Yvan Colonna 1960 — 2022

© Reuters

Vrijdag 6 februari 1998 brengt een kille avond naar Ajaccio, Corsica. De lokale prefect Claude Érignac zet zijn vrouw af voor het Kallisté-theater. Hij parkeert zijn auto verderop en loopt terug naar de zaal. Dan duikt een man achter hem op. Die schiet de hoogste Franse dignitaris op het eiland één keer in de nek en twee keer in het hoofd. Érignac sterft ter plaatse. De moordenaar gooit zijn Baretta 1992 F naast het lijk neer.

Na drie rumoerige dagen op Corsica eist een obscure groep nationalisten de moord op. Bij wijze van bewijs beschrijven ze het moordwapen gedetailleerd. Het duurt een vol jaar voor de eerste vier verdachten worden opgepakt. Een van hen praat nog twee andere kompanen aan de galg en het macabere gezelschap wijst een zevende man aan als schutter: Yvan Colonna, herder van beroep.

Die man is geboren in 1960 in Ajaccio als middelste van drie broers met ouders die allebei leerkracht lichamelijke opvoeding zijn. Hij een raszuivere Corsicaan, zij een Bretonse. De vader krijgt in 1975 een job als leraar in Nice en het gezin verkast naar die stad. Yvan Colonna blinkt nergens in uit, valt evenmin op, maakt met moeite zijn humaniora af en wil dan ook voor leraar gaan. Maar hij maakt zijn studie nooit af en na zijn militaire dienst bij de brandweerbrigade in Parijs vertrekt hij terug naar Cargese, aan de oostkust van Corsica, een half uurtje rijden van Ajaccio en de fief van zijn vader, die later op het vasteland nog verkozen zal worden als député voor de Alpes-Maritimes en de socialisten.

Een kogel in de nek, twee in het hoofd.

Burlesk verloop

Yvan Colonna rommelt in Cargese wat aan, als badmeester, wegarbeider, schooloppasser, voetbaltrainer. Wanneer hij gaat samenwonen met een herderin – ze krijgen één zoon – wordt hij dat ook. Colonna heet een wat stuurse man te zijn, en hij militeert bij het clandestiene en gewelddadige Front de Libération Nationale de la Corse (FLNC). Een paar keer ontsnapt hij miraculeus aan het gerecht. Bijvoorbeeld wanneer de politie explosieven vindt in een waterput op de familieboerderij. Of als gendarmes twee van zijn beste vrienden oppakken voor moordpoging op een overloper van het FLNC. Zijn alibi? Op zoek in de bergen naar verloren schapen.

Meteen als zijn naam valt in de zaak-Érignac verdwijnt Colonna spoorloos. Er komt een nooit geziene klopjacht. Tot in Zuid- en Midden-Amerika, overal waar twee Corsicanen wonen, duiken Franse speurders op. Maar pas na ruim vier jaar pakt een commando hem op. In een herdershut op amper 30 kilometer bezuiden Ajaccio. De arrestatie van de intussen in separatistische kringen gesacraliseerde Colonna leidt tot opgeblazen vakantiehuizen, bestookte overheidsgebouwen en destructieve betogingen. En dan moeten zijn processen nog komen.

Een eerste rechtbank acht de herder schuldig en veroordeelt hem tot levenslang. Colonna gaat in beroep. Zelfde resultaat. Colonna gaat in cassatie. Wegens vormfouten moet de beroepsprocedure opnieuw. Uitkomst weer: schuldig en levenslang. Colonna gaat naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Niet ontvankelijk. Al die procedurejaren houdt de beklaagde stug zijn onschuld vol. Geen DNA, telefoonverkeer noch andere tastbare gegevens linken hem aan de plaats van delict. En de rechtszaken kennen soms een ronduit burlesk verloop. Vooral het proces in beroep.

Ravissante croupière

Een ravissante croupière en ooggetuige blijft tegen alle verwachtingen in bij haar vroegere verklaringen. Colonna? Nooit gezien op de moordplek. Een medewerker van Érignac die een portret van zijn baas komt schetsen, beweert plots dat twee mededaders nog altijd vrij rondlopen. Het Openbaar Ministerie geeft die eigen getuige meteen een andere kwalificatie, ‘zeer betrouwbaar’ wordt ‘mythomaan’. Een kompaan van Colonna, eerder veroordeeld als mededader, meldt zich plompverloren als schutter. Andere getuigen wijzigen hun verklaringen. Finaal weigeren de beschuldigde en zijn advocaten nog naar de rechtszaal te komen.

De fanbase van de Corsicaan, die bij elke veroordeling groeit, hoeft geen complottheorieën te bedenken want de realiteit overtreft de fictie. Na de processen blijkt Yvan Colonna een rustige gevangene. Hij trouwt nu officieel met een Corsicaanse en ze krijgen nog een zoon. De man schrijft veel brieven, leest en sport elke dag uren. Dat doet hij in zijn eentje ’s morgens op 2 maart van dit jaar ook in de sportzaal van de gevangenis in Arles.

Daar besluipt een 36-jarige dolgedraaide Kameroener hem. De jihadist, opgetrokken uit haat en agressie, in Afghanistan opgepakt door de Amerikanen, uitgeleverd en veroordeeld in Frankrijk, probeert Colonna te wurgen en laat de Corsicaan voor dood achter. Pas na tien minuten slaan bewakers alarm. Colonna overleeft. Een paar weken. Dan overlijdt hij, nooit meer ontwaakt uit zijn coma. Het ‘Île de Beauté’ ontploft opnieuw.

Corsicaanse secessionisten willen zelden beseffen dat je van maquis niet kunt leven. Maar met een coryfee als Yvan Colonna hoeft dat ook niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content