De 90-jarige Laura Hoet combineert het kloosterleven met de baan van directrice in een van Vlaanderens grootste ziekenhuizen.

Er zijn van die mensen aan wie het loopbaaneindedebat gewoon voorbijgaat. Sterker, in wier contract staat dat ze blijven werken tot het einde. Zo iemand is zuster Laura Hoet, gedelegeerd bestuurder van het H.-Hartziekenhuis in Roeselare. Zuster Laura (jaargang 1915!) is behalve de oudste gedelegeerd bestuurder van een groot ziekenhuis ook een wonderlijke vrouw. Eén van die taaie West-Vlamingen over wie vroeger boeken geschreven werden met titels als ‘Groten van bij ons’.

West-Vlaming, want al werd ze geboren in Viaene-Moerbeke bij Geraardsbergen, haar familie kwam uit Roeselare en ze groeide op in Handzame. Haar vader was daar stationschef. ‘Maar hij wilde vooral dat we studeerden’, zegt ze. En niet alleen de vier jongens van het gezin, ook de drie meisjes. Laura ging op pensionaat bij de dames Van Biervliet in Tielt.

Een typische keuze, want ook al zijn de gezusters Rosalie, Henriette, Virginie en Mélanie Van Biervliet nu vrijwel vergeten, hun pedagogische opvattingen hebben grote invloed gehad. De dames Van Biervliet begonnen in 1829 in Tielt een pensionaat voor jonge meisjes. Een aparte school, want de zussen hadden een gezond afgrijzen van ‘smachtende’ meisjes die elegant in zwijm konden vallen en nooit een boek lazen omdat ‘niets zo onuitstaanbaar is als een lezende vrouw’. Ze bouwden een opleiding uit voor jonge vrouwen die een rol in het leven moesten vervullen. En ze hadden succes: ze openden scholen in Tielt, Brussel, Leuven en Berchem.

In zo’n school leerde je niet alleen werken, daar leerde je ook zelfbewustzijn te kweken. Zelfs als je uit het kleine Handzame kwam.

Na de middelbare school kwam Laura thuis, hielp in het huishouden en legde meteen ook examen af voor telefoon en telegraaf. ‘Ik ken nog alle morsetekens’, zegt ze trots.

Liefde voor de mens

En ze amuseerde zich. Speelde toneel, ging uit, reisde veel. Met een vader ‘aan de ijzeren weg’ waren de tickets gratis. En ze had succes bij de jongens. ‘Maar’, zegt ze, ‘ik wilde liefde geven aan veel mensen’ en dus trad ze op 22 jarige leeftijd in bij de Zusters Missionarissen van het Onbevlekt Hart van Maria, beter bekend als de zusters van de Jacht in Heverlee.

In de opleiding zat een stage in een klein ziekenhuis in Roeselare. Dertig bedden en drie artsen, meer niet. Net genoeg om de toekomstige missiezusters op te leiden.

Maar in 1945, kort na de oorlog, kon je niet vertrekken naar de missies. Dus bleef Laura in Roeselare en begon ze het ziekenhuis uit te bouwen. En het ging snel. In 1949 startte de verpleegstersschool en de bouw van twee nieuwe vleugels aan het ziekenhuis. In 1952 waren er 282 bedden, in 1961 al vierhonderd bedden. Vandaag zijn er 150 geneesheren-specialisten, meer dan tweeduizend man personeel en 892 bedden.

Uit het kleine ‘oefenhospitaal’ groeide een modern ziekenhuis. Uit het kloosterziekenhuis een vzw waar enkel leken werken én zuster Laura natuurlijk. ’s Morgens om vijf uur staat ze op om te bidden. Om kwart over zes is ze al in het ziekenhuis.

‘Ik was vanaf het begin assistente van de overste’, vertelt ze. ‘Het ziekenhuis was van het klooster en ik was directrice van het ziekenhuis. Ik had veel vrijheid, maar altijd in overleg met de overste. Maar ik zag in dat veel zusters niet echt geschikt waren voor functies in de raad van bestuur. En dat het financiële beheer van het ziekenhuis los moest van het klooster. Het ziekenhuis kon dan in volle autonomie groeien.’

Maar hoe beleeft een kloosterzuster de toch wel enorme veranderingen in de geneeskunde? Hoe gaat ze om met vragen over euthanasie, in-vitrofertilisatie? ‘Het gaat hier om medische problematiek, die grondig onderzocht wordt in de ethische commissie, de medische raad en raad van bestuur. Mijn richtsnoer is hierbij de liefde voor de mens, ook en zeker in moeilijke situaties. Dat is mijn roeping in het ziekenhuis en in mijn leven, eerbied in liefde voor de patiënten, dokters en personeel.’

En waarom werkt iemand van 90 nog steeds? ‘Ik leef graag, ik ga graag op reis en ik werk natuurlijk geen hele dagen meer. Ik ben ook dichteres. Ik ben gelukkig en ik ben gezond. Waarom zou ik dan niet werken?’

Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content