Koen Maes

‘Het bedrijfsleven moet het voortouw nemen in de ontwikkeling van een duurzame toekomst’

Koen Maes CEO Nissan Benelux

Koen Maes, CEO van Nissan Benelux, rekent op meer samenwerking om een duurzame toekomst op het vlak van mobiliteit uit te bouwen. ‘Als we daadwerkelijk het verschil willen maken en een duurzame toekomst willen nastreven, zullen bedrijven, overheden en ngo’s de handen in elkaar moeten slaan.’

Zou het niet fantastisch zijn als transport het milieu niet langer vervuilt en het fileprobleem tot het verleden behoort, ondanks steeds groter wordende steden? Stel je voor dat auto’s honderd procent elektrisch rijden en zichzelf ’s nachts opladen, terwijl de batterijen in onze auto’s ook nog genoeg energie produceren voor het huishouden en onze kantoren en wat overblijft aan het lokale energienet leveren. En dat terwijl emissieloze zelfrijdende auto’s ons leven veiliger maken en de lucht niet vervuilen.

Het bedrijfsleven moet het voortouw nemen in de ontwikkeling van een duurzame toekomst.

Het klink misschien als een illusie, maar het is wel degelijk een realistisch beeld van de nabije toekomst. Of beter gezegd, het zou volkomen realistisch kunnen zijn.

Het alternatief is een scenario met nog drukkere wegen in en rond de stad die leiden tot een bijna permanente verkeersopstopping. Ondertussen zorgen al deze stilstaande, ronkende motoren voor een luchtvervuiling die gevaarlijke niveaus bereikt. Niet alleen wij, maar ook een verscheidenheid aan planten en dieren zullen hieronder lijden. Dat ook dit scenario geen product van een op hol geslagen fantasie is blijkt wel uit de filerecords die in hoog tempo verbroken worden in ons land, of uit het groeiende aantal waarschuwingen voor luchtvervuiling in landen als de Verenigde Staten, China en zelfs hier in Europa.

Ik weet wel voor welk scenario ik zou kiezen. Maar als we het aan het lot overlaten zal dit niet gebeuren. Een toekomst met een gezonde leefomgeving en filevrije wegen vereist dat we nu gezamenlijk actie ondernemen.

Om te begrijpen waarom dit van cruciaal belang is, kunnen we het beste een stukje teruggaan in de tijd. Dertig jaar geleden richtte de Verenigde Naties de Brundtland Commissie op om landen te verenigen in het aanpakken van duurzame ontwikkelingen waarbij zou worden voldaan aan de behoeften van de huidige generaties. Ook zouden toekomstige generaties in staat gesteld worden om aan hun behoeften te voldoen. Met andere woorden: zorg voor vandaag, maar vergeet morgen niet.

Het was de eerste keer dat zowel milieu als economische ontwikkeling samen werden aangepakt. Sindsdien is er veel vooruitgang geboekt, met doorbraken zoals de COP21-overeenkomst in Parijs en het besluit van de Europese Unie om de uitstoot van broeikasgassen met 40% te verminderen voor 2030, in vergelijking met 1990.

Ook het bedrijfsleven heeft zich inmiddels volop in de discussie gemengd en spreekt massaal de ambitie uit om binnen de eigen gelederen de impact op de leefomgeving te verkleinen en efficiënter met grondstoffen om te gaan. Plannen en ambities zijn uiteraard belangrijk, maar om echt iets te bereiken is meer nodig. Vrijwel alles wat we weten over energievoorziening zullen we opnieuw tegen het licht moeten houden en we zullen ons gedrag moeten veranderen.

In de mobiliteitssector moeten we verder kijken dan de auto’s in het verkeer en nadenken over de tankstations van de toekomst, de laadsystemen, de verbinding tussen voertuigen en hun omgeving. We moeten ons afvragen hoe deze systemen en technologieën zo ontworpen kunnen worden dat ze schone, toegankelijke en betaalbare energie leveren die onderdeel is van een universeel systeem. Dit is niet iets dat alleen in welvarende, ontwikkelende economieën moet gebeuren, maar overal ter wereld.

Nissan maakt zich al lange tijd sterk voor een schonere, veiligere en eerlijkere toekomst gebaseerd op elektrificatie. Deze visie wordt steeds meer werkelijkheid door ons ecosysteem van elektrische voertuigen. Hoewel emissieloze voertuigen – zoals de nieuwe Nissan LEAF die recent in Europa op de markt is gebracht – het fundament zijn, omvat dit ecosysteem ook slimmere en duurzamere energie-opslagsystemen voor thuis en geïntegreerde steden.

Maar willen we echt een sprong voorwaarts maken, dan ben ik ervan overtuigd dat er nog veel meer samengewerkt zal moeten worden. Het bedrijfsleven moet het voortouw nemen in de ontwikkeling van een duurzame toekomst en de politiek aansporen meer te doen.

Sommige landen en steden lopen duidelijk voorop. Noorwegen is een goed voorbeeld. Het is een van de meest vooruitstrevende economieën ter wereld als het gaat om het gebruik van elektrische auto’s. Na 2025 worden traditionele voertuigen met een verbrandingsmotor er niet eens meer verkocht.

Duurzaamheid is ook niet langer slechts een ideëel doel. Consumenten hechten steeds meer waarde aan bedrijven met oog voor de samenleving en het milieu. Bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan, beginnen inmiddels beter te presteren dan bedrijven die daar geen of weinig aandacht aan schenken.

Als we daadwerkelijk het verschil willen maken en een duurzame toekomst willen nastreven, zullen bedrijven, overheden en ngo’s de handen in elkaar moeten slaan. Zij zullen een gezamenlijke aanpak moeten ontwikkelen en tijd, geld en energie investeren in de elektrificatie van onze toekomst.

Een toekomst met een gezonde leefomgeving en filevrije wegen vereist dat we nu gezamenlijk actie ondernemen.

We moeten niet vast blijven zitten in het kip-en-eiprobleem over de productie en levering van fossiele brandstoffen om aan de vraag te voldoen en het produceren van voertuigen en productiemiddelen omdat het aanbod van energie daarop is afgestemd.

Overheden moeten een versnelde en grootschalige transformatie van de energie-infrastructuur op gang brengen. De private sector moet emissievrije voertuigen en CO2-neutrale productiemiddelen en faciliteiten omarmen. Samen moeten we de samenleving overtuigen van het belang en iedereen een reden geven om in deze verandering te geloven.

Als we hierin slagen, ligt een schonere, veiligere en eerlijkere wereld binnen handbereik. Maar als we falen, dan wordt het een elektrische shock waar we nog decennialang de gevolgen van zullen ondervinden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content