Urbain Vandormael

Complimenti Ferrari

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Het mooie aan autosport is de onvoorspelbare afloop van elke race. Piloot én auto moeten absoluut top zijn om te kunnen winnen. Zoals bij Sebastian Vettel en Ferrari tijdens de Grote Prijs van Maleisië van afgelopen zondag. De onverwachte maar verdiende zege van Ferrari is het beste wat de Formule 1 kon overkomen.

Mythos Ferrari

Dé transfer van het jaar in de Formule 1 was de overstap van viervoudig wereldkampioen Sebastian Vettel van Red Bull naar de Scuderia Ferrari, na een uitermate teleurstellend seizoen 2014 van de Duitse hardrijder bij het meest succesrijke team van de voorbije vijf jaar – met in totaal acht wereldtitels voor Vettel en motorenleverancier Renault. Dat Vettel uitgerekend voor Ferrari koos, had ongetwijfeld te maken met het voorgestelde vorstelijke salaris maar ook met de mythos van de rode bolides uit Maranello. Het palmares van Ferrari is onovertroffen en geen enkel ander automerk telt zoveel trouwe fans als Ferrari. Omzeggens alle grote kampioenen hebben een of meerdere wereldtitels behaald aan het stuur van een rode bolide, met Michael Schumacher als de bekendste en meest succesrijke. Of Vettel diens records kan evenaren, wie zal het zeggen? Feit is dat Vettel afgelopen zondag zijn 40e Grand Prix-zege behaalde, na amper twee races voor Ferrari. Daarmee hoort hij definitief thuis in de galerij van de allergrootsten in de koningsklasse van de autosport.

De switch van Red Bull naar Ferrari heeft velen verbaasd omdat de Italiaanse renstal moeilijke jaren achter de rug heeft. De laatste Ferrari-overwinning dateert van 2013 en werd behaald door Fernando Alonso. Die stapte eind vorig jaar echter op, uit onvrede met de toenemende inmenging van Fiat-baas Sergio Marchionne in het sportieve beleid van het team. Die hield grote schoonmaak in Maranello en benoemde Maurizio Arrivabene tot nieuwe teamchef; 60 medewerkers werden bedankt voor niet-bewezen diensten en vervangen door sterkhouders uit andere teams – een aderlating van 100 miljoen euro voor de Scuderia.

Complimenti Ferrari
© Belga Image

De doortastende ingreep leverde resultaat op. In de openingsrace van het nieuwe seizoen in Melbourne eindigde Ferrari-piloot Vettel op de derde plaats achter de ongenaakbare Mercedes-piloten Lewis Hamilton en Nico Rosberg. In de Grote Prijs van Maleisië van zondag jl. was Ferrari al sneller dan Mercedes, uitgerekend in de thuishaven van diens hoofdsponsor Petronas. Ook de tweede Ferrari-piloot Kimi Raïkkönen maakte indruk. Na bandenpech belandde die op een uitzichtloze laatste plaats maar eindigde uiteindelijk toch nog vierde – wat pleit voor de speed en homogeniteit van diens rode bolide. Een andere opvallende prestatie leverde de Nederlander Max Verstappen. Als 17-jarige finishte hij op plaats zeven, een krachttoer die uniek is in de analen van de Formule 1.

Meesterstrateeg Ecclestone

Het grootste compliment gaat echter aan Ferrari dat uit de dode is opgestaan. Slaagt de Italiaanse renstal erin om dit niveau aan te houden, dan staat ons een spannend F 1-seizoen te wachten, want ook het Williams-team kan op snelle circuits voor een verrassing zorgen. Hopelijk, want een tweede seizoen op rij met een ongenaakbaar Mercedes AMG-team zou de doodsteek kunnen betekenen voor de Formule 1.

Complimenti Ferrari
© Belga Image

Die staat sowieso onder sterke druk. De publieke belangstelling daalt zienderogen bij gebrek aan spektakel tijdens de race, terwijl achter de schermen geruzie over geld en macht overheerst. Dat heeft bijna alles te maken met het eigenzinnige beleid én de figuur van de 84-jarige Bernie Ecclestone. Die heeft van de Formule 1 een professionele organisatie gemaakt én van zichzelf een euromiljardair. Het Amerikaanse zakenblad Forbes schat zijn vermogen op zo’n 3 miljard euro. Die heeft hij niet geërfd van rijke ouders, maar zelf bijeengescharreld. Met de opbrengst van de verkoop van tweedehandsauto’s kocht hij begin van de jaren zeventig het failliete F 1 Brabham-team; een jaar eerder was hij voorzitter geworden van de Formula One Constructors Association (FOCA) die de sportieve en financiële belangen van de teams behartigde tegenover enerzijds de Fédération Internationale de l’Automobile (FIA) en de organisatoren van de Grote Prijzen anderzijds. De excentrieke Ecclestone – 1,59 meter klein en met een opvallende witte haardos – ontpopte zich tot een keiharde onderhandelaar en meesterstrateeg voor wie het sportieve aspect van de racerij bijkomstig is. Voor hem telt enkel hoeveel geld een Grote Prijs opbrengt. Cruciaal daarbij zijn de inkomsten uit de verkoop van de televisierechten.

Hoe groter het kijkbereik, hoe hoger de prijs. Daarom organiseert hij Grote Prijzen in alle delen van de wereld die bovendien in prime time op de buis komen. Eventueel tijdsverschil wordt overbrugd door de start naar een later uur te verschuiven en bij kunstlicht te rijden.

Het internationale karakter van de Formule 1 blijkt ook uit de uiteenlopende landen van herkomst van de teams en rijders. Wat opnieuw de mondiale uitstraling van de Formule 1 ten goede komt en interessant maakt voor sponsors. Die komen niet langer uit de tabaksindustrie maar uit andere sectoren met als bekendste voorbeeld Red Bull, dat zelfs twee eigen teams bezit.

Terug naar de figuur van Ecclestone. Die heeft op zijn 84e nog altijd het laatste woord in de Formule 1. Enkel de FIA (Fédération Internationale de l’Automobile) durft het aan om met hem in de clinch te gaan, met nieuwe voorschriften die de kosten de hoogte injagen zonder bij te dragen aan de spektakelwaarde. Dat heeft er bijvoorbeeld vorig jaar toe geleid dat een GP meer op een regelmatigheidscriterium leek dan op een snelheidsrace en dat enkele kleine teams dit seizoen niet meer aan de start zijn verschenen.

Big business

Sebastian Vettel
Sebastian Vettel© Belga Image

Ecclestone ziet die kleine teams als een noodzakelijk kwaad om minimum 20 bolides aan de start te kunnen brengen. Zij kunnen in geen enkel opzicht wedijveren met de rijke fabrieksteams en leggen bovendien de vinger op de wonde: Formule 1 is big business en heeft niks meer vandoen met echte sport. Waarmee ik absoluut geen afbreuk wil doen aan de sportieve prestaties van de F1-rijders. Maar de waarheid is dat de meeste teams een rijder kiezen omwille van het sponsorgeld dat hij aanbrengt en minder om zijn stuurmanskunst.

Geld, daar is het om te doen. En om macht. Zo schrapte Ecclestone onlangs de Grote Prijs van Duitsland 2015 van de kalender. Die was gepland voor 19 juli op de Nürburgring maar de uitbater van de omloop legde vorig jaar de boeken neer. Uitwijken naar het nabijgelegen circuit van Hockenheim leek een logische optie, maar uiteindelijk kon niet worden voldaan aan de hoge financiële eisen van het commercieel bedrijf achter de Formule 1 dat wordt geleid door mede-eigenaar Bernie Ecclestone. Die is niet vergeten dat het Duitse gerecht hem eind vorig jaar een boete oplegde van 100 miljoen dollar voor zijn aandeel in een smeergeldaffaire. Wie Ecclestone kent, weet dat hij een slechte verliezer is die niet vergeet en niet vergeeft.

Dat neemt niet weg dat ik vol verwachting uitkijk naar de komende Grand Prix in Shanghai én naar het antwoord van Mercedes AMG op de demonstratie van Ferrari. De rode bolides waren gewoon sneller en versleten minder banden dan de Zilverpijlen uit Stuttgart. Daar had ook een andere racestrategie niks aan kunnen veranderen. De snelle omloop van Shanghai – met lange rechte stukken – speelt in de kaart van Ferrari en Williams die beide over een hogere topsnelheid beschikken dan Mercedes AMG. Maar of dat zal volstaan om Hamilton en Rosberg een tweede keer op rij te verslaan? De enige zekerheid in de autosport is dat niks zeker is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content