Auto verliest terrein in woon-werkverkeer

© Belga

De wagen was vorig jaar goed voor 56 procent van de woon-werkverplaatsngen, terwijl dat in 2010 nog 71 procent was.

Dat blijkt uit de eerste resultaten van een grote enquête van het Vias Institute, het voormalige Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV). De organisatie, die in 1986 werd opgericht, kondigde vanochtend een naamsverandering aan.

Voor de enquête werden 30.000 personen ondervraagd. De trein en de fiets wonnen terrein en stegen respectievelijk van 6 naar 10 procent en van 7 naar 16 procent. Redenen om de fiets op stal te laten, zijn de weersomstandigheden, de verkeersonveiligheid en de fietsinfrastructuur die te onveilig of in slechte staat is.

‘De veiligheid van fietsers moet een prioriteit zijn voor het bereiken van een ‘modal shift’, vooral met de komst van de elektrische fiets, die sneller is, maar ook gevaarlijker’, zegt Julien Leblud, onderzoeker bij Vias. Mensen die met een elektrische fiets rijden, geven aan dat zij gemiddeld drie keer meer geconfronteerd worden met een gevaarlijke situatie dan automobilisten.

Ook voor korte verplaatsingen (tussen 1 en 2 kilometer) boet de auto aan populariteit in: van 53 procent in 2010 naar 32 procent in 2016. De Belgen verplaatsen zich steeds vaker te voet (39 procent tegenover 27 procent) of nemen de fiets (21 procent tegenover 18 procent).

Toch wordt de wagen nog in de helft van de gevallen gebruikt voor korte verplaatsingen van minder dan 10 kilometer, en in 23 procent van de gevallen voor verplaatsingen van minder dan 5 kilometer. De auto wordt in ongeveer de helft van de korte verplaatsingen van minder dan 5 kilometer gebruikt om te winkelen.

De definitieve resultaten van de Monitor-enquête worden volgend jaar verwacht

Partner Content