Het dienstenchequestelsel dreigt in het gezicht van de overheid te ontploffen. Niet alleen omdat het stilaan onbetaalbaar wordt, maar ook omdat de sector steeds meer Polen, Tsjechen en Bulgaren aantrekt. ‘Sommige bedrijven importeren mensen uit het buitenland om hier in een zwaar gesubsidieerde sector te komen werken’, klinkt het bij het ABVV.

De ramen aan de voorkant van de villa mocht Irina vroeger nooit lappen, want dan zou ze wel eens gezien kunnen worden. En van mevrouw mocht ze ook niet op een trapladdertje gaan staan om de bovenkant van de kasten af te wassen. Stel je voor dat ze zou vallen: verzekerd was ze niet. Nu mag dat allemaal wel. Want Irina woont ondertussen legaal in België en werkt netjes in het wit voor een dienstenchequebedrijf. Net als haar zus, haar buurvrouw en drie achternichten, die allemaal uit hetzelfde dorpje in het noorden van Polen naar België zijn gekomen.

De bazin van het dienstenchequebedrijf is heel tevreden over Irina en haar verwanten. Ze werken hard, spreken al behoorlijk Nederlands en zijn haast nooit ziek. Een geschenk uit de hemel in tijden dat ze het in de sector vaak erg moeilijk hebben om goede poetsvrouwen te vinden. In sommige regio’s moeten potentiële klanten zelfs een halfjaar wachten voor een bedrijf hen iemand kan sturen.

Nochtans is het systeem, dat voor meer dan 75 procent door de federale overheid wordt gesubsidieerd, zeven jaar geleden opgezet om laaggeschoolde Belgen aan een job te helpen. ‘Aanvankelijk werkte ik ook met langdurig werklozen die door de VDAB werden gestuurd’, zegt Anja Temmerman van Pluriels Thuishulp uit Sint-Martens-Latem. ‘Maar dat was een ramp. Ze deden hun werk niet naar behoren, kwamen vaak niet opdagen en haakten binnen de kortste keren weer af. Veel van die mensen waren gewoonweg niet gemotiveerd, want ze verdienden amper meer dan als ze gingen stempelen. Na een tijd heb ik de samenwerking met de VDAB dan ook stopgezet.’ Volgens de dienstenchequebedrijven zijn veel laaggeschoolde poetshulpen ook ontstellend veel ziek. ‘Vaak draaien ze de vier verplichte werkweken mee en vallen dan in langdurig ziekteverlof’, zegt Solange De Naeghel, regioverantwoordelijke voor West-Vlaanderen van Domestic Services. ‘Dat is voor ons natuurlijk moordend. Niet alleen omdat we hun afwezigheid dan aan onze klanten moeten uitleggen maar ook omdat wij hen om te beginnen de eerste veertien dagen volledig moeten doorbetalen.’

Huizen poetsen is natuurlijk bijzonder zwaar en soms ook vuil werk. ‘Bovendien kampt de schoonmaak met een groot imagoprobleem’, zegt Frans Dekens, algemeen directeur van Plus Home Services, dat tientallen kantoren heeft in Vlaanderen en Brussel. ‘Daarom zien velen het niet zitten om bij mensen thuis te gaan poetsen of stappen ze zo snel mogelijk over naar een job met meer uitstraling.’

Aanvankelijk kwamen heel wat werksters vanuit zwartwerk in het dienstenchequestelsel terecht, en dat was ook een van de grote doelstellingen van het systeem. Maar na zeven jaar blijkt het resultaat nogal mager te zijn: amper 10 procent van het zwartwerk zou gewit zijn. In een rondvraag van Idea Consult uit 2006 gaf 23,5 procent van de gebruikers zelfs aan dat ze een beroep zouden doen op zwartwerk als het dienstenchequesysteem werd stopgezet. Dat is vooral verontrustend omdat veel van de huidige klanten vóór de invoering van het systeem helemaal geen poetshulp hadden. ‘Mocht men het stelsel afschaffen, dan heeft men de behoefte aan een oplossing via zwartwerk veeleer gecreëerd dan ingeperkt’, klinkt het bij het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de K.U.Leuven (HIVA).

De Poolse kerk

Bij gebrek aan gemotiveerde Belgische kandidaten, richten meer en meer dienstenchequebedrijven zich op buitenlandse poetshulpen. Vooral het aantal Oost-Europese poetsvrouwen dat in het stelsel werkt, neemt de laatste jaren zienderogen toe. Sommigen van hen wonen hier al vele jaren, anderen reizen speciaal naar België om hier met dienstencheques aan de slag te gaan. ’60 tot 70 procent van onze 4500 werknemers heeft niet de Belgische nationaliteit’, aldus Frans Dekens van Plus Home Services. ‘Dat verschilt wel enorm van streek tot streek. In de grote steden werken enorm veel buitenlanders in de thuishulp, in West-Vlaanderen zijn er dan bijvoorbeeld weer heel weinig. Op sommige plaatsen zien we ook een grote concentratie van een bepaalde nationaliteit. Zo werken voor ons Antwerpse kantoor op de Italiëlei haast uitsluitend thuishelpers van Afrikaanse afkomst.’

Tot 1 mei 2009 mochten inwoners van Polen, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Slovenië, Tsjechië en Hongarije, die in 2004 tot de Europese Unie waren toegetreden, hier nog niet zomaar aan de slag. Alleen wie een job vond in een knelpuntberoep – wat schoonmaakster niet is – kreeg een arbeidsvergunning. Toch hadden veel Belgen toen al een Poolse werkster. Meestal in het zwart. Die vrouwen kwamen dan als toerist naar ons land, en moesten geregeld terug naar Polen om nieuwe papieren aan te vragen. Anderen hadden wel een verblijfsvergunning doordat hun man bijvoorbeeld in een knelpuntberoep in de bouwsector werkte. ‘Tot een paar jaar geleden had ik een overeenkomst met een bouwfirma uit de streek die werknemers ging ronselen in Polen en Litouwen’, zegt de uitbater van een Antwerps dienstenchequebedrijf. ‘Ze boden die mannen niet alleen een contract aan maar ook een job voor hun vrouw bij mijn bedrijf. Tientallen werksters heb ik zo kunnen aanwerven.’

Ondertussen zijn dergelijke trucs niet meer nodig: sinds 1 mei 2009 is het vrij verkeer van werknemers in België van toepassing voor de inwoners van die nieuwe lidstaten. ‘Sindsdien neemt het aantal anderstaligen bij dienstenchequebedrijven spectaculair toe’, zegt Werner Van Heetvelde, federaal secretaris van het ABVV. ‘Sommige van die bedrijven richten zich specifiek op bepaalde nationaliteiten en gaan die ook echt rekruteren. Dat komt natuurlijk doordat de arbeidsmarkt in Vlaanderen stilaan uitgeput begint te raken. Er is wel een grote instroom in de sector geweest, maar er is ook een jaarlijkse uitstroom van 20 tot 30 procent. En dat terwijl de vraag naar poetshulp nog altijd groeit. Vandaar dat er mensen uit het buitenland worden geïmporteerd om hier in die zwaar gesubsidieerde sector te komen werken. We zijn dus Poolse werknemers aan het subsidiëren, en dat was natuurlijk niet de bedoeling. Meer nog: het systeem dreigt eraan kapot te gaan.’

Hoeveel niet-Belgen er vandaag precies met dienstencheques werken, is niet bekend. De recentste studies, die nog van voor het vrij verkeer van werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten dateren, hebben het over 13,7 procent buitenlanders in de sector. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest had een paar jaar geleden al meer dan de helft van de werksters geen Belgische nationaliteit. Sindsdien zou het aandeel van de niet-Belgen dus nog exponentieel zijn toegenomen. Vooral bij private dienstenchequeondernemingen dan, en in mindere mate in de non-profitsector of bij uitzendbedrijven. Zo werken vandaag bij marktleider Randstad Dienstencheques ‘maar’ 23 procent buitenlanders.

De bedrijven zelf beweren dat ze zonder die buitenlandse arbeidskrachten onmogelijk aan de vraag van hun klanten zouden kunnen voldoen. ‘Dan zou de zaak niet draaien’, zegt Frans Dekens. ‘Wij zijn ons een paar jaar geleden zelfs specifiek op Poolse thuishelpers gaan richten met de kantoren Serwis Domowy, wat Pools is voor dienstenhuis. Eerst hebben we Poolse bedienden, die ook Nederlands spreken, in dienst genomen om hen te begeleiden. Daarna zijn we actief nieuwe mensen gaan rekruteren. Aan de halte in Antwerpen waar de bussen uit Polen arriveren, bijvoorbeeld, en ook bij de Poolse kerk. Ondertussen hebben we ongeveer 800 Poolse thuishelpers in dienst. Ondertussen zijn onze Serwis Domowy-kantoren wel opgegaan in Plus home Services. Niet alleen omdat die naam de klanten meer vertrouwen inboezemt, maar ook omdat we die vestigingen in de rest van ons kantorennetwerk willen integreren.’

Niet alle Europeanen mogen vandaag al zonder belemmering in België komen werken. Inwoners van Roemenië en Bulgarije, die pas in 2007 tot de EU toetraden, hebben nog tot het eind van dit jaar een arbeidskaart nodig. Dat weet Anja Temmerman van het kleine Pluriels Thuishulp, dat vooral met buitenlandse poetshulpen werkt, maar al te goed. ‘Veel van mijn tijd gaat op aan het in orde maken van hun papieren’, zegt ze. ‘Want de wetgeving is ontzettend ingewikkeld. Ik moet ook constant alert zijn, want er komen hier best vaak mensen solliciteren die alleen maar in een arbeidskaart geïnteresseerd zijn.’

Van Temmermans 57 poetsvrouwen hebben er maar 10 de Belgische nationaliteit, de anderen zijn vooral Bulgaren. ‘Op een dag kreeg ik telefoon van een Bulgaarse vrouw die voor me wou komen werken en daarna zijn er steeds nieuwe bijgekomen’, zegt ze. ‘Aanvankelijk woonden ze allemaal in Gent, maar ik merk dat ze opschuiven in de richting van de gemeenten waar ze veel werk hebben. Daar huren ze dan een huis waar ze meestal met een paar andere landgenoten gaan samenwonen. Verschillende van mijn poetsvrouwen hebben dan ook hetzelfde adres. Vaak wonen ze samen met hun man maar leven hun kinderen, die hier zijn ingeschreven, nog in Bulgarije.’

Niet-Belgische werksters leveren de overheid natuurlijk wel socialezekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing op, maar op termijn kunnen ze voor grote bijkomende kosten zorgen. Want terwijl ze schoonmaken, bouwen ze natuurlijk sociale rechten op en daardoor kunnen ze onder meer aanspraak maken op kinderbijslag, een werkloosheidsuitkering en een pensioen.

Onbetaalbaar

Ondertussen starten almaar meer buitenlanders zelf nieuwe dienstenchequebedrijfjes op. ‘Elke hond met een hoed op kan vandaag zo’n bedrijfje beginnen’, zegt Werner Van Heetvelde van het ABVV. ‘Vaak zijn het niet-Belgen die geen flauw benul hebben van de sociale wetgeving. We zien ook soms dat zo’n bedrijf wordt opgestart, korte tijd functioneert en dan weer verdwijnt zonder ook maar een euro aan socialezekerheidsbijdragen te hebben doorgestort. Daarom zou het geen slecht idee zijn om van elke starter een waarborg van bijvoorbeeld 25.000 euro te vragen.’

Verschillende zaakvoerders getuigen dat ze al door buitenlandse ondernemers zijn benaderd om hen te helpen bij de opstart van een nieuw dienstenchequebedrijf. ‘Ik heb de neef van een van mijn Poolse poetsvrouwen daarmee geholpen’, zegt een uitbater. ‘In ruil zou hij me een paar nieuwe, ervaren medewerkers leveren. Maar al snel merkte ik dat het niet bepaald koosjer was en heb ik mijn handen van de hele onderneming afgetrokken.’

Ondertussen zijn er in België al 2600 dienstenchequebedrijven erkend, en het is haast onbegonnen werk om die allemaal nauwkeurig te controleren. ‘De ironie van het lot is dat het stelsel een aantrekkingskracht heeft gehad op tal van malafide praktijken die noopten tot kostelijke extra controles’, stelt een recente HIVA-studie. Onlangs nog werd bekendgemaakt dat 70 Belgische bedrijven hun erkenning verloren: 53 vanwege schulden bij de RSZ, 10 door schulden bij de RVA en 7 wegens echte fraude. Maar nogal wat zaakvoerders vermoeden dat er in hun sector nog veel meer wordt gesjoemeld.

Ondertussen duikt er in de media elke maand wel een politicus op die pleit voor de uitbreiding of de inperking van het systeem, en tussendoor wordt er ook nog flink gediscussieerd over de 1,2 miljard euro die het de overheid jaarlijks kost. Want dat het dienstenchequestelsel stilaan onbetaalbaar wordt, staat buiten kijf. Geregeld worden dan ook voorstellen gedaan om de kosten te drukken: de kostprijs voor de gebruikers optrekken, het fiscale voordeel afschaffen of het systeem voorbehouden voor bepaalde groepen van gebruikers bijvoorbeeld. Op dit moment liggen de dienstencheques ook op de tafel van de regeringsonderhandelingen, want de kans is groot dat die straks worden geregionaliseerd. ‘Maar dat zal de problemen alleen maar groter maken’, zegt Werner Van Heetvelde van het ABVV. ‘Door de hoge kostprijs zullen de gewesten of gemeenschappen er hun broek aan scheuren, en binnen de kortste keren gelden er dan in Vlaanderen andere loonschalen en arbeidsvoorwaarden voor poetswerk dan in Wallonië.’

In elk geval is nog nooit een bedrijfstak zo snel zo groot geworden als de dienstenchequesector. Gevolg is dat het hele systeem de overheid boven het hoofd dreigt te groeien. Zowel financieel als organisatorisch. Daarom pleiten sommigen ervoor om het stelsel even te bevriezen en geen nieuwe bedrijven meer te erkennen tot er zich een volwaardige regering aandient die zich over de toekomst van de dienstencheques kan buigen. ‘Men moet dringend de regelgeving en de doelstellingen herbekijken’, aldus Van Heetvelde. ‘Toch als we willen vermijden dat het hele systeem in ons gezicht ontploft en er straks meer dan 100.000 mensen op straat staan.’

DOOR ANN PEUTEMAN / FOTO’S LIES WILLAERT

‘Wij rekruteerden thuishelpers bij de Poolse kerk en aan de halte waar de bussen uit Polen arriveren.’

‘De ironie is dat het stelsel tal van malafide praktijken heeft aangetrokken die noopten tot kostelijke extra controles.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content