Bruno De Lille

‘De ene deelauto is de andere niet’

Bruno De Lille Bruno De Lille is gewezen Brussels staatssecretaris voor Groen en LGBTI+-activist

‘Free-floating is voor autoproducenten een nieuwe manier om fiets en openbaar vervoer te beconcurreren en dat op een slinkse manier, want autodelen is toch goed?’ Aldus Brussels Groen-fractieleider Bruno De Lille. ‘Maar beter zou zijn om het klassieke autodelen verder te promoten en te combineren met premies.’

Autodelen is hip, als we zien hoeveel artikels er de laatste maanden over verschijnen. En dan gaat het niet zozeer over het klassieke cambiosysteem met zijn doorsnee autootjes en grijze imago, maar wel over de nieuwe initiatieven zoals Poppy (Antwerpen), Drive Now en Zip Cars (Brussel). De autoproducenten kregen door dat het autodelen een gevaar betekende voor hun businessmodel en sprongen mee op de kar. Met een free-floating-systeem: trendy, dure wagens die je in je buurt oppikt en overal kan achterlaten.

De ene deelauto is de andere niet

Een populair idee want het aantal ritten gaat in sterk stijgende lijn. Iedereen blij. Maar misschien moeten we eens kijken of we daar echt een reden toe hebben, want de ene deelauto is de andere niet.

De klassieke deelsystemen zijn niet altijd flexibel. Je moet een wagen reserveren, de auto heeft een vaste standplaats en je tijd blijft lopen tot hij er terugstaat. Het zijn ook zelden sexy auto’s waar je mee moet rondrijden. Drempels die ervoor zorgen dat je deze deelauto’s in de praktijk niet snel-snel neemt om er een kort plezierritje mee te maken. Daardoor leggen de mensen die hun eigen auto omwisselen voor een deelauto minder kilometers af dan voordien. Dus kan je spreken van een win-win-situatie: de gebruikers besparen, de mobiliteit en het milieu winnen erbij doordat de autodruk daalt.

Bij free-floating-systemen ligt dat net wat anders. Het is zo makkelijk of aantrekkelijk om een Poppy, Drive Now of Zip Car te gebruiken dat mensen ritjes maken die ze anders met het openbaar vervoer of niet zouden gedaan hebben.

Onlangs las ik een artikel in Vlaamse kwaliteitskrant waar de journalist enkele gebruikers aan het woord liet. De eerste kreeg ‘een halfuurtje geleden plots het gekke idee om naar Zemst te rijden’. De tweede: ‘Als ik geen zin heb om in de kou op een bus te staan wachten, neem ik een Poppy.’ Een derde wou snel even naar huis en nam daarom de auto. Ofwel waren die mensen thuisgebleven ofwel hadden ze de bus genomen. Hier zorgt het aanbod niet voor een daling van de autodruk maar net voor meer kilometers. En dus ook voor meer file.

Free-floating-auto’s geen oplossing voor de mobiliteitsknoop maar een deel van het probleem.

Dat hoeft ons niet te verwonderen want de autoproducenten die achter het free-floating-systeem zitten, willen winst maken. Ze kunnen het dus niet hebben dat mensen weinig of minder rijden. Integendeel, free-floating is voor hen een nieuwe manier om fiets en openbaar vervoer te beconcurreren. Op een slinkse manier want autodelen is goed, toch?

Net zoals Uber geen deelsysteem is maar een taxidienst die zich niet aan de regels wou houden, zijn free-floating-auto’s geen oplossing voor de mobiliteitsknoop maar een deel van het probleem.

Overheden moeten goed nadenken of ze het dit soort systemen wel makkelijk moeten maken. Beter zou zijn het klassieke autodelen verder te promoten en individuele burgers aan te zetten ook hun wagen te delen met buren, vrienden en kennissen. Combineer dat met premies om die wagens te vergroenen en je krijgt een echte daling van de autodruk en een betere luchtkwaliteit. Dan wordt pas echt iedereen blij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content