Thomas Belligh

‘500 miljoen belastinggeld voor “religie”: ongerechtvaardigde kosten?’

Thomas Belligh Vice-voorzitter van de European Democrat Students

‘Uiteraard moeten we op onze hoede zijn voor fundamentalisme en ons met hand en tand verzetten tegen elke vorm van religieus geïnspireerd geweld, maar deze naargeestige visie op religie mag ons niet het zicht doen verliezen op al het andere wat religie kan betekenen’, schrijven Thomas Belligh en Kevin Maas.

Maurits Vande Reyde, Vlaams parlementslid voor Open VLD en voormalig voorzitter van Jong VLD ijvert in een opiniestuk voor het volledig stoppen met het uitgeven van belastinggeld aan enige vorm van religie in onze samenleving. Wij bedanken mijnheer Vande Reyde graag voor zijn liberale bijdrage aan dit debat, maar zetten ook graag in de verf waar zijn redenering spaak loopt en waarom wij als jonge christendemocraten een fundamenteel andere visie op deze zaak hebben.

Volgens de berekeningen van Vande Ryde zou er in elk geval zo’n slordige half miljard euro per jaar naar “religie” vloeien. Bovendien zouden er daarnaast “onnoemelijk vele andere stromen via schimmige tussenstructuren de godsdienstige machten bereiken”. Aangezien er in zijn stuk voor de rest niets meer gezegd wordt over deze claim, die ons al even schimmig lijkt als al die vermeende tussenstructuren, zullen we hier alvast niet verder op ingaan. Terug naar het half miljard. Hoe komt Vande Reyde aan dit bedrag?

500 miljoen belastinggeld voor ‘religie’: ongerechtvaardigde kosten?

Blijkbaar bestaat dat voor het overgrote deel (292 miljoen – ongeveer 60% van het bedrag) uit de lonen van de leerkrachten van de verschillende religieuze vakken in het gemeenschapsonderwijs. Uiteraard heeft de vakinhoud die deze leerkrachten doceren met het ruime fenomeen religie en spiritualiteit te maken, maar dit beschouwen als geld dat rechtstreeks naar religie zou vloeien, is wel heel kort door de bocht. Leerkrachten die een godsdienstig vak doceren doen veel meer dan twee uur per week een religieus indoctrinerend praatje houden, alle anti-theïstische misconcepties daarover ten spijt. Ze gaan samen met hun leerlingen op stap om over de grote levensvragen, over zingeving, over spiritualiteit, over cultuur en geschiedenis, over het menszijn als zodanig even stil te staan en daarover te kunnen nadenken.

Het idee dat er hier binnen geen ruimte zou zijn voor dialoog of geen ruimte om kennis maken met andere religies en levensbeschouwingen wordt ontkracht van zodra men de moeite doet om eens effectief binnen te gaan in een lokaal waar godsdienst onderwezen wordt. Ja, het is waar dat die leerkrachten dat steeds doen vanuit hun overtuiging, hun traditie, hun invalshoek. Dit zal echter steeds het geval zijn, want geen mens kan neutraal blijven ten opzichte van de fundamentele vragen waar religies en levensbeschouwingen zich tot verhouden. Besparen door de verschillende godsdienstlessen te vervangen door een “neutraal” vak zal in de praktijk neerkomen op het (expliciet of impliciet) bevorderen van de dominante atheïstische levensovertuigingen binnen het gemeenschapsonderwijs, wat wel degelijk neerkomt op een schending van de vrijheid van godsdienst en de neutraliteit van de staat.

De tweede grote “kostenpost” betreft de lonen en pensioenen van priesters, imans, rabijnen en vrijzinnige voorgangers. Met een goede 100 miljoen euro per jaar is dit een substantiële besteding van belastinggeld waar over nagedacht mag en moet worden. De feiten dwingen ons echter meteen te zeggen dat, toch voor wat de katholieke priesters betreft, de situatie niet zo simpel is als Vande Reyde ze voordoet. Het feit dat de staat de lonen van de katholieke priesters betaalt is op zich geen onderdeel van de discussie over het al dan niet financieren van religie, maar niet meer dan het honoreren van een publiekrechtelijke regeling. Het is een (relatief geringe) tegemoetkoming voor het niet restitueren van het patrimonium van de kerk dat onrechtmatig in beslag genomen werd door de staat ten tijde van de Franse Revolutie. Deze belangrijk opmerking terzijde, geloven wij ook dat het gerechtvaardigd is om als staat alle andere groepen, waaronder de vrijzinnige, protestantse, orthodoxe, islamitische en joodse gemeenschappen, financieel te ondersteunen in de beleving van hun religie en spiritualiteit. Vande Reyde focust alleen maar op controle als het enige mogelijke positieve gevolg van deze financiering. Zijn verdere opmerkingen over religie als een potentieel gevaar, met als klap op de vuurpijl een IS strijder als ultiem afschrikmiddel, getuigen van een bijzonder armetierige visie op het rijke en complexe fenomeen van religie en spiritualiteit.

Als christendemocraten zullen we de laatsten zijn om alle bevoegdheden richting de staat af te schuiven en het speelveld van personen en gemeenschappen op die manier te verkleinen. De staat moet zeker niet alles financieren en haar onderdanen het geld uit de zaken kloppen bij iedere stap die ze zetten. Echter, rekening houdend met het totale budget dat de Vlaamse overheid tot haar beschikking heeft, is 100 miljoen euro voor de bedienaars van de erediensten geen gekke investering. Een staat die niet louter een nachtwakerstaat wil zijn, maar echt wil inzetten op gezondheid en welzijn op alle gebied, moet durven overwegen om gedeeltelijk bij te dragen aan de mogelijkheid voor mensen om voluit hun spirituele dimensie in groepsverband te kunnen beleven.

Uiteraard moeten we op onze hoede zijn voor fundamentalisme en ons met hand en tand verzetten tegen elke vorm van religieus geïnspireerd geweld, maar deze naargeestige visie op religie mag ons niet het zicht doen verliezen op al het andere wat religie kan betekenen. Onze samenleving verandert razendsnel door, onder andere, de verregaande globalisering. Onze maatschappij lijkt steeds meer rond consumeren en het boeken van winst te draaien. Als christendemocraten geloven we dat de mens fundamenteel meer is dan louter een consument of een productiekracht en dat er weerwerk moet geboden worden tegen de sterke materialistische tendensen. Binnen dat kader kan het deelnemen aan religieuze activiteiten bijdragen tot een hoger algemeen welbevinden. Het kan momenten van rust brengen in een hectisch leven, het kan de samenhorigheid versterken door samen met anderen je geloof te belijden. Het kan het leven meer ‘zin’ geven. Kortom, religie en spiritualiteit kunnen zorgen voor verbinding, voor samenhorigheid, voor gedeelde normen en waarden, voor traditie en voor cultuur en bovenal kunnen ze in een wereld boordevol met ‘wat’ en ‘hoe’ een ‘waarom’ geven aan de mens. En, om het met de woorden van Nietzsche te zeggen, “Wie een waarom heeft waarvoor hij kan leven, kan bijna elk hoe verdragen.” Dit lijkt ons, voor een betrokken en sociale overheid, toch wel enige vorm van investering waard.

Ten slotte haalt Vande Reyde de wachtlijsten voor mensen met een beperking en voor mensen in de geestelijke gezondheidszorg als alternatieven waaraan al dat belastinggeld beter zou gespendeerd kunnen worden. We kunnen alleen maar blij zijn dat deze prangende sociale thema’s ook door onze vrienden de liberalen nog eens prominent op tafel gelegd worden. Laat ons hopen dat dit de teneur blijft bij de terugkerende budgettaire onderhandelingen op Vlaams niveau. En laat ons vooral hopen dat er geen valse keuze moet worden gemaakt tussen twee fundamenteel menselijke noden waar we als warme samenleving allebei zorg voor moeten dragen. Met een verdere hervorming van onze belastingstelsel en een eerlijke bijdrage van de allerhoogste vermogens zou dat alvast geen probleem mogen zijn.

Thomas Belligh is vice-voorzitter van de European Democrat Students.

Kevin Maas is nationaal bureaulid van JONGCD&V.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content