Dat de autoverkoop in Europa opnieuw de goede kant opgaat, heeft te maken met de heropleving van de economie in de Zuid-Europese landen maar ook met het aanhoudend succes van de Sports Utility Vehicles (SUV). Die zijn intussen in alle maten en gewichten verkrijgbaar, de ene al sportiever en exclusiever dan de andere.
American way of drive
Met anderhalf jaar vertraging lanceert Ford in Europa een licht aangepaste versie van de Edge, een SUV in Xl-formaat op het onderstel van de Mondeo. De Edge verkoopt in de Verenigde Staten als warme broodjes en beschikt over voldoende troefkaarten om ook in Europa succesvol te kunnen zijn. De aanpassingen voor de Europese markt zijn zinvol. Omdat de prijzen aan de pomp in Europa een veelvoud bedragen van die in de VS is de nieuwkomer hier enkel verkrijgbaar met een milieuvriendelijke 2.0 liter TDCi-dieselmotor van 180 of 210 pk met lage CO2-uitstoot, combineerbaar met een vlot handgeschakelde 6-bak of 6-gang DSG-automaat. Afhankelijk van het vermogen trekt hij in 9,7 of 9,4 seconden op van 0 tot 100 km/u, de topsnelheid bedraagt respectievelijk 200 en 2011 km/u.
De Ford Edge behoort daarmee niet tot de snelste SUV’s op de markt, maar ligt de doorsnee SUV-klant daar wakker van? Ik heb de indruk dat die meer oog heeft voor het rijcomfort dan voor de getallen achter de komma van de acceleratietijd. Ook het verbruik is een belangrijk aandachtspunt en voor beide criteria scoort de Edge zeer behoorlijk. Ford afficheert een gemiddeld verbruik van 5,9 l/100 km maar tijdens een eerste roadtest van zo’n 150 km noteerde ik verbruik van 7,3 l/100, wat aanvaardbaar is gezien zijn formaat – 4,8 meter lang en 1,9 meter breed.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De Edge is dus geen kleine auto en beschikt over een zeer ruime koffer. Bovendien rijdt hij zeer aangenaam, veilig en comfortabel… cruisen in plaats van racen! Vanuit een hoge zitpositie heb je bovendien een zeer goed overzicht over de auto én het verkeer rondom. De zetels – verkrijgbaar in stof of leer – zitten uitstekend, de uitrusting is vrij compleet en dat mag ook wel want goedkoop is de Edge niet. In zijn basisuitvoering kost hij 42.900 euro en hij is daarmee duurder dan de meeste van zijn Europese en Aziatische concurrenten, terwijl de afwerking en de kwaliteit van de gebruikte materialen niet het niveau evenaren van de Duitse merken.
Daartegenover staat dat de Edge standaard is uitgerust met vierwielaandrijving; met de Active Noise Control implementeert Ford daarenboven een systeem dat gebruikmaakt van tegengeluid om het geluidscomfort in de auto te verhogen, maar deze applicaties volstaan niet om het prijsverschil te compenseren. Wil Ford met de Edge klanten afsnoepen van Audi, BMW, Mercedes of Volvo moet het nog een tandje bijsteken. De Amerikaanse constructeur heeft al een Vignale-versie met een luxueuzere afwerking in het vooruitzicht, maar of die ingreep zal volstaan om de kritiek te counteren? Wait and see, zoals altijd heeft de klant het laatste woord.
Hoog te paard
Na de overname in 2008 van Jaguar door de Indiase autogroep Tata investeerde de nieuwe eigenaar nog eens enkele miljarden in de ontwikkeling van nieuwe motoren en modellen. Die investering heeft een reeks nieuwkomers opgeleverd die een moderne interpretatie vormen van iconische modellen uit het verleden, ik verwijs naar onder andere de XF en F-type. Met de XE breidde Jaguar zijn gamma bovendien in de breedte uit. Drie jaar geleden verraste het de verzamelde autowereld op het Autosalon van Frankfurt met de presentatie van de C-X17, een studiemodel dat een voorafbeelding was van een volwassen SUV. Ondertussen staat die als F-Pace in de showroom, de hoogste tijd dus voor een rijverslag.
De F-Pace mag dan geen voorganger hebben, zijn verwantschap met andere Jaguar-modellen is onmiskenbaar. De F-Pace lijkt op het eerste zicht een stretchversie van de F-type, wat een compliment is aan het adres van chief designer Adam Hutton. Die is er inderdaad in geslaagd om een kolos van ruim 4,7 meter lengte en bijna 2 meter breedte een zeer elegant en sportief voorkomen te bezorgen. Is de F-Pace daarmee de meest attractieve SUV op de markt, wellicht wel. Dankzij een optimale benutting van de beschikbare ruimte biedt hij ook nog eens verrassend veel ruimte aan zijn passagiers en hun bagage (650 l.), wat hem voorbestemt tot een te duchten concurrent van de sportieve SUV-modellen van de Duitse premiummerken.
Achter het stuur versterkt die indruk zich nog. Dankzij de krachtige V6 3.0 liter dieselmotor (300 pk) spurt de F-Pace in minder dan 7 seconden van 0 tot 100 km/u en bedraagt zijn topsnelheid 241 km/u. Dit laatste cijfer vermeld ik enkel voor de volledigheid, want wie haalt het in zijn hoofd om met een SUV tegen 240 km/u over de weg te snellen? Veel belangrijker is dat hij in 34,5 meter afremt van 100 km/u tot stilstand, een prestatie die alle achting verdient én levens kan redden. Wie de F-Pace de sporen geeft, moet niet klagen over een gemiddeld verbruik van 9 l/100 km en een CO2-uitstoot van 237 g/km. Wie defensief rijdt, komt uit op 7,5 l/100 km, wat aanvaardbaar is gezien het formaat van de F-Pace.
Maar is defensief rijden besteedt aan een Jaguar-rijder? En waarom biedt Jaguar ook een 2.0 liter dieselmotor aan voor de F-Pace, in combinatie met achterwielaandrijving? Enkel en alleen om een lage instapprijs te kunnen afficheren? Terechte vragen waarop ik maar één antwoord heb: wie beslist om een SUV van het merk Jaguar te kopen, getuigt van goede smaak. En van een onmiskenbare hang naar exclusiviteit en sportiviteit. Als die analyse steekhoudt, moet hij of zij daar de nodige consequenties aan verbinden en de F-Pace met een 3.0 liter dieselmotor bestellen, met automaat én vierwielaandrijving. Want ja, de F-Pace kan ook off road. Dankzij de knowhow en support van de ingenieurs van zustermerk Land Rover. De F-Pace en Range Rover Sport houden voldoende afstand, om niet in elkaars vaarwater terechtkomen. Binnen de autogroep Tata zijn hierover goede afspraken gemaakt. Al zou het mij niet verbazen dat een modegevoelig iemand de voorkeur geeft aan de elegante F-Pace boven de Range Rover Sport. Ik denk hierbij aan jonge, goedgesitueerde moeders die een SUV gebruiken om de kids naar de school te brengen en, in het weekend, naar de manège.
“Ons doel was simpel” aldus chief designer Adam Hutton. “Wij wilden de mooiste SUV van de wereld maken!”. Opdracht volbracht, zou ik zeggen. Bovendien biedt de F-Pace meer zit- en laadruimte dan de meeste van zijn concurrenten en rijdt hij zowel comfortabel als sportief, waarmee hij refereert aan het DNA van het roemrijke merk.
De prijzen variëren van 43.050 euro voor de 2.0 d. 2X4 tot 76.750 euro voor de 3.0 V6 4X4. De 3.0d 4X4 is zo’n 20.000 euro goedkoper en biedt de beste verhouding kwaliteit/prijs.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Best in class
Met de tweede generatie Q7 maakte Audi vorig jaar een einde aan de suprematie van BMW en Mercedes in het XXL-segment van de Sports Utility Vehicles (SUV). De nieuwkomer was 325 kg lichter dan zijn voorganger en dankzij een dynamische vierwielsturing toonde hij zich plots veel wendbaarder in het drukke stadsverkeer of enge parkeergarages. Vierwielsturing zorgt er immers voor dat de achterwielen tot 5 graden kunnen draaien tijdens het rijden. De Q7 kreeg bovendien een nieuw pak aangemeten waardoor hij er nu een stuk eleganter uitziet. Zijn strakke stroomlijn ligt volledig in de lijn van de gekende merkidentiteit en verraadt vanop afstand dat hij deel uitmaakt van de grote Audi-familie.
Minder dan een jaar later lanceert Audi nu een upgrade van de Q7, om gelijke tred te kunnen houden met de sportieve M- en AMG-modellen van BMW en Mercedes die bijdragen aan het sportief imago van de merken.
Was Audi op achtervolgen aangewezen, dan zet het nu met de nieuwe en 435 pk sterke V8 biturbodieselmotor een nieuwe standaard. De nieuwe krachtbron katapulteert de 2.2 ton zware en ruim 5 meter lange 7-zitter in 4,8 seconden van 0 tot 100 km/u, in combinatie met een perfect werkende 7-trapsautomaat. De nieuwe dieselmotor ontwikkelt een fenomenale trekkracht van 900 Nm en verbruikt gemiddeld 9 à 10 l/100 km, afhankelijk van de rijstijl en de weg- en weersomstandigheden. De SQ7 is daarmee best in class. Want ook qua comfort en rijgedrag legt hij de lat bijzonder hoog voor zijn concurrenten. In feite combineert hij het beste van twee werelden: aan de ene kant offreert hij opwindend rijplezier dat vergelijkbaar is met dat van een sportwagen en aan de andere kant toont de SQ7 zich een prima allrounder, die ook off road een goed figuur slaat. In die zin biedt hij twee auto’s voor de prijs van één. Al is dat een magere troost want de goedkoopste SQ7 kost zo’n 90.000 euro. De ene SUV is de andere niet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
