Elektromobiliteit: automerken maken veel wind maar weinig stroom
Veel volk tijdens het eerste weekend van de Brussels Motor Show 2019. De auto geniet nog altijd een sterke aantrekkingskracht. En voor het eerst willen de bezoekers weten wat de markt te bieden heeft op het vlak van alternatieve aandrijving. Maar wat blijkt: slechts 1 op 10 tentoongestelde modellen is ‘groen’, negen grote merken hebben er niet één.
11 procent van de modellen op het Autosalon beschikt over alternatieve aandrijving. Dat blijkt uit een rondvraag van zakenkrant De Tijd bij de 25 populairste automerken van België. Van de 424 tentoongestelde modellen (exclusief de prototypes) rijden er 47 op elektriciteit, aardgas, waterstof of een combinatie van een elektro- en een conventionele benzine- of dieselmotor (hybride). Negen grote merken hebben niet één personenwagen met alternatieve aandrijving. Daarbij Peugeot, Citroën en Opel, de drie volumemerken van de Franse autogroep PSA.
In feite is dus slechts 1 op 10 auto’s op het salon groen, op de openbare weg ligt hun aantal nog een stuk lager. In 2018 reed 6 procent van de ingeschreven wagens op alternatieve aandrijving, tegenover 94 procent op benzine of diesel. Dat zijn ontnuchterende cijfers die niet in verhouding staan tot de hoge verwachtingen die de autosector en overheid bij de bevolking hebben gecreëerd.
Duitse merken creëren verwachtingen die zij niet of laattijdig inlossen
Er gaat inderdaad geen dag voorbij zonder één of meerdere mailberichten van constructeurs over de voordelen van elektromobiliteit of over elektrische aangedreven modellen die binnenkort op de markt komen, waarbij de term ‘binnenkort’ niet al te letterlijk mag genomen worden.
Met name de Duitse merken hebben er een gewoonte van gemaakt om al in een vroeg stadium aandacht te vragen voor toekomstige modellen. Dat levert hen gratis publiciteit op in de media maar creëert terzelfdertijd verwachtingen bij de consument die zij niet of laattijdig inlossen. Ik verwijs naar de Audi e-tron en Mercedes EQC die met vertraging op de markt komen.
Dat het ook anders en beter kan, heeft Jaguar vorig jaar bewezen met de lancering van de I-Pace. Die verliep zonder veel blabla vooraf maar leverde een kant-en-klaar product op dat in positieve zin verraste. Ook Hyundai verdient een pluim voor de voorbeeldige manier waarop het de Kona EV op de Belgische markt lanceert: meteen leverbaar mét een interessante toegift in de vorm van een gratis laadkabel en laadpas voor 20.000 km.
De Zuid-Koreaanse autogroep Hyundai/Kia heeft nog meer pijlen op zijn boog. Quasi vanuit het niets ontpopt die zich tot een voortrekker op het vlak van alternatieve aandrijving met min of meer betaalbare modellen die als hybride en plug-in hybride leverbaar zijn, op stroom en waterstof. Een niet te onderschatten krachttoer die de Europese merken in verlegenheid brengt. Decennialang hebben die aan de wieg gestaan van de meeste technologische innovaties in de autosector, maar de elektrische trein hebben ze compleet gemist. Van koplopers zijn ze plots meelopers geworden.
Mensen hebben last van elektroschrik
Schuilt hier misschien een strategie achter waar wij het bestaan niet van kennen? Hebben zij geleerd van de fouten van andere? Wie te vroeg komt, heeft meestal zijn beste pijlen verschoten voor de strijd echt losbarst. Dat is waar. Met name Volkswagen slaagt er elke keer opnieuw in om just-in-time ten tonele te verschijnen en vanuit een zogezegde verloren positie toch als grote overwinnaar tevoorschijn te komen.
Dat de doorbraak van de elektrische veel langer op zich laat wachten dan aanvankelijk voorspeld, heeft ermee te maken dat de consumenten niet overtuigd zijn. Om redenen die wij kennen: té duur, té kleine autonomie, té weinig modellen, té weinig laadpalen, té lange oplaadtijden… de elektroschok heeft plaats gemaakt voor elektroschrik.
Hoe milieuvriendelijk zijn elektrische auto’s echt?
Er zijn niet alleen praktische bezwaren. Er worden ook hoe langer hoe meer vraagtekens geplaatst bij het milieuvriendelijk karakter van elektrische wagens. Volgens een rapport van het gezaghebbende Zweeds milieuonderzoeksinstituut IVL veroorzaakt de productie van de batterij voor een Tesla een CO2-emissie die gelijk is aan die van een compacte benzinewagen na 200.000 kilometers.
Het rapport wijst ook op de ethische en menselijke problemen bij de ontginning van essentiële bouwstenen van een accu, zoals kobalt en lithium. Driekwart van de wereldwijde kobaltvoorraad ligt begraven in de ondergrond van de Democratische Republiek Congo, waar de kostbare grondstof in mensonwaardige omstandigheden wordt ontgonnen. Vaak door kinderen.
Lithium wordt in Zuid-Amerika ontgonnen uit zoutmeren. Het gebruik van zonneverdampingsbekkens heeft echter negatieve gevolgen voor de watervoorziening van de plaatselijke bevolking. De mensen zien hun watervoorraden verdampen en kunnen hun landbouwgronden niet langer bewateren. Daardoor groeien er geen gewassen meer en verliezen de boeren hun inkomen. De Zuid-Amerikaanse overheden laten begaan omdat ze de inkomsten uit de lithiumwinning nodig hebben om de omslag van aardolie naar accu-energie te kunnen realiseren.
Last but not least: zolang de fabrikanten van batterijen en de leveranciers van stroom gebruikmaken van fossiele brandstoffen en zij niet overschakelen op regeneratieve energiebronnen zoals water, wind en zon, kan er geen sprake zijn van zero-uitstoot en zijn elektrische wagens milieuonvriendelijk.
Volts by Volvo
De automerken weten dat maar al te goed. Volvo Cars Belgium heeft zopas de resultaten bekend gemaakt van een iVox-studie waaruit blijkt dat ruim de helft van de Belgen die hybride of elektrisch rijdt geen benul heeft van de herkomst van de elektriciteit die zij laden. Toch geeft 9 op de 10 aan voor een hybride of elektrisch model te hebben gekozen omwille van de voordelen voor het milieu. Wat blijkt? In een kwart van de gevallen wordt grijze brandstof gebruikt om elektriciteit voor de groene auto op te wekken!
Volvo wil hier komaf mee maken en stelt een groen energiecontract voor. Met Volts by Volvo wil de Zweedse constructeur de Belgische bevolking voorbereiden op echt groen rijden. Volvo en stroomleverancier Eneco willen ervoor zorgen dat elektrische wagens voortaan opgeladen worden zonder schadelijke gevolgen voor het milieu.
De actie kadert binnen de ambitieuze klimaatdoelstellingen 2025. Tegen die tijd wil de autobouwer volledig klimaatneutraal zijn in al zijn industriële processen. De Volvo-fabriek in Gent produceert sinds 2008 groene stroom via waterkrachtcentrales. Sinds 2010 verloopt een deel van de elektriciteitsproductie via windturbines op de site. In 2016 openden Volvo Cars Gent en Stora Enso Langerbrugge een ondergronds warmtenet dat ervoor heeft gezorgd dat de CO2-uitstoot van de fabriek met 40 procent naar omlaag is gegaan. In 2018 werd bovendien begonnen met de installatie van 15.000 zonnepanelen op de fabrieksgebouwen. Die produceren 5,4 procent van het totale elektriciteitsverbruik.
Plantmanager Stefan Fesser: ‘Alle elektriciteit die de fabriek gebruikt, moet groene stroom en 100 procent CO2 – vrij zijn. De positieve ervaringen die deze initiatieven hebben opgeleverd, hebben ons ertoe aangezet om de idee van groene energie te integreren in ons DNA.’
Is de tijd rijp voor particulieren om een elektrische auto te kopen
Willen we onze planeet van de ondergang redden, moet de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen drastisch naar omlaag. Hoe eerder, hoe beter. Het overschakelen van fossiele brandstof naar alternatieve aandrijving met zero-emissie is een stap in de goede richting. Aan de automerken en de overheid om het goede voorbeeld te geven en eindelijk een versnelling hoger te schakelen.
Dat de consument vooralsnog niet warmloopt voor de elektrische auto is zijn goed recht, hij treft geen schuld. Als er iemand met de vinger moet worden gewezen dan de automobielsector en de overheid. Die hebben nagelaten het pad te effenen en betalen daar nu een hoge prijs voor die zij proberen te verhalen op de rug van milieubewuste burger en nietsvermoedende belastingbetaler. Maar die is niet dom.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier