Serge Rooman

‘Armoede doodt kansen en doet dat, zonder ophouden, het hele jaar door’

Serge Rooman Gevangenisdirecteur in de instelling in Merksplas

‘Als we vandaag echt het verschil willen maken, komt het erop aan om altijd aan armoedebestrijding te doen’, schrijft Serge Rooman.

De warmste week is begonnen: het jaarlijkse startschot om ons collectief zichtbaar te laten gaan in vrijgevigheid. “Vlammen tegen kansarmoede “ wordt de bezwerende oneliner die het geld moet omleiden naar handen die het echt nodig hebben.  Welke goedgeaarde mens kan er tegen zijn als je leest dat in ons land één kind op acht in kansarmoede wordt geboren? Een nieuw recordbedrag zal zonder twijfel bijzonder pijnlijke noden lenigen. Zij die ontvangen, gaan het gemaakte verschil zeker voelen. En gelukkig maar.  

Maar laten we met allen ook eens naar de warmte van de “gevers” kijken. Het structureel weggeven zit in de kern van de meeste religies en levensbeschouwingen. Of het nu over het “zakaat” gaat bij de moslims, de christelijk naastenliefde of de seculiere filantropie, het  gaat steeds over geven aan zij die het nodig hebben. En dit geven is een altijd een permanente opdracht om daar,  waar het op dat ogenblik nodig is,  te geven. Het weggeven is nooit een originele themaweek geweest. En nog minder een terugkerend eindejaarsevent met toeters en bellen, met immer sympathieke gezichten onder een baldakijn van kerstballen en dito verlichting.

Door de primair ethische daad van “het geven” samen te ballen in een nationale eventweek ontstaat de misleidende perceptie dat we het vooral in die week moeten doen en dat het leuk moet zijn. We geven overigens niet zomaar. Dat geven, blijkt ook altijd een stukje nemen. De morele boekhouding die er op nagehouden wordt, is subtiel maar prominent aanwezig op de achtergrond.

Bij de meeste acties wordt het geven immers op één of andere manier beloond. Voor de kleine giften is het meestal een niet al te duur leuk gadget; made in China en laat ons hopen niet geproduceerd in een gevangenis voor Oeigoeren. Voor de duurdere giften zijn er de interessante belastingsvoordelen. Harde cash die we terugkrijgen. Vervolgens zijn vele van de gadgets herkenbaar voor anderen (badges, pins, …) waardoor iedereen weet dat jij een gever bent. Door zichtbaar te geven, neemt je sociale status onmiskenbaar toe. Het geeft te denken dat de grootste gevers hun giften graag in somptueuze omgevingen met veel genodigden geven en de pers nooit ver weg is.  

Maar het bovenstaande betreft slechts materiële voordelen. De psychologische voordelen gaan veel dieper. Ze bevestigen ons zelfbeeld in zijn beste versie. Door het geven identificeren we ons als waarlijk goede mensen die “en surplus” ook de armen helpen. Iedereen een beetje heilig, lijkt het wel. Het is dat zweemzoete gevoel dat we, ondanks alles, toch goede mensen zijn en als zodanig erkend  worden. De warmste week is in dat opzicht de meest interessante investering; een waarachtig psychologisch “hedge fund”. Wie geeft,  krijgt een goed gevoel en wordt, als hij het wat mediageniek aanpakt, ook zo erkend.  

Ironisch genoeg verschillen we in dit alles niet zoveel met de middeleeuwers waartegen we ons zo graag  afzetten als een bijgelovige verzameling van eenvoudige geesten. Ook zij zochten met man en macht naar psychologische weldadigheden. Ook zij gaven giften, kleine en grote. Hun aanzien en hun persoonlijk  zielenheil kwam daar ook bij kijken.  Aan kloostergemeenschappen werden door de allerrijksten van weleer astronomische bedragen geschonken in ruil voor een prominente begraafplaats in de kloosterkerk en een door diezelfde gemeenschap georganiseerd onophoudelijk gebed opdat de ziel van de overledene gevrijwaard zou blijven van onheil, het “laus perennis”. Het geven had daar, net zoals vandaag, onmiskenbaar ook een nemen.

Als we vandaag echt het historische verschil willen maken, komt het erop aan om altijd aan armoedebestrijding te doen. Het hele jaar door. Het liefst in stilte met het engagement om het armoedige tij echt te keren. Of om het in politieke termen te formuleren: armoedebestrijding is dan een nationale  prioriteit geworden zoals coronabestrijding dat ooit op een zeer succesvolle manier was. Corona doodde mensen. Armoede doodt kansen en dat, zonder ophouden, het hele jaar door.

Serge Rooman is gevangenisdirecteur in de instelling in Merksplas en filosoof. Hij schrijft deze bijdrage in eigen naam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content