Het nieuwe Stabiliteitspact gooit als toegeving aan de Duitsers en de Fransen wellicht de drieprocentnorm overboord.

Minder dan drie procent begrotingstekort! Een staatsschuld van minder dan 60 procent! Onder het regnum van Wim Duisenberg volgden de techneuten van de Europese Centrale Bank (ECB) de normen van het Stabiliteitspact op met de stiptheid van een kommaneuker. Maar toen kwam de recessie, en meer dan eens zat het er bovenarms op. Zowel Frankrijk als Duitsland overtrad de drieprocentnorm, en zeer tot ongenoegen van president Jacques Chirac en kanselier Gerhard Schröder werden ze door Duisenberg en zijn hoofdeconoom, de Duitser Othmar Issing, genadeloos op de vingers getikt.

Tijdens de besprekingen over een nieuw Stabiliteitspact publiceerde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een rapport waarin het heel diplomatisch pleitte voor ‘minder strakke procedures en meer aandacht voor de economische situatie’ bij de beoordeling van het begrotingstekort. Nauwelijks een week later ligt de drieprocentnorm op apegapen: het voorstel waar de Luxemburgse EU-voorzitter Jean-Claude Juncker de laatste hand aan legt, pleit wel erg nadrukkelijk voor meer inschikkelijkheid en meer geduld met de begrotingszondaars die hun staatsschuld op orde hebben. En gelukkig maar.

Laten we wel wezen: het Stabiliteitspact is een zegen voor de Europese economie. Het voorkomt een kortzichtig regeringsbeleid en het verhindert dat begrotingen en staatsschuld ontsporen. Maar een Stabiliteitspact dat via de drieprocentnorm impliciet aanstuurt op schuldenvrije overheden, is economische onzin: overheden moeten juist schulden maken om acute problemen te kunnen aanpakken, of om in tijden van crisis de economie een duwtje in de rug te geven.

Toegegeven, een land moet dat beetje inschikkelijkheid ook wel verdienen. België, met zijn staatsschuld van nog altijd bijna één keer het bruto nationaal product (bnp), verdient even weinig begrip als Italië, waar de staatsschuld het voorbije jaar de 110 procent voorbij is geschoten. En als de ECB de Grieken op de vingers tikt, die dit jaar een staatsschuld van 120 procent bnp trachten te combineren met een deficit van dik vier procent, heeft ze óók overschot van gelijk. Maar voor de Fransen of de Duitsers, wier schuldgraad nu al rond de zestig procent zit die het Verdrag van Maastricht voorschrijft, is saneren tijdens een recessie ronduit onzinnig. Dat lijken ze dezer dagen voor het eerst tot in de hoogste ivoren torens van de Europese Unie begrepen te hebben. Het voorstel tot Stabiliteitspact dat uiterlijk op 8 maart bij de Europese ministerraad op tafel komt, zal hoogstwaarschijnlijk pleiten voor méér aandacht voor structurele ingrepen in de economie. Dat heeft het voordeel dat de beoordeling van de ECB niet langer zal afhangen van wie de beste creatieve boekhouders in dienst heeft om binnen de lijntjes van de norm te blijven kleuren. Het heeft het nadeel dat Jean-Claude Trichet in de toekomst wellicht subjectief zal moeten bepalen of regeringen hun beloften ook effectief hebben waargemaakt wat betreft de structurele ingrepen die hun deficit moeten rechtvaardigen.

Frank Demets

Voor de Fransen of de Duitsers is saneren tijdens een recessie ronduit onzinnig.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content