Door de afwijzing van een nieuw centraal akkoord heeft het ABVV zichzelf in de voet geschoten. De leiding van de socialistische vakbond stapt verzwakt in het komende debat over de eindeloopbaan.

‘Het ABVV hangt in de touwen. Als een grote vakbond een sociaal akkoord verwerpt maar niet de kracht heeft om tot betere afspraken te komen, dan plaatst hij zichzelf in een marginale positie. Het ACV en de ACLVB houden daarentegen aan hun goedkeuring van het centraal akkoord een imago van verantwoordelijkheid over. Naar hen zal de politiek luisteren als het gaat over de eindeloopbaan en de werkgelegenheid. Van de standpunten van het ABVV zal enkel akte genomen worden.’ Aldus een bevoorrechte waarnemer binnen de socialistische beweging.

Een topman van de socialistische vakbond zelf maakt een soortgelijke inschatting: ‘De gewesten en de beroepscentrales van het ABVV die tegen het loonakkoord waren, hadden de consequenties moeten beseffen. Een afwijzing heeft geen zin als men geen perspectief biedt en niet zegt welke onderdelen van het akkoord men op welke manier denkt te kunnen wijzigen. Anders zet men zichzelf buitenspel. Die les hebben we hopelijk geleerd.’

Het ABVV verwierp vorige week maandag het loonakkoord dat werkgevers en vakbonden op 18 januari hadden bereikt na drie slopende maanden aan de onderhandelingstafel. De afwijzing door de Interrégionale Wallonne, de Bond van Bedienden, Technici en Kaders (BBTK) en de beroepscentrales van de metaal- en de voedingssector deden de stemming in het federale comité van de vakbond overhellen naar een ‘neen’ (52 procent).

Koekje van eigen deeg

Die uitslag was niet alleen een serieuze opdoffer voor de ABVV-onderhandelaars, voorzitter André Mordant en algemeen secretaris Xavier Verboven. Hij trok ook een streep door de uitkomst van het sociaal overleg. Bij de twee andere vakbonden (het christelijke ACV en de liberale ACLVB) en de werkgeversorganisaties (VBO en Unizo) was het akkoord wel goedgekeurd – dat gebeurde evenmin van harte en vaak met veel bloed, zweet en tranen. Maar door het njet van het ABVV had het voor niemand nog zin om er een handtekening onder te plaatsen. Met als resultaat: geen centraal akkoord in de komende twee jaar voor de 2,5 miljoen werknemers van de privé-sector. Dat is geleden van 1996, toen de sociale partners niet ingingen op een voorstel van de regering-Dehaene II om een Toekomstcontract over de werkgelegenheid en de sociale zekerheid te sluiten en alle vertrouwen in elkaar verloren.

De gelijkenissen met de huidige situatie – Verhofstadt II begint binnenkort met de sociale partners aan een groot debat over de eindeloopbaan en de verhoging van de activiteitsgraad om de meerkosten van de vergrijzing te financieren – zijn frappant. En net als toen neemt de federale regering door het ontbreken van een centraal akkoord de touwtjes dan maar zelf in handen.

In de eindfase van de sociale onderhandelingen in januari had ze al 252 miljoen euro op tafel gelegd om een nieuw loonakkoord te ‘smeren’. Dat geld was bestemd voor lastenverlagingen voor ploegenarbeid, een verdubbeling van de overuren (van 65 naar 130), de laagste lonen en de tewerkstelling van mensen met een handicap. Een klein deel zou dienen om ook sluitingsvergoedingen voor werknemers van kleinere bedrijven te financieren. Die afspraken lagen in de weegschaal met een ‘indicatieve’ loonnorm van 4,5 procent.

Maar na de verwerping door het ABVV schoof dit hele pakket dus door naar de regering en werd vooral gekeken naar de PS. Zouden de Franstalige socialisten zich laten leiden door het verzet van de Waalse ‘kameraden’ bij het ABVV en meteen ook een kruis over Paars maken? PS-voorzitter Elio Di Rupo had geen 24 uur nodig om alle speculaties de kop in te drukken en premier Guy Verhofstadt (VLD) gerust te stellen. Zodoende zal de regering het loonakkoord ‘integraal’ en ‘zonder fout’ uitvoeren. Ze neemt het streefcijfer van 4,5 procent voor loonstijgingen over, terwijl minister van Werk Freya Van den Bossche (SP.A) en haar collega van Financiën Didier Reynders (VLD) de rest van het akkoord in maatregelen omzetten.

Di Rupo wilde met de liberale regeringspartners niet verzeilen in discussies over het brugpensioen of de loskoppeling van de lonen en de indexstijging. Bovendien gaf hij de FGTB, de Waalse vleugel van het ABVV, die de jongste jaren storm liep tegen Vlaamse initiatieven om een arbeidsmarktbeleid op maat van de eigen economie te voeren (denk aan de aanmoedigingspremies voor het tijdskrediet, de begeleiding van gecontroleerde werklozen en aan enkele voorzichtige stappen om Vlaamse sociale akkoorden te maken), een koekje van eigen deeg. ‘Zonder een centraal kader voor de komende onderhandelingen in de sectoren en bedrijven, is het sociaal overleg op federaal niveau dood, krijgen de aanhangers van regionale sociale akkoorden de wind in de zeilen en komt het einde van de federale sociale zekerheid in zicht’, aldus Di Rupo. Dat mochten ze bij de FGTB in hun jaszak steken.

Dat de PS-voorzitter op die manier afstand kon nemen, heeft ook te maken met de gewijzigde krachtsverhoudingen tussen de vakbonden. In Wallonië brokkelt de dominantie van het ABVV af. Het ACV dicht stelselmatig de kloof op het vlak van de ledenaantallen (de meest recente cijfers: 480.000 leden bij het Waalse ABVV tegenover 375.000 voor het Waalse ACV). Bovendien heeft de christelijke vakbond de socialistische concurrentie in Wallonië bij de jongste twee sociale verkiezingen zowel in stemmen- als in zetelaantallen achter zich gelaten. Daar houdt Di Rupo rekening mee. Het is ook een van de redenen waarom er tijdens de onderhandelingen over het loonakkoord geregeld goede contacten waren tussen het ACV en de twee socialistische regeringspartijen. Noch Di Rupo, noch SP.A-voorzitter Steve Stevaert had vorige week de behoefte om zich opeens achter de ABVV-bezwaren te scharen en zo zijn relatie met het ACV te verzuren.

Notaris met megafoon

Door deze gang van zaken dreigt het ABVV in nieuwe overlegrondes met de andere sociale partners en de regering geïsoleerd te raken. Toen het duo Mordant-Verboven in januari naar zijn vakbond terugkeerde met het ontwerpakkoord, waren er nochtans voor de buitenwereld weinig aanwijzingen voor die wending. De andere sociale partners hadden lange tijd twijfels over het onderhandelingsmandaat van de ABVV-top en dachten dat de socialistische vakbond de hete aardappel het liefst naar de regering wilde doorschuiven om interne meningsverschillen toe te dekken. Pas in de laatste rechte lijn naar een akkoord verdween dat aanvoelen. Vorige week draaide het toch uit op dat scenario.

Wat is er misgegaan? Eerst was er in maart 2004 het plotse vertrek van toenmalig voorzitter Mia De Vits naar de SP.A en de Europese politiek. De procedure om haar opvolging te regelen leidde vervolgens tot een heuse stammenoorlog binnen het ABVV, waardoor de kandidaturen van toenmalig BBTK-ondervoorzitter Carlos Polenus en federaal secretaris Rudy De Leeuw in september werden geneutraliseerd. Het waren voor Mordant en Verboven bijgevolg geen dankbare omstandigheden om aan het loonoverleg te beginnen. Waren ze tijdens de lange onderhandelingen ook het contact met ‘de achterban’ kwijtgeraakt?

‘Mordant en Verboven hebben heel veel overleg gepleegd met de verantwoordelijken van de centrales en gewesten. Nooit eerder is de ABVV-leiding zo democratisch te werk gegaan’, zegt een gewestelijk voorzitter. ‘Dat kan wel waar zijn,’ zegt een andere topfiguur, ‘maar in december zijn ze ook gewaarschuwd dat ze nooit groen licht voor een akkoord zouden krijgen als de twee grootste beroepscentrales, de BBTK en de Algemene Centrale, hun uiterst kritische houding niet lieten varen. Het was ook zeer riskant om in een centraal akkoord afspraken te maken over flexibilisering. Dat is bij uitstek een thema van de centrales in de sectoren en bedrijven. Bovendien creëerde de grote vakbondsbetoging van 21 december voor ‘een akkoord met inhoud’, het behoud van het brugpensioen en een sterke sociale zekerheid, extra verwachtingen. Als je dan uitpakt met een afspraak over meer uren werken – de nieuwe overurenregeling komt daarop neer, dan begrijp ik de negatieve reacties.’

‘Na die betoging heeft niemand aan Mordant en Verboven gevraagd om de onderhandelingen stop te zetten, allicht vanuit het besef dat het ABVV dan de zwartepiet voor de mislukking van het loonoverleg toegeschoven zou krijgen. De agressieve houding van de werkgevers heeft veel emotionele reacties bij onze mensen opgeroepen en ook emoties hebben een waarde in de vakbond’, klinkt het voorts.

‘Maar weten de militanten en zeker het middenkader wel goed wat er leeft bij de leden? Durven de secretarissen van de centrales een akkoord verdedigen en hun nek uitsteken in het belang van het ABVV en van de werkgelegenheid? Velen gedragen zich als een notaris die een akte voorleest. Dat volstaat niet’, zegt een andere gewestverantwoordelijke. ‘Tja, je hebt inderdaad secretarissen die vooral de megafoon gebruiken. Ze volgen die moeilijke onderhandelingen niet op de voet, roepen iets naar de basis en versterken de reacties in de richting van de leiding. Ze beseffen te weinig wat haar onderhandelingsmandaat inhoudt.’

Mordant en Verboven gingen zelf ook voluit om het akkoord te verdedigen. Maar dat verliep met veel horten en stoten. Op sommige plaatsen moesten ze het verschil tussen federale en regionale beleidsbevoegdheden nog uitleggen. Elders waren de mensen van een centrale alleen gefocust op de problemen van hun bedrijfssector. In nog een andere centrale was er al gestemd over het akkoord vooraleer de ABVV-top zijn uitleg kon geven. Op zijn eigen Waalse flank kreeg Mordant, die geen woord Nederlands begrijpt of spreekt en door zijn verleden bij de ambtenarenbond ACOD op scepticisme bij de arbeiderscentrales stuit, een nul op het rekest van de FGTB.

Peppie & Kokkie

Tegen de interne afspraken in, maakte die Waalse vleugel ook onmiddellijk en als eerste zijn afwijzing bekend. ‘Dat heeft voor een deel te maken met profilering binnen het ABVV. Maar door de sociaal-economische situatie in Wallonië zijn de reacties daar ook meer ideologisch gekleurd. Aan Vlaamse kant is men pragmatischer. Terwijl minister Van den Bossche uitlegt dat de overurenregeling nieuwe jobs kan opleveren omdat bedrijven flexibeler de concurrentie met het buitenland kunnen aangaan, is het Waalse ABVV er rotsvast van overtuigd dat die regeling banen zal kosten’, luidt het.

Tegelijkertijd wordt tegengesproken, of op zijn minst genuanceerd, dat er sprake is van een communautaire breuklijn binnen het ABVV. ‘De Waalse afwijzing was inderdaad groter, maar ook aan Vlaamse kant ontbrak een ruim draagvlak voor het akkoord. De stemmingen op het terrein gaven een heel diffuus beeld. Bij de Algemene Centrale bijvoorbeeld waren ze in Gent en Antwerpen tegen, maar in Luik voor. Bij de BBTK waren alle regio’s tegen. Daarom was het ook onverstandig van Verboven om te stellen dat een Vlaamse goedkeuring niet zou hebben volstaan om de Waalse afkeuring recht te zetten.’

‘Een stemming bij het ABVV is iets voor schriftgeleerden’, meent een vakbondskenner bij de socialisten. ‘Men moet zich ook niet te veel verschuilen achter de procedures om de afkeuring van het centraal akkoord te verklaren. De structuren van het ABVV zijn een veel belangrijkere factor.’ Historisch is de socialistische vakbond sterk gedecentraliseerd: de macht ligt niet op het federale of interprofessionele niveau, maar bij de zeven beroepscentrales en zeventien gewesten die autonoom hun financiën en ledenbeheer organiseren. Mia De Vits beet haar tanden stuk op die taaie structuur. Zij combineerde drie kwaliteiten die een bitter einde van haar voorzitterschap veroorzaakten: vrouw in een mannenbastion; pragmatische Vlaming tegenover heetgebakerde Waalse syndicalisten; een centraliserende reflex om met één stem te spreken, financiële transparantie op te leggen en de dienstverlening te moderniseren. Meer dan haar lief was botste De Vits met de Waalse intergewestelijk secretaris Jean-Claude Vandermeeren en met BBTK-voorzitter Christian Roland. Dat ze de voogdij van die laatste over de door financiële schandalen geteisterde BBTK-Brussel contesteerde, werd haar fataal.

Bij de afwijzing door het ABVV van het loonakkoord eisten Vandermeeren en Roland weer een hoofdrol op. Het meest betwist is opnieuw die van de BBTK-voorzitter. ‘Dat had vermeden kunnen worden indien in het akkoord niets had gestaan over een eenvormig statuut voor arbeiders en bedienden’, stelt een gewestelijk voorzitter. ‘Europa legt België op om zijn unieke positie met twee verschillende statuten op te heffen. Maar moest dat absoluut opgenomen worden in een centraal akkoord dat al andere pijnpunten zoals de overuren en een netto loonstijging van amper 0,2 procent voor de bedienden bevat?’

Anderen hebben minder begrip voor de BBTK-houding. ‘Toen De Vits verdween, was de machtsstrijd zo hoog opgelopen dat er maar twee uitwegen meer leken te zijn: een communautaire opsplitsing van het ABVV of een opsplitsing tussen de BBTK en de andere centrales. De bediendencentrale, die binnen het ABVV steeds belangrijker wordt, vaart in alles een eigen koers. Ze weert pottenkijkers en is een eeuwige dwarsligger. Er rest geen enkel intellectueel argument voor een verschil in statuut met andere werknemers en toch stelt ze zich corporatistisch op. De BBTK kwam met een stalinistische afwijzing van 97 procent van het loonakkoord. Alsof 97 procent van de bedienden daar zo over denken. Dat is pure onzin. Het getuigt van weinig solidariteit met andere werknemers.’

Kunnen Mordant en Verboven die ‘rechtse houding’ uitbuiten om de BBTK meer in het gareel te doen lopen en de stilgevallen modernisering van het ABVV nieuw leven in te blazen? Sommigen hopen het. Maar hebben ze daarvoor de autoriteit? Pas vorige week maandag ruilden ze hun ad interim opdrachten voor een formeel mandaat van voorzitter en algemeen secretaris tot in 2006. Dat was een ambigue beslissing. Het tweetal werd door het federaal comité van het ABVV eerst met handgeklap in zijn functies bevestigd (en niet zoals de statuten van de vakbond het voorschrijven, door een zevenkoppig federaal secretariaat voorgedragen) om vervolgens een onvoldoende voor de loononderhandelingen te krijgen.

De onzekerheid over hun draagvlak binnen de vakbond wordt versterkt door smalende bijnamen als Peppie & Kokkie en Jansen & Jansen, die in de ABVV-wandelgangen voor Mordant en Verboven worden gebruikt. ‘Hun mandaatverlenging drukte een waardering uit. Niemand, ook niet wie om rationele of emotionele redenen tegen het loonakkoord was, ontkent dat ze het onderste uit de kan gehaald hebben. Daarom doet dat Peppie & Kokkie-gedoe extra pijn. Het schaadt de vakbond enorm’, klinkt het. Tegelijk doet dit grote vragen rijzen over de bewegingsruimte van Mordant en Verboven in het komende debat over de eindeloopbaan. ‘De inhoud van een loonakkoord kan door de centrales worden bijgestuurd in de sectoren en bedrijven. De BBTK en anderen proberen dat ongetwijfeld te doen. Voor de uitkomst van het eindeloopbaandossier is die herkansing er niet. Na hun ervaring met het loonakkoord zullen Mordant en Verboven daarom nog voorzichtiger zijn’, zegt een andere vakbondsleider.

Als de top van het ABVV zich binnenkort voor een tweedaags beraad terugtrekt in La Roche, heeft ze in elk geval veel te bespreken.

Door Patrick Martens

Na het plotse vertrek van Mia De Vits brak een heuse stammenoorlog uit in het ABVV.

Kunnen Mordant en Verboven de stilgevallen modernisering van het ABVV nieuw leven inblazen?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content