Europese Commissaris kritisch over motorenban

Hoewel Europa in 2035 kapt met verbrandingsmotoren komt er in 2026 een evaluatiemoment om te zien of één en ander ook haalbaar blijkt.
Gert Verhoeven

Nauwelijks enkele dagen nadat Europa zich uitsprak over de motorenban die er vanaf 2035 komt, ontstaan de eerste barsten in de gemaakte afspraken. Uitgerekend Europees Commissaris Thierry Breton luidt de alarmbel. 

Breton is verantwoordelijk voor de Europese interne markt en legde tal van pijnpunten bloot in een interview met de website Politico. Hij haalt problemen aan waar we bij een massale uitrol van elektrische voertuigen en vooral het snel uitfaseren van verbrandingsmotoren op gaan botsen. Hij is dan ook blij met de zogenaamde review-clausule in 2026 die in de tekst werd opgenomen. Die stipuleert dat de motorenban die vanaf 2035 gepland staat, zonder taboes kan worden herzien als blijkt dat één en ander onhaalbaar is. 

Problemen alom

Om te beginnen is de commissaris bezorgd over zo’n 600.000 jobs, maar hij laat zich ook kritisch uit over de productie en de distributie van de nodige propere elektriciteit, want als die stroom met gas of kolen wordt gemaakt, is het nut van EV’s onbestaand. Verder geeft hij aan dat er tegen 2030 een veelvoud aan kobalt, nikkel en lithium nodig is voor de productie van batterijen en elektromotoren. Omdat dit schaarse grondstoffen zijn, impliceert dit wereldwijd méér zwaar milieubelastende mijnactiviteiten, ook op ecologisch kwetsbare locaties.

Een ander pijnpunt ziet hij in de onevenwichtige spreiding van het aantal elektrische voertuigen en de bijhorende laadinfrastructuur. Studies leren dat we tegen 2030 op Europese bodem 7 miljoen laadpunten nodig hebben om een brede uitrol van EV’s mogelijk te maken. Vandaag hebben we 350.000 laadunits en 70 % van die infrastructuur staat in drie landen (Frankrijk, Duitsland en Nederland).

Verder stipt Breton aan dat elektrisch rijden vooral een Europees fenomeen is en dat de rest van de wereld achterblijft. Daarom is het ook nodig dat Europese fabrikanten auto’s met verbrandingsmotoren blijven bouwen voor de exportmarkten. Breton besluit dat die hoogtechnologische Europese verbrandingsmotoren in vele gevallen schoner zijn dan de niet-thermische alternatieven, wanneer men alle aspecten van ontginning, productie en energiebevoorrading in rekening brengt. 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content