Frantisek Drtikol en Josef Sudek in Charleroi.

Het zijn twee tentoonstellingen en de inrichters hebben moeite gedaan om een duidelijk onderscheid te maken. Op de bovenste verdieping is er het werk van Frantisek Drtikol (1883-1962) met foto’s, tekeningen, grafiek en schilderijen tegen een warmrode achtergrond en in ronde ruimtes. Een verdieping lager hangen de foto’s van Josef Sudek (1896-1976) in een grijzige en haakse opstelling. Het zou al te simpel zijn om daaruit te besluiten dat het werk van Drtikol warm en zacht is en dat van Sudek kil en zakelijk.

Het tentoonstellingscircuit leidt de toeschouwers eerst naar het werk van Drtikol. Het is gegroepeerd rond negen titels: Kruisiging, Salomé, Vanitas, de Weg, Moeder Aarde, Meditatie, De Wereld van de Ziel, de Spirituele Onthechting, het Licht. De titels spreken voor zich, maar de foto’s geven andere signalen. De reeks begint met vier foto’s van gekruisigde vrouwen. Jonge dames werden met koorden aan nogal luchtige kruisen bevestigd. De achtergrond is donker en bij de eerste foto zien we in de verte dramatische donderwolken, het zijdelingse licht tekent bevallige lichamen die niet kronkelen van de pijn maar eerder van een uitdagend welbehagen.

We zijn getuige van een tafereel uit het amateurtoneel zoals we ons dat voorstellen bij het begin van de eeuw. De herkenbaarheid is gênant. De tekeningen, grafiek en schilderijen rond hetzelfde onderwerp zijn “algemener”. In een romantisch landschap zien we de silhouetten van kruisen en naakte vrouwen, een enkele keer is de vrouw zelf het landschap en bevindt het kruis zich tussen haar borsten.

Het amateuristische van deze foto’s vertedert ons omdat we weten wat Drtikol nog heeft gemaakt. Zijn faam indachtig genieten we van zijn jeugdige buitensporigheden. Hoewel. We zien werk dat we nooit eerder zagen. We kennen Drtikol als de modernistische fotograaf die als geen ander weelderige menselijke lichamen wist te confronteren met geometrische vormen, in gekunstelde decors en bij theatraal licht. Die foto’s zijn wereldberoemd en kenmerkend voor een vernieuwende periode in de fotografie. Maar hier zien we Frantisek Drtikol als een nogal onevenwichtige man die zijn heil zoekt in halvelings spirituele oefeningen.

Drtikol maakte enkele bizarre zelfportretten. Ze hangen niet op de tentoonstelling maar werden afgedrukt in de catalogus. 1913: Drtikol fotografeert zichzelf als Christus aan zijn kruis, met een doornenkroon, de mond half geopend, de ogen dicht. 1923: voor een bijgewerkte achtergrond zien we hem kijkend in het objectief, met een sigaar in de hand en leunend op een naakte dame die als in een komma onderaan in beeld ligt.

AANGENAAM OM TE BEKIJKEN

De tentoonstelling van Drtikol is tegelijk verrassend en ontluisterend. De nadruk ligt op het werk rond zijn spirituele activiteiten, en hij slaagt er niet in om zijn gevoelens en inzichten te verbeelden. De symbolen die hij gebruikt, bijvoorbeeld de langgerekte vrouwenfiguren die zich met open armen naar het zonlicht richten, ervaren we als belachelijk. Dat is spijtig want Drtikol was een briljant fotograaf. Het is opvallend dat bij exposities waar foto’s én schilderijen te zien zijn, de foto’s halvelings verdwijnen.

De tentoonstelling met foto’s van Josef Sudek vraagt een andere benadering. De foto’s zijn eerder bescheiden, ze roepen niet om aandacht, ze zijn vaak donker en klein. Bij het karige licht van de expositiezaal moeten we ze lang en van dichtbij bekijken. Dan zien we hoe meesterlijk ze gecomposeerd werden, niet volgens de klassieke regels, verrassend fris.

Als jonge boekbinder raakte Sudek gekwetst tijdens de Eerste Wereldoorlog en in het lazaret maakte hij al een belangrijke reeks portretten. Later werd hij vooral bekend met zijn foto’s van stillevens en landschappen. Aanvankelijk zijn het schilderachtige taferelen in navolging van de picturalisten, maar vanaf de jaren ’30 slaagt hij erin om schijnbaar banale elementen spannend te combineren. Eigenlijk maakt hij beelden die alleen maar mooi zijn. Mooi in de betekenis van “aangenaam om te bekijken”, met aandacht voor de materie en in de lijn van de Tsjechische grafiek, virtuoos. Sommige foto’s lijken niet op foto’s, het papier is mollig, het onderwerp lijkt getekend, de inlijsting verwijst naar een ander medium.

Als we voor het Paleis voor Schone Kunsten staan in Charleroi, dan zien we rechts een eindeloze lege parking, schreeuwerige muurschilderingen en een tunnel naar de autoweg. Links stoten fabrieksschouwen rook uit in diverse kleuren, achter ons is er de volle parking en het plein met cafés en frietkoten. Het paleis zelf is een onwaarschijnlijk bouwwerk uit de jaren vijftig, verwekt in tijden van overdaad. Cultuur is hier niet evident. En uitgerekend op deze plek brengt Europalia twee tentoonstellingen waarbij de intimiteit zo belangrijk is, met aandacht voor het spirituele enerzijds en het geraffineerde anderzijds. De contrasten zijn opwindend.

“Frantisek Drtikol, fotograaf, schilder, mysticus” en “Josef Sudek”, PSK, place du Manège, Charleroi. Elke dag van 10 tot 18u., gesloten op maandag, nog tot 20/12.

Johan De Vos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content