Zacht Apeverdriet

© BERT NIENHUIS/HOLLANDSE HOOGTE
Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Hij was een man van weinig woorden, en ook zijn schilderijen brengen geen grote verhalen.

In het Oosten had hij een zenmeester kunnen zijn, maar hij woonde aan de Leie in Astene en stelde het zonder religie, filosofie of hogere zin. Hadden anderen hem niet aangespoord, dan was hij ook nooit een wereldberoemd schilder geworden. De bediende Raoul De Keyser maakte een horizontale loopbaan door als secretaris op het rectoraat van de Universiteit Gent. In zijn vrije tijd schreef hij stukjes in de krant over voetbal en kunst. O, en hij nam thuis soms het penseel ter hand, maar veelal ook niet.

Tot er in de jaren zestig een nieuwe lente en een nieuw geluid over de wereld kwamen: popcultuur. Pop, overgewaaid naar de Leievlakte, maakte de bloei van een nieuw realisme mogelijk. De werkelijkheid van een zonsopgang, een koffiepot, een traan of een bezemsteel, waargenomen op een maandagochtend zonder verhaal. Alles werd gelijkelijk het bezingen waard bevonden. De dichter Roland Jooris gaf er geen duimbreed op toe, net zomin als zijn geestgenoot in de schilderkunst, Roger Raveel. Aan de academie van Deinze leerde deze meester de geheimen van een ‘Nieuwe Visie’ kennen aan een begaafde amateur, de dertigplusser Raoul De Keyser.

Van de lichtende, luchthartige wereld die zij dan – samen met Reinier Lucassen en Etienne Elias – in 1966-’67 op de keldermuren van het kasteel van Beervelde schilderden, vulde De Keyser de details in, de tussenruimten, valse deurklinken. Daarna deed hij het op z’n eentje, en dat zou hij blijven doen: inzoomen op concrete bijzonderheden, en ze laten oplossen in het onbestemde. Tot het bijna louter sporen werden. Toegegeven, met de jaren opschuivend naar meer abstractie, niet als intellectuele constructie, maar als optische ervaring, verstrengeld in het vergankelijke organisme. Jan Hoet vat De Keysers kunst samen in één zin: ‘Uit het raam kijken met de gordijnen dicht.’

Had alles er anders uitgezien, indien hij geen bril nodig had gehad? De uitvergroting van het dichtstbijzijnde, geplaatst in een soms afgrondelijk, altijd raadselachtig landschap. De schilderijen van Raoul De Keyser zijn onbegrijpelijk, zoals de werkelijkheid. Hoe langer men ernaar kijkt, hoe verwonderlijker ze worden. Verf en kleur, lijn, vlak en vorm tasten elkaar af en komen tot een staat van precair evenwicht in de compositie van weer een nieuw beeld. Alle samen vormen ze fragmenten van de nooit eindigende puzzel van het wereldlandschap. Vaker wel dan niet hangt er een waas van melancholie in de lucht, een Zacht Apeverdriet, zoals hij drie van zijn schilderijen noemde. In krachtige zwarte vegen roepen ze de apenbroodboom op, groot en duister, in zijn tuin.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content