?Big in Belgium? : Jan Delvaux zet de vaderlandse pop op papier.

Doe-het-zelverij en hobbyisme. Twee van de belangrijkste kenmerken van de Belgische pop, zo ontdek je tijdens het lezen van ?Big in Belgium Het Verhaal van de Belgische Pop?. Knack-medewerker Jan Delvaux kijkt terug naar de tijd van The Kids en Arbeid Adelt, maar duikt ook verder in het verleden tot bij The Pebbles en de vogeltjesdans, om uiteindelijk te belanden bij K’s Choice, dEUS en Hoover. Zijn boek is een bewerking en bundeling van teksten die hij schreef voor het zaterdagavondprogramma ?Het verhaal van de Pop? op Studio Brussel, waarin alle noemenswaardige muzikale Belgen de revue passeren.

Doe-het-zelverij en hobbyisme, dat slaat vooral op de periode 1980 en daarvoor. Platen worden hoofdzakelijk in eigen beheer opgenomen, zakelijke onkunde haalt het meer dan eens van muzikaal talent. Kris De Bruyne beklimt de ladder van succes, tot hij de fiscus op bezoek krijgt met de mededeling dat hij geen sociale bijdragen en belastingen heeft betaald. De trage ontwikkeling van de binnenlandse pop heeft echter ook te maken met brute pech : The Pebbles ( ?Seven horses in the sky?) worden bijna door The Beatles getekend, maar net niet ; The Wallace Collection ( ?Daydream?) staat dicht bij een internationale doorbraak, maar wordt geveld door simpel materiaalverlies tijdens een tournee.

Delvaux, een nog niet zo grijze eminentie in de Belgische popjournalistiek, stelt vast dat tussen 1960 en ’65 de rebelse jeugd in Vlaanderen aangewezen is op amper drie kwartier gerichte radio per week. Een jonge Guy Mortier (dezer dagen hoofdredacteur van Humo) presenteert op zaterdag ?Schudden voor gebruik? en leert zijn aanhang Little Richard en Chuck Berry kennen. Op het zakelijke vlak duurt het tot het einde van de jaren tachtig eer de muziekindustrie investeert in lokale helden.

Toch is het niet allemaal kommer en kwel, integendeel. In theorie is België zelfs het beste land ter wereld om aan muziekbeoefening te doen. We vormen namelijk een communicatiepunt, een plek waar zeer uiteenlopende dingen samenkomen en waar mensen tegen de stroom in durven zwemmen en beginnen te experimenteren. Kijk maar naar Arno, en meer recent Evil Superstars en dEUS.

Maar wie zijn dEUS en Evil Superstars nu precies ? Dàt legt de auteur niet of nauwelijks uit. Zap Mama blijft een naam zonder meer. In ’86 duikt plots Jan Leyers op en wie hem niet kent van Soulsister is gezien. Het is wachten tot Front 242 vooraleer we inzicht krijgen in een groep. Delvaux veronderstelt een vrij uitgebreide voorkennis van de lezer. Al gaat hij er misschien ook gewoon van uit dat zijn boek sowieso enkel bij de kenner terechtkomt.

HET POPBELEID

De peetvader van de Belgische rock kent iedereen : Raymond van het Groenewoud. In zijn band zat Jean-Marie Aerts, de man die een cruciale rol speelde in het ontwaken van België als rocknatie. Aerts komt terecht bij T.C. Matic, maar is verder ook betrokken bij platen van onder anderen Jo Lemaire, De Kreuners, The Scabs, Noordkaap en Elisa Waut. Onze nationale rocktrots van de jaren tachtig, T.C. Matic, wordt gek genoeg in het leven geroepen door de ASLK : de bank geeft de groep een cheque van 75.000 frank en zanger Arno Hintjens zal nooit meer werken. Zowat tien jaar na de ASLK, is het de nieuwe tv-zender VTM die de Belpop een stevige injectie geeft. Al lijkt er voor Arno weinig plaats op de commerciële zender, Clouseau en anderen zien hun carrière een vlucht nemen. Aan de overkant van de hoofdstad is ondertussen een volwaardige rockzender geboren, Studio Brussel. We mogen echter niet vergeten dat onze grootste kracht ligt in het maken van elektronische dansmuziek, denken we maar aan Technotronic en 2 Unlimited.

Delvaux geeft blijk van een uitgebreide dossierkennis. Hij kent platenfirmalui, verwijst naar managers en staaft zijn uitleg met verkoopcijfers. Hij belicht mensen uit de rand, zoals Guy Peellaert, een landgenoot die blijkbaar platenhoezen ontwierp voor de Rolling Stones en David Bowie. Of ontwerpers Walter Van Beirendonck, Raf Simons en modehuis Olivier Strelli, die respectievelijk U2, David Bowie en Mick Jagger mogen kleden. En hij wijdt een hoofdstuk aan het nationaal popbeleid, of beter het gebrek eraan. Delvaux kijkt naar Frankrijk en ziet hoe het wel moet.

Dat hij soms moeite heeft om hoofdzaak van bijzaak te scheiden het ontstaan van de Rock Rally, toch een van de steunpilaren van de Belgische rock, krijgt niet meer aandacht dan een journalist van het Nederlandse blad OOR die in ’96 de stand van zaken bij ons komt opmaken is hem vergeven. ?Big in Belgium? wil zich niet voordoen als encyclopedie van de vaderlandse pop, wel zoals de ondertitel aangeeft als een boeiend verhaal. En daar is hoegenaamd niks mis mee.

Bart Vandormael

Jan Delvaux, ?Big in Belgium?, Hadewijch/Studio Brussel, 125 blz. 690 fr.

Arno Hintjens en Jean-Marie Aerts : de nationale rocktrots.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content