Antwerpen praat over meer macht voor de districten. Maar de schaduw van het Blok hangt over het debat.

Als het Vlaams Blok in Borgerhout of Hoboken 45 procent van de stemmen en dus de absolute meerderheid behaalt, kan het daar ongeveer 0,1 procent van de middelen van de stad spenderen aan straten en pleinen. Dat is een habbekrats. De kans dat extreem-rechts in een van de districten de steun van 45 procent van de kiezers krijgt, is bovendien klein. Toch was de angst voor de demagogie van het Vlaams Blok duidelijk aanwezig tijdens de gesprekken die de Antwerpse coalitiepartijen (SP, VLD, CVP, Agalev, VU) over de binnenstedelijke decentralisatie voerden.

Sommige politici maakten zich echt zorgen dat het Blok in de districten wel eens bestuurservaring zou kunnen opdoen. Voor anderen was de nachtmerrie dat Filip Dewinter (VB) zelfs maar een minuscule bestuursverantwoordelijkheid zou krijgen een perfect alibi om dit onderdeel van het akkoord te dumpen. Vooral SP en VLD tellen nogal wat twijfelaars, politici die niet geloven dat rechtstreeks verkozen districtsraden ten dele een oplossing zijn voor de politieke crisis waar Antwerpen nu al meer dan tien jaar mee te kampen heeft.

CVP, Volksunie en ook Agalev haalden de coalitiepartners uiteindelijk over de brug. Maar niets is definitief, want op 12 november waren het vertegenwoordigers van de partijen, en niet van de fracties, die tot een politiek akkoord kwamen. Verwacht wordt dat onder meer Ward Beysen (VLD), een consequent tegenstander van het eerste uur, zich nog zal roeren als de gemeenteraad zich straks over de rechtstreeks verkozen districtsraden en hun bevoegdheden uitspreekt. Maar de politieke partijen rekenen er op dat er niet nog meer politieke ongelukken gebeuren, minder dan een jaar voor de verkiezingen.

Volgens het voorakkoord moet de operatie financieel neutraal zijn en mag ze niet tot de aanwerving van bijkomend personeel leiden. De overheveling van bevoegdheden gebeurt in fasen. Over een eerste, summier pakket zijn de partners het nu al eens (zie kader). Over meer bevoegdheden wordt later beslist – als het Blok nergens de macht heeft, tenminste. Maar niet iedereen is even enthousiast.

MET MIJN VOETEN GESPEELD

Dertiger Walter Verbeke zit al bijna twaalf jaar voor de CVP in de districtsraad van Berchem en leidt er sinds 1995 de fractie van Antwerpen 94 (met VU en onafhankelijken). De voormalige voorzitter van de Antwerpse CVP-jongeren is teleurgesteld. “Dit akkoord is een lege doos. Er gaat 500 miljoen frank naar de districten. Op een totale begroting van stad en OCMW van 65 à 70 miljard frank, is dat 0,7 procent. Het is alsof de kinderen in een gezin medebeschikkingsrecht afdwingen en vervolgens maandelijks honderd frank mogen uitgeven.”

Verbeke zegt dat het akkoord de bevoegdheden van de districten niet uitbreidt. “Officieel geven we tot nu toe alleen advies over straten en pleinen, maar er waren sinds 1995 al akkoorden dat de districten jaarlijks een lijst met de belangrijkste investeringen aan de stad overmaakten. Berchem beslist nu dus eigenlijk al over de uitgave van dertig miljoen frank. Over het lokaal publiek domein – groenvoorziening, openbare werken en verkeersveiligheid – zegt het akkoord: Het te besteden bedrag zal gradueel verhoogd worden. Waarom engageren de partijen zich niet om de middelen voor de districten in de periode van één ambtstermijn van zes jaar met zeg maar tien of vijftien procent te verhogen?”

Volgens de CVP’er raakt het politiek akkoord niet aan de wezenlijke problemen. “De 55 raadsleden in de Antwerpse gemeenteraad kunnen onmogelijk alle uithoeken van de stad kennen. Omdat ze niet vertrouwd zijn met het terrein, steunen ze op het oordeel van de stadsdiensten. In feite wordt Antwerpen al bijna twintig jaar door de ambtenaren en niet door politici bestuurd. In dit tempo haalt deze decentralisatie niets uit. De mensen zullen hun bestuurders weer niet herkennen en precies die anonimiteit speelt in de kaart van het Blok.”

De nog jonge Verbeke overweegt om er een punt achter te zetten. Maar voorlopig vestigt hij zijn hoop op de Staten-Generaal van alle districtsraadsleden. Die komt samen kort voor de gemeenteraad het politiek akkoord bespreekt. Verbeke hoopt dat onder de druk van de districten de bevoegdheden worden uitgebreid en de tweede fase van de overdracht concreter wordt ingevuld. Gebeurt dat niet, houdt hij het voor bekeken. “Dan hebben ze twaalf jaar met mijn voeten gespeeld. Dat volstaat.”

HET MOET LUKKEN

Ook René De Preter (SP, voorzitter van de districtsraad in Deurne) vindt het akkoord “vrij mager” en “een voorzichtig begin”. Hij vindt het logisch dat de bevoegdheden op termijn worden uitgebreid. “Als we dit de goede richting vinden, moeten we doorgaan. Als we dit niet de goede richting vinden, hadden we hem niet mogen inslaan. Het zou bijgevolg onverstandig zijn om straks deze decentralisatie te stoppen. Antwerpen is sinds de fusie al voldoende door elkaar geschud en niet alleen politiek. We kunnen niet ongestraft onze diensten blijven herschikken.”

Anders dan sommige partijgenoten in de SP vindt De Preter dat de schaduw van het Blok niet boven dit debat mag hangen. “Wie bang is, krijgt slaag.” Er is meer. Rechtstreeks verkozen districtsraadsleden kunnen ook de zieltogende politieke partijen reanimeren. “Een district als Deurne, groter dan de meeste Vlaamse steden, heeft nog twee gemeenteraadsleden. De lokale rekrutering is bij alle partijen dan ook stilgevallen. We kunnen dan ook niet anders dan verder gaan met de decentralisering. Deze operatie moet lukken, anders staan we in 2006 voor veel grotere problemen.”

Philip Heylen duwde aanvankelijk op het kabinet van schepen Bruno Peeters (CVP) en later namens zijn partij aan de kar van de decentralisatie. Samen met VU-kamerlid Fons Borginon behoort hij tot de felste verdedigers van de operatie. “De districtsraden moeten een scharnierfunctie vervullen voor de stedelijke overheid, die nu het zicht verliest op alle mogelijke actiecomités waarmee zij wordt geconfronteerd.”

Of het politiek akkoord niet wat licht is uitgevallen? “Dit is een historische vernieuwing. Het gaat daarbij niet alleen om de technisch-juridische zaken die in het parlement zijn geregeld, maar ook om het debat ten gronde. De overheid komt dichter bij de mensen te staan. Het gaat om een betere dienstverlening en om een politiek apparaat dat weer aanspreekbaar wordt. We hebben een stap gezet die onomkeerbaar is. Vergelijk het maar met de staatshervorming. Ook de stadshervorming brengt zo’n dynamiek op gang.”

Dat het Blok positief reageerde, schrikt Heylen niet af. “Dit is geen maatregel voor of tegen het Blok, maar voor een beter bestuur. Stel dat het Blok gewoon in de stad een meerderheid zou halen, schaffen we dan de verkiezingen af? Het doet me denken aan de socialisten die jarenlang tegen het stemrecht voor vrouwen waren, omdat ze vreesden dat die allemaal katholiek zouden stemmen. Dat is ook niet uitgekomen.”

Kamerlid en VU-onderhandelaar Fons Borginon zit op dezelfde golflengte. “Als de inwoners van Borgerhout een absolute meerderheid Vlaams Blok verkiezen, moeten ze dat zelf weten. Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten. Maar de lat ligt hoog. Het was op ons verzoek dat in de districten het systeem Imperiali zou spelen. Dat is in het voordeel van de kleine partijen en maakt als bijkomend voordeel dat het Blok dus 45 procent van de stemmen moet behalen om alleen te kunnen besturen. Dit is geen constructie tegen het Blok, maar voor meer democratie. Dat dit tot meer vervreemding zou leiden, is absolute nonsens”, zegt Borginon.

“Dit systeem stelt de gemeenteraad in staat om eindelijk over de grootstedelijke problemen te praten en los te komen van de dorpspolitiek. De VU streefde altijd naar een defusie, maar stond daarmee alleen. Binnen de krijtlijnen die de andere partijen uitzetten, is dit een eerbaar compromis.”

Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content