Hij was elf toen hij het verkeerde boek in handen kreeg. Sindsdien is Ben Weyts Vlaams-nationalist. Vandaag zelfs de tweede man bij de N-VA. Al geeft hij toe dat hij niet zo stressbestendig is als Jan Jambon, die andere kandidaat om Bart De Wever op te volgen als voorzitter. ‘Dat is zo. Ik ben nogal gepassioneerd. Dat heeft voordelen, maar ook nadelen.’

Voor we neerstrijken aan zijn keukentafel en het interview een aanvang kan nemen, staat Ben Weyts erop dat we kennismaken met de huisdieren. ‘Kijk’, zegt hij terwijl hij naar de twee dwergvarkens wijst die zijn tuin aan het omwoelen zijn. ‘Ziedaar Kotelet en Mignonette. Ik heb hen zo genoemd in de ijdele hoop dat het hun finale lotsbestemming zou worden. Helaas denkt mijn vrouw daar anders over en zijn ze niet voor consumptie bestemd.’

De aanschaf van de varkens had een duidelijk doel, legt hij uit. ‘Wij hebben ze gekocht om de vossen af te schrikken die onze kippen terroriseerden. Hier in het centrum van onze gemeente. Maar zelfs dat heeft niet mogen zijn. De kippen zijn ondertussen allemaal verschalkt, alleen de varkens blijven over. Verkeerde strategie, dus. De remedie heeft het probleem overleefd.’

Over de werkzaamheid van zijn politieke strategie heeft Weyts (43) minder te klagen. Zijn partijvoorzitter is niet langer de populairste politicus van Vlaanderen, maar de N-VA steekt er in de peilingen nog altijd met kop en schouders bovenuit. Weyts – bijnaam: Ben Laden, omdat hij een communautaire hardliner is – treedt als Kamerlid en ondervoorzitter steeds vaker op het voorplan, zeker nu Bart De Wever de handen nog vol heeft met het burgemeesterschap van Antwerpen. Het grote congres in februari 2014, waar de N-VA de laatste rechte lijn naar de verkiezingen van 25 mei inzet, zal door Weyts worden geleid.

Het vertrouwen is groot. ‘Maar ik zal nooit vergeten hoe de kaarten tien jaar geleden lagen’, zegt Weyts. ‘In 2003 had mijn partij één verkozene: Geert Bourgeois. Veel partijgenoten zagen hun kostwinning en hun levensdroom in rook opgaan. Ik was partijwoordvoerder en heb toen de troepen moeten motiveren: stand by your party, in goede en in kwade dagen. Ik heb respect voor mensen die hun partij door dik en dun verdedigen. Iemand zoals Servais Verherstraeten bij CD&V, bijvoorbeeld: die man heeft al veel shit voor zijn partij moeten opkuisen. Dat respecteer ik. Leedvermaak in de politiek is zeer dom.’

Was het dan niet bijzonder cynisch om de overstap van Annick De Ridder aan te kondigen een dag na het congres van Open VLD, de partij die ze verliet?

Weyts: Het tegendeel is waar. Wij wilden haar toetreding al vroeger aankondigen, maar dán hadden we de aanloop naar dat liberale congres pas met een torpedo verstoord.

U hebt uit compassie even gewacht?

Weyts: Nee, dat zeg ik niet. Maar journalisten waren ons op het spoor, dus we moesten die maandag wel een versnelling hoger schakelen.

Is de N-VA de nieuwe Vlaamse liberale partij?

Weyts: Nee, wij zijn geen liberale partij. Wij hebben gelijklopende recepten, dat wel. Maar daar houdt de vergelijking met Open VLD op.

U hebt toch ooit kartelbesprekingen met Open VLD gevoerd?

Weyts: Dat is zo, in een ver verleden. Die pogingen zijn gestrand op een gesprek met Karel De Gucht, die toen voorzitter was. Ik herinner mij nog dat onze mensen terugkwamen van een eerste ontmoeting: ze hadden geweldig lekker gegeten, maar De Gucht had zelfs niet de moeite genomen om hun teksten te bekijken. Hij vond alles goed. Het was meteen duidelijk dat hij ons gewoon wilde inkopen, omdat hij vreesde dat wij sociaal-economisch op zijn terrein zouden komen.

Maar dat hij uw teksten aanvaardde, was toch goed?

Weyts: Hij nam ons inhoudelijk niet ernstig en dan houdt het op. Ik heb toen zelf sterk aangedrongen om die gesprekken stop te zetten. Onze teksten stonden haaks op het Lambermontakkoord dat Open VLD net had goedgekeurd. Maar De Gucht lag niet wakker van de inhoud. Dat is nog altijd het verschil met Open VLD. Wij zijn een aanbodpartij, geen marktpartij.

Wat is het verschil?

Weyts: Een marktpartij probeert te voelen wat er leeft en zegt dan de dingen waarvan ze hoopt dat die de kiezer zullen behagen. Maar wat vandaag modieus is, zal morgen uit de mode zijn. Wij bepalen onze strategie op basis van een programma. Open VLD bepaalt haar programma op basis van een strategie. Vroeger geloofden ze in federalisme, daarna in confederalisme, vandaag zijn ze weer federalisten.

Om zich te positioneren ten aanzien van uw partij.

Weyts: Precies. Ze zien dat wij de marktleider van het confederalisme zijn en gaan zich dan gewoon anders positioneren. Dat zijn pure marketingtechnieken, die gebruikt worden door koekjesfabrikanten. Maar een politieke partij is geen koekjesfabriek, wat mij betreft.

Uw partij doet toch ook aan marketing? Omdat u weet dat er geen draagvlak is voor een onafhankelijk Vlaanderen, trekt u met een confederaal programma naar de kiezer.

Weyts: Artikel 1 van onze statuten blijft overeind. Ons ideaalbeeld blijft die Vlaamse lidstaat in Europa. Alleen willen wij niet langs de oever in het hoge gras blijven wachten tot de situatie zo verrot is geworden dat het land uit elkaar valt. Wij willen vooruit, wij willen perspectief bieden.

Wat iedereen zich afvraagt: hoe gaat u straks dat confederalisme afdwingen bij de Franstaligen?

Weyts: Het gewoonterecht zegt dat de Vlaamse regeringsonderhandelingen worden gestart door de grootste partij. Welnu, wij zullen het initiatief nemen om partners te vinden in onze Vlaamse democratie om een regering te vormen en ook op federaal niveau samen te regeren. Dan onderhandelen we niet namens de N-VA, maar namens de Vlaamse democratie, namens de partijen die samen de Vlaamse regering vormen.

U zult van de Vlaamse partners eisen dat ze aan federale frontvorming doen?

Weyts: We kunnen samen zowel Vlaams als federaal regeren. Alle partijen moeten maar zeggen wat hen het naast aan het hart ligt: de Vlamingen of het federale niveau.

Blijft de vraag hoe u tegelijk een sociaal-economische regering zonder de PS kunt vormen én afspraken kunt maken over het confederalisme.

Weyts: Ik geef toe dat wij onze voorstellen niet eerst door de PS hebben laten goedkeuren. Maar ik vind het vreemd dat men het probleem altijd bij ons legt. Misschien moeten we de zaken eens omdraaien, in plaats van ons bij voorbaat in de verliezersrol te wentelen. Dit is ons aanbod. Het is niet te nemen of te laten. En de mate waarin wij het kunnen realiseren, is niet afhankelijk van deze of gene partij, maar van de bereidwilligheid van de Vlaamse kiezer om ons te steunen.

Sociaal-economisch wilt u vooral minder belastingen.

Weyts: Met de regering-Di Rupo komen alle lasten terecht bij mensen die verantwoordelijkheid nemen, die werken, sparen, investeren, ondernemen. Wij willen die net belonen. We verlagen de belastingschijf van 45 procent naar 40 procent, zodat werklozen die een job vinden daar niet fiscaal voor gestraft worden. We leggen de lat qua vennootschapsbelasting op het Europese gemiddelde van 27 procent. En we verlagen de sociale bijdragen van de werkgevers.

Dat kost een smak geld. Waar haalt u dat?

Weyts: Door de totaliteit van de overheidsuitgaven te bevriezen, kunnen we op kruissnelheid meer dan tien miljard besparen. En we doen dat niet lineair in alle domeinen: het budget voor gezondheidszorg kan blijven groeien, de pensioenen zullen wij blijven indexeren. Maar er is nog heel wat vet dat kan worden weggesneden. In het ambtenarenapparaat, bijvoorbeeld. Door de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd. Dat geld is te vinden.

Uw partij heeft een wat harteloos en asociaal imago.

Weyts: Ik geef toe dat we nog wat werk hebben om de media te laten zien dat wij niet kil en asociaal zijn. Onze voorstellen hebben niets met harteloosheid te maken, maar alles met billijkheid. Wie door de mazen van het net valt, wordt bij ons warmer opgevangen dan vandaag. De werkloosheidsuitkering wordt in het begin zelfs verhoogd. Maar misbruiken moeten worden aangepakt. Mensen zijn pas echt solidair als het verzekeringsprincipe wordt hersteld.

Van de verzekering hoop je toch dat je er nooit iets van hoeft te krijgen? Van een brandverzekering, bijvoorbeeld, wil je je bijdragen toch liever nooit terugzien?

Weyts: Akkoord. Maar als je huis afbrandt, moet de verzekering er wel voor je staan. Vandaag ervaren veel Vlamingen de sociale zekerheid niet meer als hun sociale zekerheid, maar wel als die van anderen.

Weyts: Omdat wij het kind niet met het badwater willen weggooien. Wij staan achter het principe van minnelijke schikking, al moet die wel in verhouding staan tot het misdrijf. Daarover kun je je bij Bois Sauvage vragen stellen. Maar wij willen even streng zijn voor fiscale als voor sociale wantoestanden.

U claimt de Vlaamse grondstroom te vertegenwoordigen. Maakt het geloof daar deel van uit? Of is de N-VA een niet-confessionele partij?

Weyts: Wij zijn een a-confessionele partij. Persoonlijk heb ik iets tegen militante vrijzinnigheid, omdat ik veel respect heb voor mensen die geloven. Het zijn vaak betere mensen, ik ben soms zelfs een beetje jaloers op hen. Geloof geeft mensen een houvast, misschien een beetje vergelijkbaar met de houvast die ik vind in mijn politieke overtuiging.

Uw partij heeft vorige week in de Senaatscommissie de aangepaste euthanasiewet goedgekeurd. Op dat punt gaat u toch een eind mee met de vrijzinnigen, niet?

Weyts: Mijn partijgenote Elke Sleurs heeft mee geholpen om er een evenwichtig wetsvoorstel van te maken. Euthanasie wordt mogelijk voor wilsbekwame minderjarigen als er sprake is van terminaal en ondraaglijk lijden. En de ouders hebben een vetorecht. Over ethische thema’s geldt bij ons overigens geen partijtucht. Ieder parlementslid stemt over zulke kwesties naar eigen eer en geweten.

In een ander delicaat dossier stelt uw partij zich ook veeleer vrijzinnig op. U vindt dat de overheid te allen tijde neutraal moet zijn.

Weyts: Als u aan een loket bediend wordt door een ambtenaar van wie u de neutraliteit kunt betwijfelen, dan is dat een slecht functionerende overheid. Dat is een principiële kwestie. Daarom zijn tekenen van religieuze overtuiging niet toegelaten voor mensen die achter het loket zitten.

En een regenboog-T-shirt?

Weyts: Ik wil de media niets ontzeggen, maar toen De Standaard dat op de frontpagina zette, was dat toch vooral om een rel te creëren. Bart De Wever wilde met dat voorbeeld alleen maar duidelijk maken dat ambtenaren geen enkel symbool mogen gebruiken voor propagandistische doeleinden.

Doet zo’n relletje uw partij dan kwaad of goed?

Weyts: Ik denk dat wij daar toch wat schade van ondervinden. (grijnst) Het is wetenschappelijk bewezen dat er mensen bestaan die het niet zo goed voor hebben met onze partij. Zulke mensen grijpen die uitspraak dan aan om te beweren dat wij homohaters zijn. Dat is een belediging waar we niet op zouden moeten antwoorden. Maar omdat het wordt gesuggereerd, moeten we dat wel doen. Dat is flink vervelend.

Hoe vervelend is het wanneer iemand als Jean-Luc Dehaene uw partij vergelijkt met het Vlaams Belang?

Weyts: Dan denk ik toch vooral: de campagne is nog niet begonnen en de argumenten zijn al op.

Heeft Dehaene geen punt? Uw partij werkt toch, net zoals Vlaams Belang, met een vijandbeeld?

Weyts: In de tijd van ons gezamenlijk kartel had Dehaene daar precies toch minder last van. Het kartel met CD&V is zelfs bij hem thuis bezegeld. Ik vind het ook een prutsargument. Volgens Dehaene zeggen wij dus dat alles de schuld is van de Walen. Ik denk dat de Walen met z’n allen samen minder verantwoordelijkheid dragen voor de huidige malaise dan Dehaene zelf.

Vanwege zijn loodgieterij?

Weyts: Dehaene heeft jarenlang de systematiek van de staatshervormingen gecultiveerd: de Vlamingen vroegen meer bevoegdheden, en de Franstaligen gingen ultiem akkoord in ruil voor een grote zak Vlaams geld.

Maar het ging vooruit. Stapje voor stapje.

Weyts: Stapje voor stapje werd alles absurder en duurder en complexer. Ook met deze zesde staatshervorming. Vlaanderen wordt bevoegd voor het verkeer. Behalve voor verkeersregels. Maar de regels voor het plaatsen van de verkeersborden is dan weer wel een Vlaamse bevoegdheid. Behalve aan spoorwegen. Enfin, de voorbeelden zijn legio: van homogene bevoegdheden komt niets in huis. Het wordt alleen maar erger.

Die staatshervormingen hebben wel pacificerend gewerkt. We hebben elkaar in dit land nooit de kop ingeslagen.

Weyts: Dat heeft niets te maken met de staatshervormingen. Ik denk gewoon dat wij geen gewelddadig volkje zijn. Wij zijn democraten, wij vechten conflicten verbaal uit, niet met de wapens.

De menselijke natuur is toch universeel? De Vlaming verschilt niet fundamenteel van de Serviër of de Kroaat of de Rwandees.

Weyts: Er is wel zoiets als opvoeding en cultuur. Als u gelooft dat de neiging tot geweld bij ieder mens aanwezig is, spreekt u mogelijkerwijze vooral voor uzelf. (lacht) Ik heb van zo’n neiging in elk geval geen last. En uw opmerking over die pacificatie klopt niet. We gaan van conflict naar conflict, omdat zelfs de grootste fans van de zesde staatshervorming zeggen dat er straks een zevende en een achtste moeten komen. Wij willen dat perpetuum mobile een halt toeroepen.

Hoe bent u eigenlijk Vlaams-nationalist geworden?

Weyts: Ik ben niet genetisch besmet, als ik dat zo mag zeggen. Ik kom niet uit een Vlaams nest, zwarte familie of wat dan ook. Ik ben heel rationeel tot een analyse gekomen. Ik was een jaar of elf toen ik het verkeerde boek in handen kreeg: Vertel eens wat over Vlaanderen van Cyriel Verleyen. En ik werd enorm aangegrepen door dat onrecht, door die emancipatiestrijd die de Vlamingen honderd jaar lang hebben moeten voeren.

Wat greep u concreet aan?

Weyts: Ik was geschokt door de verhalen over mensen die berecht werden in een taal die niet de hunne was. Dat Vlamingen geen toegang kregen tot de ambtenarij, dat ze geen onderwijs kregen in hun eigen taal: ik kon dat niet vatten, die sociale achterstelling.

Vandaag is dat allemaal verleden tijd.

Weyts: Inderdaad. En voor alle duidelijkheid: ik word niet gedreven door een enorme wrok ten aanzien van die Franstalige Belgische elite. Het is een rationele keuze, geen kwestie van romantiek. Wie ons wil neerzetten als vendelzwaaiers, wil vooral díé discussie uit de weg gaan. Toen Annick De Ridder vorige week tot onze partij toetrad, vroeg men haar meteen of zij nu ook met de vlag gaat zwaaien. Hoe onnozel.

Zeker. Maar de vraag die erachter zit, is wel interessant: Annick De Ridder en Johan Van Overtveldt zijn geen Vlaams-nationalisten. Zij willen een ander sociaal-economisch bestuur, zij willen niet per se een onafhankelijk Vlaanderen.

Weyts: Ons confederalisme dient net om een ander sociaal-economisch bestuur te bereiken. Ik ben een Vlaams-nationalist omdat ik een democraat ben. Ik wil de Vlamingen het beleid geven waarvoor ze al jaren stemmen. En de beste garantie daarvoor is ze zelf de bevoegdheden geven.

Uw kiezers denken dat ze het dan beter zullen hebben.

Weyts: Juist. Dat zal ook zo zijn.

Maar aan een splitsing zijn op termijn misschien kosten verbonden die ons zouden kunnen verarmen.

Weyts: Als we nog duurder en inefficiënter willen worden dan België vandaag al is, zullen we stevig uit de hoek moeten komen. Ik denk niet dat we daarin zullen slagen. Tussen haakjes: we hebben net berekend dat de zesde staatshervorming op korte termijn een gat van 1,7 miljard slaat in de Vlaamse begroting.

Een prominent lid van uw partij zou zich tijdens een onbewaakt moment ooit hebben laten ontvallen: ‘Liever een arm Vlaanderen dan een rijk België.’

Weyts: Is dat zo? (blaast) Ach, ik ben niet mijn broeders hoeder.

Is die uitspraak geen klassieker uit de geschiedenis van de Vlaamse beweging?

Weyts: Weet ik veel welke geniale denker dat ooit heeft gezegd. Het is in elk geval niet wat ik denk. Ik zie gewoon dat dit land uit twee democratieën bestaat. De emancipatiestrijd is gestreden. Alleen hier waar ik woon, in de Vlaamse Rand rond Brussel, bestaat dat Franstalige culturele imperialisme nog. Hier komen soms nog mensen wonen die zich deelachtig wanen aan een grotere cultuur, en die vinden dat de omgeving waar zij komen wonen zich aan hen moet aanpassen, in plaats van omgekeerd.

Gaat dat over taal, of is het een sociale kwestie?

Weyts: De essentie van het probleem is sociaal van aard. Doordat zo veel mensen uit Brussel wegtrekken, wordt wonen in de Rand onbetaalbaar. Vlaamse gezinnen worden weggeconcurreerd door de middenklasse die Brussel uitvlucht voor de onveiligheid, het gebrek aan netheid, aan mobiliteit, aan sociale voorzieningen.

Is die verstedelijking van de Rand niet onvermijdelijk?

Weyts: Ik ken geen enkele hoofdstad waar de middenklasse het centrum ontvlucht. In Londen vecht men om in de stad te kunnen wonen. Bij ons trekt men en masse weg. Door het beleid van de PS. Naast de Brusselaars zelf, is de Rand het eerste slachtoffer van dat slechte beleid in Brussel. Wij willen dat Brussel goed bestuurd wordt. Maar blijkbaar begrijpen velen dat niet.

U wordt wel vaker verkeerd begrepen. Uw partijgenoot Jan Peumans heeft er zich eens over beklaagd dat de Vlaamse pers het Vlaams-nationalistische project niet steunt, zoals de media dat in Catalonië bijvoorbeeld wel doen.

Weyts: Dat is een terechte vaststelling. In de jaren zestig en zeventig waren de culturele elite en de media mee drager van de emancipatorische gedachte. Op een bepaald moment heeft die elite zich daarvan afgekeerd. Veel mensen uit de cultuurwereld durven zich niet te outen als sympathisant van de N-VA, omdat ze weten dat het hen letterlijk en figuurlijk duur te staan kan komen.

Hoezo? Regisseur Jan Verheyen is een fanatieke Vlaming én een van de grootste lievelingen van de verzamelde media.

Weyts: Verheyen is een zelfstandig man, die niet afhankelijk is van subsidies. In de wereld van pakweg de musea en het toneel ligt dat toch anders. Er zijn sympathisanten van onze partij wier naam ik niet kan laten vallen, omdat ze bang zijn dat hen dat contracten gaat kosten.

Denkt u dat echt?

Weyts: Zeker. Het is toch eigenaardig dat een bepaalde elite meebalkt met het establishment. En dat snap ik niet. Een deel van de verklaring ligt allicht bij de doorbraak van het Vlaams Blok. Men wilde zo ver mogelijk van dat Blok vandaan blijven, door de Vlaamse identiteit te verwerpen. Wat belachelijk is. Dat is zoiets als het verwerpen van seks omdat porno bestaat.

Is het niet raar dat Vlaams-nationalisten op gespannen voet leven met kunstenaars zoals Tom Lanoye en Luc Tuymans, terwijl hun werk net deel uitmaakt van de Vlaamse identiteit?

Weyts: Dat vind ik dus ook. Maar zij willen dat blijkbaar niet geweten hebben. Nu goed, ik wens Tom en Luc veel beterschap. (lacht) Ik apprecieer hun werk uitermate en ik ben dus geen cultuurbarbaar, al is het belachelijk dat ik dat überhaupt moet zeggen. Als ik naar de Munt of de Bozar ga, zijn mensen soms verrast om mij daar te zien.

Wat zegt u dan? Dat u nog een gouverneur komt zoeken? U was het toch die Jan Briers weghaalde bij het Festival van Vlaanderen om gouverneur van Oost-Vlaanderen te worden.

Weyts: Ja, en ik wil graag erkennen dat het leuk was om een vriendelijke middelvinger te richten tot die culturele elite. Los daarvan was Jan natuurlijk een gedegen kandidaat.

Hij lag wel meteen onder vuur.

Weyts: Maar dat moet je kunnen relativeren. Er is een groot verschil tussen de manier waarop een politicus die berichtgeving ervaart en de manier waarop een lezer of kijker dat doet. Dat heeft Siegfried Bracke ons geleerd. Dat is de fundamentele vrolijkheid die hij ons heeft bijgebracht: relativeer de negatieve berichtgeving.

Wat vond Bracke van uw debat met Bart Somers van Open VLD in TerZake een paar maanden geleden?

Weyts: Hij heeft mij daar niets over gezegd, maar ik heb begrepen dat hij dat niet goed vond. Ik vond het ook niet goed.

U werd gewoon weggeblazen door Somers.

Weyts: Ja, en dat was mijn eigen dikke schuld. Ik dacht dat we alleen gingen debatteren over dat gekke voorstel van Open VLD om een federale kieskring in te voeren. Daarop was ik voorbereid. Maar ineens ging het over confederalisme, en wij waren nog niet klaar om daarover te communiceren. Ik durfde geen gas te geven, omdat ik op los zand stond: ons standpunt was intern nog niet bezegeld.

Ik dacht tijdens dat debat: Weyts wordt geen voorzitter.

Weyts: Ach, you win some and you lose some. Ik heb er mij altijd voor behoed om mijn hand te overspelen. Ik ben geen onbelangrijke pion in het raderwerk van de partij. Ik probeer te doen wat ik moet doen, en ik doe dat graag. En ik heb nog nooit ergens voor gesolliciteerd. De nieuwe voorzitter verkiezen we pas in november volgend jaar.

Jan Jambon, de andere kandidaat die altijd wordt genoemd, is veel stressbestendiger dan u.

Weyts: Zeker. Jan is een rots. Ik ben meer een dossierman. Ik focus te sterk op alle details van een dossier. Ik moet een dossier volledig in de vingers hebben voor ik ermee naar buiten kan komen.

Terwijl een voorzitter uit de losse pols over elk dossier moet kunnen meepraten.

Weyts: Dat is zo. Er zijn zelfs politici die hun dossiers amper kennen en toch op de grote lijnen kunnen communiceren. Dat moet ik nog leren. Het is iets dat je moet durven. Loskomen van het dossier.

Jambon is ook rustiger, u komt soms nogal zenuwachtig over.

Weyts: Ik ben nogal gepassioneerd, ja. Dat heeft voordelen, maar ook nadelen.

Ik vind het knap dat u dat allemaal toegeeft.

Weyts: Ik schaam mij niet voor mijn wezen. Ik geloof dat iemands grootste tekortkoming is, dat hij zijn eigen tekortkomingen niet ziet. (buigt zich naar de recorder en roept) Maar gelieve in mei 2014 toch voor mij te stemmen! (lacht) U gaat er nu trouwens van uit dat Jambon of ik de nieuwe voorzitter worden. Terwijl we net zo goed nog iemand nieuw kunnen lanceren. We gaan vijf jaar zonder verkiezingen tegemoet, dus een nieuw kopstuk zou alle tijd hebben om te groeien.

Uw partijgenoot Huub Broers zei een paar weken geleden in Knack dat de beslissing over de rol van Bart De Wever volgend jaar al genomen is.

Weyts: Huub is een keigoede en een heel slimme mens, echt waar, maar…

Waarom doet u zo denigrerend over die man? Hij heeft allicht gewoon de waarheid gezegd, in een moment van onbevangenheid.

Weyts: Ik doe helemaal niet denigrerend over Huub. Ik neem hem ook niets kwalijk. Maar ik weet echt niet waar hij dat haalde. Als N-VA’er op een bepaald niveau kun je het je niet permitteren om zomaar iets te zeggen, om ervan af te zijn. Wij moeten altijd goed op onze woorden letten.

Maar serieus: die beslissing over De Wever is toch al genomen? Het tegendeel zou toch wijzen op amateurisme?

Weyts:Read my lips: die beslissing is nog niet genomen.

Hoe is het met de gezondheid van uw voorzitter?

Weyts: Zeer goed. Ik heb gisteren nog de hele dag met hem vergaderd. Hij neemt nog antibiotica voor die infectie op zijn luchtwegen, maar het gaat uitstekend met hem.

Wat heeft hij betekend voor het politieke debat?

Weyts: Ik denk dat hij een baken heeft verzet. Geert Bourgeois zegt altijd dat de Volksunie de Vlaming heeft geleerd om rechtop te lopen. Ik denk dat de N-VA de Vlaming heeft geleerd om voor zijn mening uit te komen. Er is lang een zekere schroom geweest om zich te uiten als centrumrechts. Die schroom is weg. Dat is in hoge mate de verdienste van De Wever.

Het is nu te laat, maar ik denk er net aan: we hebben het nog niet over de koning gehad.

Weyts: Over Luc Deconinck, bedoelt u, mijn partijgenoot en de burgemeester van Sint-Pieters-Leeuw? Een uitstekende politicus. Wat wilt u over hem weten?

DOOR JOËL DE CEULAER, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

‘Volgens Dehaene zeggen wij dus dat alles de schuld is van de Walen. Ik denk dat de Walen minder verantwoordelijkheid dragen voor de huidige malaise dan Dehaene zelf.’

‘Wij willen federaal niet namens de N-VA onderhandelen, maar namens de partijen die samen de Vlaamse regering vormen.’

‘De Volksunie heeft de Vlaming geleerd om rechtop te lopen. De N-VA heeft de Vlaming geleerd om voor zijn mening uit te komen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content