukwekkende SLR bouwen. En sinds vorig jaar is er de McLaren 12C, opnieuw helemaal in eigen huis gebouwd zoals de eerste McLaren F1. Bekijk – of bewonder – je de nieuwkomer van dichtbij, dan zie je dat hij de signatuur draagt van designers en ingenieurs die hun strepen in de Formule 1 hebben verdiend. Elk onderdeel, elk detail staat in het teken van efficiëntie en gewichtsbesparing. De wagen is bijna compleet opgebouwd uit carbon en compositiematerialen, de onderkant is volledig vlak, de uitlaat zit hoog. De V8-twinturbomotor van 3,8 liter weegt minder dan 200 kg en ontwikkelt een vermogen van 616 pk en garandeert flitsende prestaties: 0-100 km/u in 3,1 seconde, 0-200 km/u in 9,0 seconde en een topsnelheid van 329 km/u. Nog indrukwekkender is de remkracht: 100-0 km/u na 30,7 meter. Dankzij de zogenaamde airbrake, een actieve spoiler die bijdraagt aan de downforce en stabiliteit in de bochten en het remvermogen aanzienlijk verhoogt. Wat tot onveilige situaties op de weg leidt. Want elke keer dat je op de rem gaat staan, riskeer je immers een aanrijding langs achter. Het systeem werd enkele jaren in de Formule 1 geïntroduceerd, maar het is intussen verboden.

Dit voorjaar presenteerde McLaren Automotive dan de 12C Spider, een cabrioversie van de 12C. Het intrekbare dak (Retractable Hard Top) uit ultralicht composietmateriaal is volledig geautomatiseerd en bestaat uit twee componenten en kan in minder dan 17 seconden worden geopend of gesloten, bij snelheden tot 30 km/u. Het open dak verdwijnt onder een hard afdekscherm en weegt amper 38 kg. Volgens de constructeur hebben de extra kilo’s nauwelijks invloed op de prestaties, wel op je portemonnee: de Spider kost 235.500 euro of zo’n 23.000 euro meer dan de coupé. Wie de zon in huis wil halen, moet daar iets voor over hebben.

Ondertussen is ook de eerste hybride McLaren P1 geleverd aan een rijke vriend des huizes. De hypercar heeft een vermogen van 916 pk, snelt in 2,8 seconden van 0 tot 100 km en verbruikt volgens de constructeur 8,6 l/100 km bij een CO2-uitstoot van 194 g/km – een technologisch kunststuk op vier wielen.

Onzekere economische situatie heeft nefaste invloed op de verkoop

Vorig jaar verkocht de Ginion Group 30 exemplaren van de McLaren 12C, wat een uitstekend resultaat is voor zo’n uitzonderlijke sportwagen op een kleine markt als de Benelux. Voor dit jaar ziet de balans minder gunstig uit. Stéphane Sertang (CEO Ginion Group): “De bekendheid van en interesse voor onze producten zijn sterk toegenomen. Het slechte nieuws is dat de onzekere economische situatie een negatieve invloed heeft op het koopgedrag. Potentiële kopers nemen een afwachtende houding aan en wegen verschillende opportuniteiten tegen elkaar af. Waar zet ik mijn geld nu op in? Wie belangstelling heeft voor een McLaren is enerzijds gedreven door passie maar anderzijds is hij een rationeel iemand die de perfectie nastreeft in alles wat hij onderneemt, tot in het kleinste detail. Dat maakt dat ik de toekomst voor McLaren met vertrouwen tegemoet zie… de beste wint altijd. In het exclusieve segment van de supersportwagens is dat McLaren.” Bij Ferrari en Porsche zullen dat niet graag horen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content