Anneleen Boehme op Jazz Middelheim: ‘Néé, ik ben niet het liefje van de bassist’

© GF/Alexander Popelier
Bart Cornand

Jarenlang stond ze bij LABtrio in de schaduw van twee groepsleden die doorstootten in de Belgische jazz. Nu is het haar beurt: op Jazz Middelheim presenteert bassiste Anneleen Boehme een hele dag lang haar projecten.

Toen ik twaalf was, ging ik de trap op, richting zolder. En daar stond hij: een contrabas. Ik kende hem, hij was van mijn tante geweest. Jaren eerder had ik hem al eens geprobeerd – het leek alsof mijn viool gegroeid was -, maar mijn armpjes waren toen te klein. Dit keer lukte het.’

Zo komt het dat Anneleen Boehme (29) op 16 augustus op Jazz Middelheim staat. Niet bescheiden op de achtergrond voor één keer, maar trots vooraan. De Club Stage, sinds enkele jaren een laboratorium voor spannende muzikanten en projecten, verwelkomt haar voor vier concerten met vier verschillende bands. Omdat Boehme meer is dan het meisje dat bij het gevierde LABtrio speelt. De band met Lander Gyselinck aan de drums en Bram De Looze aan de piano heeft een sterke reputatie uitgebouwd. De eerste groeide met Stuff en Beraadgeslagen uit tot het boegbeeld van de jonge garde, de tweede verwierf tot in Bozar faam met soloconcerten op historische piano’s. Boehme leek de boot te missen – of andersom. Middelheim 2019 wordt een erkenningsceremonie.

“Knap, je speelt als een vent”, zeggen ze. En dat zou dan een compliment moeten zijn?

Wat betekent Jazz Middelheim voor u?

Anneleen Boehme: Het was het eerste jazzfestival waar ik ooit naartoe ben gegaan. Ik moet een jaar of twaalf zijn geweest. Mijn ouders, allebei klassieke muzikanten, waren er nog nooit geweest, maar ik zat op de muziekschool en had net mijn eerste jazzkampje gedaan. Ik geloof dat ik toen voor het eerst trompettist Bert Joris heb gezien. Bert is klassiek van snit, weet ik nu, maar ik herinner me dat ik hem toen far out vond. (lacht) Wat een geluk dat ik Toots Thielemans nog enkele keren heb kunnen zien.

Voelde u druk om uw ouders op te volgen?

Boehme: De verwachting werd niet uitgesproken, maar ik voelde dat ze graag wilden dat ik muzikant zou worden. Ik ging naar de muziekschool, leerde viool, later contrabas. Maar aan het conservatorium van Den Haag begon ik te twijfelen. De concurrentie onder studenten was enorm. Maar ik wílde niet acht uur per dag oefenen, ik wílde niet zo nodig naar die ene ‘onmisbare’ plaat luisteren. Ik maakte mijn bachelor af en stopte. Weg van de druk. Ik ben regentaat Nederlands-Engels gaan studeren. En net toen ik voor het eerst les zou gaan geven, hebben een paar vrienden uit de kunstwereld me overgehaald om toch mijn conservatorium af te maken. Dat heb ik gedaan, maar op mijn voorwaarden. Ik zou me niet meer laten doen door medestudenten. Me niet meer klein laten maken. Me niet meer schuldig voelen. En als ik nu op een podium voel hoe ik samen met andere muzikanten in de vierde dimensie kan belanden en de vibe overslaat op het publiek, dan weet ik: dit was geen slechte beslissing.

Uw collega’s bij LABtrio zijn na twaalf jaar grote namen in de Vlaamse jazz. Die oude paus op de zolder van het Vaticaan zou uw erkenning op Middelheim ‘immanente rechtvaardigheid’ noemen.

Boehme:(aarzelend) Ik was voor buitenstaanders altijd ‘dat meiske dat daarbij speelt’. Toen een vriendin me op Gent Jazz vroeg om onze cd te signeren, kwam de winkeljuffrouw tussenbeide: ‘Zou je dat niet beter aan de groep vragen?’ Terwijl ik recht van het podium kwam! Of ze denken dat ik het liefje van de bassist ben. (stilte) Dan doet het deugd om door Middelheim gevraagd te worden om een hele dag mijn muziek te spelen. En daar staat dus géén LABtrio bij, om me even los te maken.

De miskenning van vrouwen in de jazz zit u allang hoog, niet? Aan zangeressen en pianistes geen gebrek, maar daarbuiten?

Boehme: Die discussie is al aan de gang sinds de jaren veertig, en ik wou dat ik ze niet meer zou hoeven te voeren. Je mag dan nog zo goed zijn als je mannelijke collega’s, het zijn zij die de prijzen winnen en de krantenkoppen halen. Je ziet het onevenwicht al in de opleiding, hè. Het muzikantschap is een levensstijl die moeilijk met het klassieke gezinsleven te combineren valt. Maar als je een kind krijgt, zal het vrijwel altijd de man zijn die zijn job zal blijven doen. Ik vind het niet erg om in de minderheid te zijn, maar ik wil niet anders behandeld worden.

Zelfs aan het conservatorium werd ik als instrumentalist scheef bekeken door medestudenten – tot ze me hadden horen spelen.

Kunt u daar een voorbeeld van geven?

Boehme: Ik krijg vlakaf te horen: ‘We willen geen vrouw in de band, want dan kunnen we na het concert geen pintje drinken en over de vrouwen babbelen.’ Komaan, ik zal gerust meedoen, hoor. Zelfs aan het conservatorium werd ik als instrumentalist scheef bekeken door medestudenten – tot ze me hadden horen spelen. Dan moesten ze wel toegeven dat ik ‘het toch een beetje kon’. Of beter nog: ‘Knap, je speelt als een vent.’ En dat zou dan een compliment moeten zijn?

Op Jazz Middelheim speelt u vier sets, waarvan twee met de Servische pianotovenaar Bojan Z. Hoe is dat in zijn werk gegaan?

Boehme: Ik werd door JazzLab (Vlaamse concertorganisator voor jong talent, nvdr) geselecteerd om deel te nemen aan een Europees project, in samenwerking met muzikanten uit België, Nederland, Frankrijk, Luxemburg en Estland. Samen met een coach zou er een programma worden samengesteld, en dat zou dan toeren door die landen. Alleen bleek de coach Bojan Z te zijn. Het bleek al snel veel meer dan een occasioneel project, het was liefde op het eerste gezicht. Die band stond er meteen.

Uw grote moment wordt Grand Picture Palace, een band met blazers en strijkers. Wat mogen we verwachten?

Boehme: Het idee zit al jaren in mijn hoofd. Het salonorkest van mijn vader trok me erg aan. Maar kon ik dat wel, schrijven voor strijkers? Toen kreeg ik de vraag van theatergezelschap Tutti Fratelli om muziek te componeren voor orkest. Het lukte vrij goed, en dat gaf me vertrouwen. Wat later hoorde ik in de auto een opname van componist Gavin Bryars, met bassist Dave Holland én een heel orkest. Die stijlvolle, eenvoudige partijen van Holland op de voorgrond, dat wilde ik ook. Ik heb toen onmiddellijk muzikanten gebeld en repetitiedata vastgelegd, dan kon ik er tenminste niet meer onderuit. Polyfonische gezangen die overgaan in freejazz, doorgecomponeerde stukken waar toch plaats is voor improvisatie: alles wat ik in me heb, zal erin zitten. Denk ik. Het is nog niet klaar. (schatert)

Jazz Middelheim, 15-18/08 in Park Den Brandt, Antwerpen. Lees op KnackFocus.be de tips van de redactie.

Anneleen Boehme

– 1989: geboren in Izegem

– 2001: begint contrabas te spelen

Studies Conservatoria Den Haag en Antwerpen, regentaat Nederlands-Engels

– 2007: start LABtrio

– :Albums Fluxus (2013), The Howls Are Not What They Seem (2016), Nature City (2017)

– 2019: stelt eigen werk voor op Jazz Middelheim

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content