Een op de zeven volwassenen is niet taalvaardig genoeg om goed te kunnen functioneren in de samenleving. Daardoor vinden ze moeilijker werk en hebben ze zelfs een slechtere gezondheid.

Jonas V. (27) werkt nog maar een paar weken als technicus bij een witgoedfabrikant als hij op het matje wordt geroepen. Tot drie keer toe is hij met verkeerde vervangstukken naar een klant gereden om een wasmachine of droogkast te herstellen. Op de orderbonnen die hij elke ochtend op kantoor ophaalt, staat nochtans in detail beschreven welk materiaal hij in zijn bestelwagen moet laden. Maar dat is net het probleem. Er staat zo veel informatie op die papieren dat Jonas, die moeizaam en traag leest, er niet veel wijzer van wordt. Omdat hij dat niet durft toe te geven, denkt zijn baas dat hij zijn werk niet ernstig neemt. Aan het eind van zijn proefperiode wordt Jonas ontslagen. Alweer.

Jonas is lang niet de enige Vlaming die niet goed genoeg kan lezen om zich op de werkvloer uit de slag te trekken. Volgens de PISA-cijfers van 2019 behaalt een op de vijf Vlaamse leerlingen het minimumniveau voor leesvaardigheid niet. Ze kunnen dus niet vlot genoeg lezen om zonder problemen in alle domeinen van de samenleving mee te draaien. Dat is weinig hoopgevend, want nu al is een op de zeven Vlaamse volwassen laaggeletterd. Dat wil zeggen dat ze bijvoorbeeld moeite hebben om formulieren in te vullen, ondertitels bij televisieprogramma’s te volgen of een handleiding te begrijpen. ‘Dat mensen minder lezen en daardoor minder leesbegrip hebben, heeft dramatische gevolgen’, zegt Kris Van de Poel van de Nederlandse Taalunie. ‘Wie niet in staat is om op verschillende niveaus goed te lezen, loopt de hele tijd tegen hindernissen aan. Of hij nu naar de supermarkt gaat of de trein wil nemen. Mensen die laaggeletterd zijn, hebben ook meer gezondheidsproblemen doordat ze bijvoorbeeld de bijsluiter van geneesmiddelen niet goed kunnen lezen en het ook moeilijker hebben om medische adviezen te interpreteren. Bovendien komen ze vaker in de werkloosheid terecht. Die cirkel is in zo’n hoog tempo aan het versnellen dat we dringend moeten ingrijpen.’

Geen rijbewijs

Dat laaggeletterde mensen het veel moeilijker hebben om een job te vinden en te houden, komt niet alleen doordat ze worstelen om een werkrooster in te vullen of bestelbonnen te interpreteren. ‘Soms kunnen ze geen baan vinden omdat ze bijvoorbeeld geen rijbewijs hebben. Om voor het theoretische examen te slagen, moet je toch wel enige taalvaardigheid hebben’, zegt Joke Drijkoningen, directeur van de centra voor basiseducatie Ligo. Hetzelfde geldt voor het examen over veiligheid op de werkvloer dat mensen moeten afleggen om een VCA-attest te krijgen. Zo’n attest is een absolute voorwaarde om in bepaalde sectoren, zoals de bouw en de petrochemie, aan de slag te kunnen.

Soms hebben laaggeletterde mensen een andere thuistaal dan het Nederlands, maar er zijn ook heel wat Nederlandstaligen die niet taal- en leesvaardig genoeg zijn. Dat komt dan bijvoorbeeld doordat ze op school telkens ‘op basis van leeftijd’ zijn overgegaan. Ook als een kind geen getuigschrift van de lagere school behaalt omdat het niet goed genoeg kan lezen en schrijven, mag het op zijn twaalfde naar de B-stroom van het secundair onderwijs overstappen. En wie in het eerste jaar van de B-stroom niet is geslaagd, mag toch naar het tweede jaar overgaan zodra hij of zij veertien is. Hetzelfde geldt voor zestienjarigen die nog in het tweede jaar zitten. Zit hun leerplicht erop, dan komen veel van die jongeren zonder diploma of getuigschrift van school. Het is niet uitzonderlijk dat ze dan nog altijd niet goed kunnen lezen of schrijven.

Legerdienst

Vroeger werd laaggeletterdheid vaak tijdens de legerdienst opgemerkt. Daar werden de lees- en taalvaardigheid van de miliciens die functioneel analfabeet bleken te zijn dan meteen bijgespijkerd. Aangezien jongens vaker moeite hebben met lezen dan meisjes, maakte dat toch het een en ander goed. Nu die filter is weggevallen, blijft laaggeletterdheid nog vaker onder de radar. Ook al omdat veel mensen hun leesproblemen bijzonder goed weten te verbergen. Tot ze bijvoorbeeld aan een beroepsopleiding beginnen of werk vinden. Dan blijkt plots dat ze wel erg veel moeite hebben om geschreven of gesproken instructies te begrijpen en zich duidelijk uit te drukken. Organisaties zoals de VDAB of het OCMW schakelen dan vaak een centrum voor basiseducatie in. ‘Wij zorgen ervoor dat zo iemand geletterd en taalvaardig genoeg wordt om te doen wat hij wil doen’, zegt Drijkoningen. ‘Vaak hebben mensen hulp nodig om een opleiding te kunnen volgen of goed te functioneren op hun werk, maar het kan evengoed zijn dat ze niet vlot met de school van hun kinderen kunnen communiceren. Het draait dus niet alleen om goed kunnen lezen. Taalvaardigheid heeft ook met communicatie en interactie te maken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content