Jean-Marie Dedecker (LDD)

Afscheidsbrief aan Laurette Onkelinx: ‘Eigenlijk zal ik je missen. Maar niet om je beleid’

Laurette Onkelinx kondigde deze week haar politieke afscheid aan. Jean-Marie Dedecker was Kamerlid in de laatste jaren het PS-kopstuk federaal minister was, en blikt terug. ‘Je was de beste hefboom op weg naar Vlaamse onafhankelijkheid.’

Geachte Mevrouw Onkelinx,

Laat me toe u te tutoyeren. Niet dat ik oneerbiedig wil klinken, maar het vousvoyeren gaat beter in de taal van Molière dan in die van Conscience. Dat je na twintig jaar ministerschap de taal van zestig procent van de bevolking waarover je regeerde, nog altijd nauwelijks spreekt, kan ik je niet kwalijk nemen. Vlamingen zijn immers zo’n platbroeken dat ze zich al bijna tweehonderd jaar lang laten voor het grootste deel hebben laten besturen door mensen die hen niet verstaan. Je zal wel begrijpen, mevrouw Onkelinx, dat ik mij niet kan aansluiten bij de lofzang van de hypocriete politieke kettingzagen ter gelegenheid van je nakende retraite. Ik zal er geen krokodillentraan om plengen.

Afscheidsbrief aan Laurette Onkelinx: ‘Eigenlijk zal ik je missen. Maar niet om je beleid’

Ik zat immers in het parlement toen je onder impuls van Philippe Moureaux, de lakse burgemeester van Molenbeek, het migratiebeleid liet verkommeren. Ik was erbij toen je van Guy Verhofstadt als een hysterica zijn partijgenoot minister Marc Verwilghen mocht afbekken toen hij het jeugdsanctierecht wou invoeren. Ik was er getuige van toen je de sociale zekerheid met miljarden liet ontsporen om het Waalse wanbeleid te financieren. En dan zijn er nog tal van faits divers: voorgestelde wetswijzigingen voor de casinolobby rond online gokken, 100 miljoen euro aan vaccins voor farmareuzen als GSK voor een fictieve griepepidemie, aanpassen van de nachtvluchten boven Zaventem om je nachtrust in Schaarbeek niet verstoren… de rij is eindeloos. Je socialistische stamvader André Cools zei ooit dat macht tot niets diende als je het niet durft te misbruiken.

Ik zou het niet durven zeggen, maar kwatongen beweren dat je het exponent bent van het casinokapitalisme, de koningin van le gauche caviar: links paaien en rechts graaien met de staat als trog. Of zoals Derk-Jan Eppink tien jaar geleden schreef in Knack: ‘Het kapitaal heeft immers historisch gezien meer invloed gehad op je Waalse en Brusselse kameraden dan Das Kapital.’ ‘Begeerte heeft ons aangeraakt’, zingen jullie uit volle borst en met gebalde vuist in ‘de Internationale’. Ik kan het alleen maar beamen. Vroeger wilde men het volk nog verheffen. Het tribune-socialisme had nog pedagogische en moraliserende doeleinden. Militanten gingen toen nog naar café Germinal om kameraden te ronselen, om hen te waarschuwen tegen de drankduivel, en om hen in te prenten dat ze beter hun pré afgaven aan moeder de vrouw, dan aan de cafébazin.

‘Diegenen die nog geloven in de utopische maakbaarheid van de mens zitten nu aan de toog bij de communistische PTB van u003cstrongu003eRaoul Hedebouwu003c/strongu003e, wachtend op hun volgende ontgoocheling.’

De klassenstrijd is echter gestreden. Het kapitalisme is zelf gesocialiseerd tot volks-en spaarboeksocialisme, en de kardinalen van de socialistische geloofsleer hebben zich al lang bekeerd tot het kassa-socialisme. Diegenen die nog geloven in de utopische maakbaarheid van de mens zitten nu aan de toog bij de communistische PTB van Raoul Hedebouw, wachtend op hun volgende ontgoocheling.

Voor de bekeerde mandatarissen klotst het geld tegen de plinten en vliegt de champagne in dozen binnen. Het mag zelfs ten koste van de armen gaan zoals bij Samusocial, waar je dauphin, de Brusselse burgemeester Yvan Mayeur het verschil niet meer kende tussen de dis en zijn eigen broekzak. Rood of geen brood. Voor hem is er geen standbeeld meer nodig. Hij is van zijn sokkel gevallen nog voor hij uit zijn stadhuis is weggestemd. Kassa-socialisme ontaardt altijd in nepotisme. Daardoor heb je je geloofwaardigheid en de helft van je electoraat verloren.

Je angstplaat ‘als rechts regeert verlies je niet alleen je baan, maar ook je uitkering’, is dolgedraaid, en het creëren van een nieuw allochtoon proletariaat door het criminaliseren van het weggelopen autochtone proletariaat, heeft de leemte niet kunnen opvullen.

‘Een machtspoliticus hoeft geen beleid te voeren, het volstaat zich te handhaven in de hogere regionen van de partijcenakels.’

Eigenlijk zal ik je missen, mevrouw Onkelinx. Niet om je beleid. Integendeel. Een machtspoliticus hoeft geen beleid te voeren, het volstaat zich te handhaven in de hogere regionen van de partijcenakels. Maar je was de beste hefboom op weg naar Vlaamse onafhankelijkheid. Van zodra je het woord ‘Vlaanderen’ hoorde, klonk het in je oren als gekletter van fascistische laarzen op de gang. Toen je echter moest bekennen dat je grootvader Maurice als lid van het Vlaamsch Nationalistisch Verbond dienstdoend oorlogsburgemeester geweest was in het Limburgse Jeuk, zong je een toontje lager. Laurette-mitraillette met flodderkogels. Je scheldtirades als rode passonaria waren eerder lachwekkend dan pathetisch.

De cultuur van de grote bek -die mij echter ook niet vreemd is, ik moet het deemoedig toegeven- behoort van oudsher tot de scheldcultuur van de PS. Het is je vergeven. De Carolingien Jean-Claude Van Cauwenberghe schold de journalisten uit voor “pétasses” en je ontdekker en mentor André Cools was een decibelkanon, monddood gemaakt en vermoord door de maffia aan de Maas in een rode stammentwist.

Ik moet het je toegeven, geachte mevrouw Onkelinx, niettegenstaande je drukke politieke agenda heb je wel uitstekend voor je familie gezorgd. Je dochter Sara kreeg een inloopbaantje bij Samusocial. Laat me dus niet geloven dat je van de graaicultuur bij die daklozenorganisatie niet op de hoogte was. Je stiefzoon Julien Uyttendaele zit zich ondertussen al op te warmen al in het parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Je ex-man Abbès Guenned , tegen wie ooit een internationaal aanhoudingsbevel liep wegens verdenking van betrokkenheid bij drugshandel, mocht zelfs aan de slag op de ‘strategische cel’ van je kabinet toen je minister van Justitie was. Volgens De Standaard werd hij indertijd nochtans tweemaal opgepakt, eenmaal door de paspoortcontrole in Zaventem en andermaal in het Turkse Izmir, maar een diplomatiek paspoort en dito druk hielden hem uit cel. Na een flitsscheiding huwde je met grondwetspecialist Marc Uyttendaele. Hij heeft al jaren een dagtaak aan het verdedigen van mandatarissen van jouw Parti des Scandales en incasseert daarnaast ook nog miljoenen aan euro’s ereloon als jurist voor allerhande overheidsinstellingen.

‘Machthebbers hebben de onhebbelijke gewoonte om bekwame mensen te liquideren als ze durven te zeggen dat de koningin of de keizer geen kleren aanheeft.’

Dat je nu besloten hebt om op te stappen kan ik begrijpen. Het is moeilijk een gewone parlementaire stervelinge te zijn, als je 22 jaar onafgebroken verwend bent geweest in de coulissen van de ministeriële macht. Ik heb het eerder moeilijk met de journalistieke litanieën bij je tranerig aangekondigd afscheid van de vaderlandse politiek. Een oud Vlaams spreekwoord zegt oneerbiedig dat de ratten als eerste een zinkend schip verlaten. En je opvolgers? Die zijn er blijkbaar niet, maar dit is eerder logisch. Machthebbers hebben de onhebbelijke gewoonte om bekwame mensen te liquideren als ze durven te zeggen dat de koningin of de keizer geen kleren aanheeft. Zoals je Vlaamse compagnon de route Johan Vande Lanotte het ooit zo plastisch uitdrukte ‘Onder een grote boom groeit geen gras’. Hij is ervaringsdeskundige. Vraag het maar aan zijn politieke verweesde erfgenamen. Après nous le déluge.

Geachte Mevrouw Onkelinx, geloof me, er zal meer nodig zijn dan het verplaatsen van wat ligzetels op het dek van de zinkende rode Titanic. Het wordt pompen of verzuipen met nieuwe onbezoedelde kameraden aan het roer. Het wordt geen sinecure, die zoektocht naar rode maagdelijkheid. Ik wens je echter een mooie oude dag in je stulpje in het mondaine Lasnes, rustig achterover leunend met een dekentje op je schoot zoals op menige kabinetsvergadering, en met op de achtergrond het melodietje van de Internationale: “sterft gij oude vormen en gedachten…”

Adieu, en niet tot weerziens.

Ik groet je met gebalde vuist,

Jean-Marie Dedecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content