Monica De Coninck (SP.A)

‘Armoedebestrijding is wél een essentieel deel van de sociale zekerheid’

Monica De Coninck (SP.A) Kamerlid voor SP.A

Volgens Danny Pieters, expert sociale zekerheid bij N-VA, is de sociale zekerheid niet bedoeld om de armoede te bestrijden. ‘Zonder sociale zekerheid zou de armoede in ons land maar liefst 36% hoger liggen,’ reageert Sp.a-kamerlid Monica Deconinck.

Net zoals professor Danny Pieters ben ik overtuigd van de noodzaak om de sociale zekerheid te vernieuwen. Dat vereist een plan van aanpak op lange termijn. Voorbij de waan van de dag in plaats van de sociale zekerheid te gebruiken als pasmunt voor een zoveelste besparingsronde. John Crombez doet zelf een aantal voorstellen in zijn boek ‘Ctrl+Alt+Del’ om ze behalve eenvoudiger ook eerlijker te maken. Wat we bereid zijn te investeren in het DNA van onze welvaartsstaat kunnen we perfect afspreken. Hoeveel is ons dat waard, onze sociale bescherming? Mensen vind ik nog altijd belangrijker dan onze economie. Wat mij betreft héél veel, tot zelfs 30% van het BBP, 30% van wat we dus samen jaarlijks aan welvaart creëren in dit land.

‘Armoedebestrijding is wel een essentieel deel van de sociale zekerheid’

Werkelijk niets houdt ons tegen om nieuwe afspraken te maken en ons beleid daarop af te stemmen, toch? Maar om daartoe te komen, is het niet onbelangrijk om eerst de doelstellingen vast te leggen. Wat en wie zijn we bereid te verzekeren en te beschermen als samenleving? Daar verschillen prof. Pieters en ik op een aantal punten van mening. Zo suggereert hij dat armoedebestrijding niet langer een essentieel deel hoeft te zijn van de sociale bescherming die we vandaag kennen. Die laatste moet vooral gefocust zijn op behoud van loon als je pech hebt en een deftig pensioen na een leven lang werken. Armoede moet je maar op een andere manier bestrijden, vindt hij. Daar vergist professor Pieters zich. Zonder sociale zekerheid zou de armoede in ons land maar liefst 36% hoger liggen. Ook vandaag nog leiden ziekte, ongeluk of werkloosheid heel snel tot schrijnende situaties. Dat kan statistisch misschien relatief zijn, maar voor de mensen in kwestie is daar weinig relatiefs aan.

Ten tweede wijst Pieters terecht op de kortzichtige ingreep van deze regering. Ze verhoogde de wettelijke pensioenleeftijd onder het mom dat onze sociale zekerheid alleen zo betaalbaar blijft. Mensen zijn wel degelijk bereid om een inspanning te leveren, maar daar mag dan wel iets tegenover staan: die langere loopbanen moeten ook effectief werkbaar zijn en mensen er deftig voor verlonen. Helaas rept Pieters daar met geen woord over, terwijl je in tijden van toenemende burn-outs en depressies ook daar een moderne sociale zekerheid aan moet vastkoppelen.

Mensen zijn wel degelijk bereid om een inspanning te leveren, maar daar mag dan wel iets tegenover staan

Ik stel dan ook voor om onze sociale zekerheid aan te passen aan deze nieuwe realiteit. Verzeker periodes waarin je noodgedwongen gas terugneemt en betaal mensen die relevant werk leveren voor een betere samenleving op een volwaardige manier. Wanneer je voor je zieke kind of je hulpbehoevende ouder zorgt, verdien je een basisloon in plaats van te kleine of kaduke uitkeringen waar niemand nog helder in ziet. We zouden er zo torenhoge kosten voor burn-outs en massale uitval mee uitsparen. Daar zijn ook werkgevers mee gediend. Bovendien vertrekt Pieters’ visie nogal sterk van een betere verzekering van de voltijds werkende, en dus veelal mannelijke, werknemers. Dat is vandaag niet de realiteit voor de meerderheid van de vrouwen.

Tot slot interpreteert Pieters de sociale zekerheid op een wel erg enge manier. Terwijl we ze net hebben gecreëerd met als doel ongelijkheid weg te werken door ook te focussen op andere zaken zoals loonoverleg, sociale investeringen in onderwijs en gezondheidszorg én tewerkstelling. Hoe meer mensen we aan het werk krijgen, hoe stabieler ons sociale zekerheidssysteem wordt. Deze regering maakt van jobs haar handelsmerk maar slaagt allerminst in die opdracht, in weerwil van wat ze beweert. Er kwamen vooral flexijobs en deeltijdse jobs bij, zonder zekerheid op lange termijn. In ruil voor een verlaging van de werkgeversbijdrage die onze sociale zekerheid moet spijzen, is het resultaat bijzonder teleurstellend. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat alleen écht progressieve belastingen het vertrouwen in het systeem zal herstellen. De besparingen vandaag zorgen er immers voor dat hogere inkomens uit het systeem willen stappen. Op termijn ondergraaft dat de gewoon de solidariteit waar onze sociale bescherming op gestoeld is. Net als prof. Pieters vind ik die evolutie problematisch. Een sociale bescherming enkel en alleen op maat van wie het kan betalen, dat kan toch niet de bedoeling zijn? Daarom ben ik ervan overtuigd dat alleen een opening naar een systematische vermogensbelasting die fundamentele eerlijkheid kan herstellen en de budgettaire druk milderen.

Pieters interpeteert de sociale zekerheid op een wel erg enge manier

Samengevat: tijden veranderen, technologische mogelijkheden veranderen, wij veranderen ook. Maar het basisprincipe waar solidariteit op gestoeld is, blijft hetzelfde: iedereen draagt bij voor een toekomst die samenwerking en vertrouwen tussen mensen stimuleert en uiteindelijk beter is voor iedereen. Niet alleen om te verdedigen wat onze ouders en grootouders al die decennia zorgvuldig hebben opgebouwd, maar om onze sociale zekerheid te versterken, te herdenken als het moet. En bovenal aan te passen aan de noden en bezorgdheden van de 21e eeuw. Uit een recente peiling blijkt dat Vlamingen zich afvragen of politici eigenlijk nog wel iets aanpakken. De manier waarop we een moderne sociale zekerheid uittekenen, is alvast voer voor een ernstig debat. Voorbij de clichés, de oneliner of een tweet. Wat dat laatste betreft, zitten Danny Pieters en ik alvast op dezelfde lijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content