Marleen Teugels
Marleen Teugels Marleen Teugels is onderzoeksjournalist en auteur. Haar onderzoeksartikelen verschijnen hoofdzakelijk in het tijdschrift Knack. De voorbije zes jaar is ze als docent onderzoeksjournalistiek verbonden aan meerdere journalistieke opleidingen.

In oktober komen vrouwen in de hele wereld op straat om actie te voeren tegen armoede en geweld. Want daar zijn vrouwen nog altijd vaker slachtoffer van dan mannen.

‘Na twintig jaar huwelijk heb ik de stap gezet. Met mijn 4 kinderen ben ik naar het vluchthuis gegaan. Zonder koffers, zonder kleren. Halsoverkop. We dachten dat hij ons dood ging slaan. Toen de kinderen klein waren, wilde ik het niet onder ogen zien. De kinderen mochten nooit met vriendjes spelen, nooit mee op schoolreis. Het geweld werd erger en erger. Toen ik kanker kreeg, wreef hij zich in de handen. Het idee dat ik misschien dood zou gaan, vond hij fantastisch. Toen ik tegen die ziekte streed, deed hij niets om me te helpen. Hij keek niet om naar de kinderen. In de grond was hij vreselijk jaloers op hen. Ik was zijn vrouw, zijn bezit, alleen van hem. Toen dacht ik: als ik het tegen kanker haal, moet dat tegen hem ook lukken. Nu ben ik blij dat ik de stap heb gezet.’

Joke woont nu al tien jaar apart met haar kinderen. Bij Pandora in Hasselt, een meldpunt voor slachtoffers van fysiek en/of seksueel geweld, helpt ze nu zelf andere vrouwen. Volgens Inge Dewil, stichtster van Pandora, is veel fysiek en seksueel geweld verdoken. ‘De dader is vaak een bekende. De partner, bijvoorbeeld. Of familieleden, vrienden, buren, collega’s. Als de vrouwen bij ons aankloppen, doen ze hun verhaal meestal voor het eerst. Schoorvoetend en anoniem. De schroom om ermee naar buiten te komen, is groot. Uit schaamte, schuld- en angstgevoelens.’

Inge Dewil heeft jaren in vluchthuizen gewerkt. Toen zij met An Sterkens Om de lieve vrede publiceerde, een boek vol verhalen van vrouwen in vluchthuizen, stond hun telefoon roodgloeiend. ‘Allemaal vrouwen die voor het eerst hun verhaal kwijt wilden’, zegt Inge Dewil. ‘Voor ons was het duidelijk: naast opvang in vluchthuizen, was er nood aan een meldpunt waar vrouwen hun hart kunnen luchten. Daarom hebben wij vijf jaar geleden Pandora opgericht. Bij ons kunnen vrouwen niet alleen hun verhaal kwijt. We bieden ook concrete informatie, juridische bijstand. In de praat- en groeigroepen helpen we vrouwen weerbaarder te worden.’

Waarom krijgen zoveel vrouwen (en mannen) met geweld te maken? Zijn mensen van nature gewelddadig? ‘Geweldpatronen worden dikwijls doorgegeven’, reageert Ilse Ideler van het vormingscentrum Refleks. ‘Jongens die geweld ervaren of zien, lopen een groter risico om zelf dader, meisjes om zelf opnieuw slachtoffer te worden. Aan de basis van die patronen liggen machtsrelaties. De patriarchale samenleving is nog niet zo ver weg. Waar vrouwen en kinderen minder rechten hadden. Moesten luisteren. Het bezit waren van de man. Hoeveel duizenden jaren zijn vrouwen effectief minder waard geweest? Nog niet zo lang geleden stond dat zelfs in de wetgeving! Nog maar sinds ’89 is verkrachting binnen het huwelijk strafbaar. Nog maar kort hebben vrouwen stemrecht. De oude denkpatronen, normen en waarden blijven doorwerken. Dat verklaart het verborgen minderwaardigheidsgevoel waar zoveel vrouwen mee zitten. Normen, waarden, een cultuur, dat zijn nu eenmaal dingen die maar heel moeizaam veranderen.’

GEWELD NEEMT TOE

Dat geweld in de gezinnen eerder toe- dan afneemt, blijkt duidelijk uit het onderzoek van professor Rosemie Bruynooghe die aan het Limburgs Universitair Centrum sociologie van de gezondheidszorg doceert. Op verzoek van toenmalig minister Miet Smet onderzocht zij in ’88 al een eerste keer de omvang van fysiek en seksueel geweld tegen vrouwen, met de bedoeling slachtofferhulp op gang te brengen. Met de tweede studie in ’98 wilde Rosemie Bruynooghe achterhalen hoe geweld kan worden voorkomen. Daarom onderzocht zij ditmaal niet alleen geweld bij vrouwen, maar ook bij mannen. Een representatief staal van 1439 Belgische vrouwen en mannen tussen 20 en 50 jaar werd in dit opzicht ondervraagd. Wat leren de cijfers?

De laatste 10 jaar is fysiek geweld met 31 procent toegenomen. ‘Ongeveer 10 procent hiervan is te wijten aan de toegenomen meldingsbereidheid’, nuanceert Rosemie Bruynooghe. ‘Mensen durven er gemakkelijker over praten. Maar dan blijft er nog altijd een reële toename van 20 procent. Seksueel geweld neemt in 10 jaar zelfs met 39 procent toe. Hier is geen toename van de meldingsbereidheid. Seksueel geweld blijft veel meer in de taboesfeer zitten. De helft van de slachtoffers heeft over dit soort ervaringen zelfs nog nooit gesproken.’

‘Mannen maken nog iets meer geweld mee dan vrouwen (respectievelijk 73 procent en 68 procent). Maar bij hen gaat het vrijwel uitsluitend om fysiek geweld, bij vrouwen om een combinatie van fysiek en seksueel geweld. 45 procent van de vrouwen vermeldde een of andere vorm van seksueel geweld. 13 procent kreeg ernstig geweld vanwege de partner te verwerken, tegenover amper 2 procent van de mannen. Bij mannen is geweld veel anoniemer. 22 procent van de mannen kreeg te maken met geweld vanwege een onbekende, tegenover 7 procent van de vrouwen. Geweld doet zich bij mannen vooral op straat voor, in het café of in de club. Sommige mannen gaan ieder weekend op de vuist.’

Rosemie Bruynooghe verklaart de toename van het geweld vanuit de sterk veranderende samenleving. Vroeger had iedereen een duidelijke plaats in de hiërarchie. De man: in het leger, de kerk, de fabriek. De vrouw: aan de haard. Die hiërarchische structuren verdwijnen nu stilaan, waardoor ook de controle van de buitenwereld afneemt. Daarnaast werken nog een reeks andere factoren geweld in de hand. Materiële, emotionele, sociale deprivatie in de jeugd, bijvoorbeeld. Armoede, stress, problematische interacties met partner, familie, buren, bazen, collega’s. Alsook oude culturele opvattingen over geweld die van generatie op generatie worden doorgegeven. Het idee bijvoorbeeld dat klappen geven toegestaan is als alle andere middelen niet meer helpen. De som van al die risicofactoren bepaalt het gebruik van geweld.

PREVENTIE

Gelukkig zijn er volgens professor Bruynooghe ook protectieve factoren die beschermen tegen het gebruik van geweld. Bij vrouwen: een goede relatie of een vertrouwenspersoon hebben, intimiteit. Bij mannen: zich goed voelen en weten hoe dat goed gevoel op peil te houden.

Maar grootschalige preventie is moeilijk. ‘De mensen moeten in hun eigen leven positieve veranderingen nastreven en dat is niet eenvoudig’, vindt Rosemie Bruynooghe. ‘Waarschijnlijk zijn de cultureel gebonden opvattingen het gemakkelijkst aan te pakken. Hoewel. Een tv-spotje dat ouders afraadt hun kinderen te slaan, kan een eerste aanzet zijn, maar het kan vastgeroeste relatiepatronen niet veranderen. Daarom is vorming zo belangrijk. Preventie via vormingscentra, scholen, sportclubs.’

De vrouwenemancipatie lijkt voltooid. Meer en meer vrouwen zijn geschoold, hebben een baan en kunnen zich met hun inkomen perfect organiseren. Laaggeschoolde vrouwen worden echter hoe langer hoe meer gemarginaliseerd. Het armoederisico neemt bij vrouwen zelfs eerder toe dan af.

‘Het is de prijs van een onvoltooide emancipatie’ stelt sociologieprofessor Bea Cantillon (UFSIA). ‘De arbeidsmarkt speelt nog veel te weinig in op de noden van de werknemer die arbeid en gezin moet combineren. De rollenverdeling in gezin en samenleving verandert ook maar zeer langzaam. Daarom slagen alleen hogergeschoolde vrouwen erin economisch zelfstandig te worden. Hierdoor ontstaat – vooral in lagere sociaal-economische categorieën – een typisch vrouwelijk arbeidsmarktpatroon: met veel deeltijdse tewerkstelling, werkloosheid, een discontinu loopbaanverloop en lagere inkomens.’

De vrouwenemancipatie lijkt zich als een boemerang tegen lagergeschoolde en sociaal zwakkere vrouwen te keren. Bea Cantillon: ‘De economische verzelfstandiging van vrouwen versterkt de ongelijkheden. Ten nadele van laaggeschoolden en eeninkomensgezinnen in het algemeen, van laaggeschoolde alleenstaande vrouwen (met of zonder kinderen) en thuiswerkende vrouwen in het bijzonder. Alleenstaande vrouwen, met of zonder kinderen, zijn altijd al een risicogroep geweest. De grote groep arme vrouwen die in gezinnen wonen, wordt meestal vergeten. Nochtans zijn zij het die elke maand de grootste moeite hebben om de eindjes aan elkaar vast te knopen. Als hun man een inkomen heeft, verliezen zij het recht op een uitkering. Als de man hen laat zitten, dreigt armoede om de hoek. Dan moeten ze rondkomen met het bestaansminimum. Echtscheiding is voor vrouwen duidelijk een risicofactor. Veel arme gescheiden vrouwen hebben bovendien de grootste moeite om aan alimentatiegeld te geraken.’ Een bijzonder fragiele groep zijn de oudere alleenstaande vrouwen. Van alle arme vrouwelijke gezinshoofden is de helft 60-plusser. Zij moeten het dikwijls stellen met een gewaarborgd inkomen voor bejaarden.

VERDOKEN ARMOEDE

‘Arme vrouwen zijn vaak onzichtbaar’, zegt sociologe Kristel Driessens, die over armoede haar doctoraalverhandeling schrijft. ‘Ze sluiten zich op in hun gezin, in kansarme buurten. Ze voelen zich al genoeg vernederd en aangekeken. Wat mij bij die vrouwen ongelooflijk frappeert, is hoezeer zij zich vastklampen aan hun moederrol. Ze dromen hun kinderen een betere toekomst. Hebben ontzettend veel voor hen over. Op een manier die ons niet altijd verstandig lijkt. Ze kopen soms merkenkleding en doen daarvoor zichzelf te kort. Opdat hun kinderen toch niet zouden worden uitgesloten of gepest.’

‘Arme vrouwen massaal aan het werk zetten, is zeker geen oplossing. Er zijn niet alleen de valkuilen. Arme vrouwen die deeltijds werken, verliezen vaak hun gezinsuitkering. Ze moeten kinderopvang betalen. Werken vaak op uren dat er geen georganiseerde kinderopvang bestaat. Veelal gaat het om weinig aantrekkelijke banen. Er is nog een ander probleem. Dat zij een baan hebben, wordt niet altijd door hun werkloze partner aanvaard. Die wil zijn rol van verantwoordelijke kostwinner waarmaken. Met als extreem gevolg? De arme vrouw werkt, maar het gezin gaat uit elkaar.’

Iedereen heeft recht op gezondheidszorg, maar arme mensen toch wel iets minder. Kristel Driessens: ‘Wie zijn ziekenhuisfactuur niet kan betalen, komt soms op de zwarte lijst, kan voor verzorging niet langer in dat ziekenhuis terecht. Van privé-ziekenhuizen is dat al langer geweten. Sinds enige tijd hebben zelfs de Antwerpse OCMW- ziekenhuizen zo’n embargo.’

‘Ongeveer de helft van de vrouwelijke alleenstaanden ondervindt moeilijkheden met het betalen van de gezondheidskosten’, bevestigen sociologen Miriam Beck en Christophe Vanroelen van de vakgroep Medische Sociologie aan de VUB. Een toch wel verontrustende uitspraak, die de onderzoekers kunnen hard maken op basis van een verse analyse van cijfers uit de Belgische gezondheidsenquête van ’97. ‘Die vrouwen spenderen bijna dubbel zoveel als alleenstaande mannen aan gezondheidszorg (zie tabel). Bovendien moeten ze, om financiële redenen, erg vaak gezondheidszorg uitstellen.’

‘Vrouwen hebben over het algemeen een slechtere gezondheid dan mannen’, betoogt Miriam Beck. ‘Arme mensen hebben meestal een slechtere gezondheid dan niet-arme mensen. Het lijkt ons bijgevolg logisch dat arme vrouwen een dubbel kwetsbare groep vormen. Dat dit zo is, blijkt ook duidelijk uit het cijfermateriaal van de gezondheidsenquête.’

WERELDVROUWENMARS

De Nederlandstalige Vrouwenraad (NVR) wil dat de regering concrete maatregelen neemt om armoede en geweld bij vrouwen aan te pakken. ‘Ter gelegenheid van de Wereldvrouwenmars vragen wij een petitie ter zake op te sturen naar premier Guy Verhofstadt’, zegt voorzitster Francy Van der Wildt. ‘Om geweld in te dijken, moet er onder meer een beleidsactieplan komen en een multidisciplinair platform zodat de hulpverlening gecoördineerd kan geschieden. Om het armoedeprobleem aan te pakken, willen we een geleidelijke invoering van individuele sociale zekerheidsrechten. Zonder evenwel nieuwe armoedevalkuilen te veroorzaken. Aan het lijstje had ik graag ook de oprichting van een alimentatiefonds toegevoegd. Zodat gescheiden moeders altijd zeker zouden zijn van het maandelijkse alimentatiegeld. Maar hierover was er binnen de NVR geen eensgezindheid.’

In oktober lopen in de hele wereld vrouwen mee in marsen tegen armoede en geweld. In Vlaanderen en Wallonië vinden de marsen plaats van 8 tot 14 oktober. Zo’n 200 verenigingen doen mee. Niet alleen vrouwenorganisaties, ook ngo’s, jeugdhuizen, Wereldwinkels. De marsen vertrekken vanuit Oostende, Hoogstraten, Maasmechelen, Gemmenich en Oingies naar Brussel. Met deelnemers uit Vlaanderen, Europa en ontwikkelingslanden. Onderweg bezoeken ze scholen en ontmoeten ze plaatselijke politici. Elke regio legt eigen accenten. Het hoogtepunt van de Belgische en Europese marsen vindt op 14 oktober plaats in Brussel. Dan lopen de deelnemers dwars door het Europakwartier, van het Esplanadeplein naar het Jubelpark. Daar volgt een happening met debatten, workshops, muziek. In de vooravond verhuizen de deelnemers naar de Ancienne Belgique voor een Wereldvrouwenmarsfestival en de afsluitfuif.

De Wereldvrouwenmars in New York is gepland voor 17 oktober, de Werelddag tegen extreme armoede. Zo’n 5000 organisaties uit 157 landen nemen hieraan deel. Ook 300 Belgische vrouwen hebben zich ingeschreven. In New York zal een internationale delegatie het gezamenlijk eisenpakket en de petitiekaarten van miljoenen vrouwen overhandigen aan Kofi Annan, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

Info: NVR, Gerd De Clerck en Eva Herrijgers: tel. 02-229 38 14, fax: 02-229 38 66, e- mail: nvr.gdeclerck@amazone.be, website: http://www.marchofwomen2000.org

(info niet weglaten aub!!!!) Kadertje: Pandora Hasselt: 011-26 10 60, Pandora Puurs: 03-899 45 48, Pandora Ekeren: 03-542 07 93.

Reflex: 03-239 29 83.

Marleen Teugels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content