Roy Disney kijkt vol vertrouwen naar de toekomst.

Over de toekomst van Disney praten we met Roy Disney, vice-voorzitter van de raad van bestuur en als zoon van Walt Disney’s oudere broer de enige link in het concern met de legendarische schepper van Mickey Mouse met wie het allemaal begon.

– Mist u Jeffrey Katzenberg ?

– ROY DISNEY : Ik hoop van niet. Life goes on. Jeffrey was tot aan zijn vertrek, ongeveer een jaar geleden, bij de produktie van “Pocahontas” betrokken. Dus zijn invloed zal nog merkbaar zijn. Misschien moet u mij die vraag volgend jaar nog eens stellen. Want “Hunchback” is bijna helemaal zonder Katzenberg gemaakt.

– Animatoren zeiden vroeger altijd als ze een probleem hadden, ze zich afvroegen wat Walt Disney in hun plaats zou gedaan hebben. Dat hoor je nu minder vaak.

– DISNEY : Ik hoop dat je het nooit meer hoort, want dit is wat de maatschappij de das omdeed in de jaren zeventig. Nadat Walt in 1966 overleed, werd er bij elke beslissing gespekuleerd wat zijn reaktie zou geweest zijn, of het zijn goedkeuring had weggedragen. Ik zei altijd : ik weet niet wat Walt zou denken, want hij is dood. Maar dat mocht je toen niet zeggen, dat werd als heiligschennis beschouwd.

– Maar is er geen spirituele kwaliteit die voortleeft ?

– DISNEY : Wat biezonder dankbaar is om op voort te bouwen is de hoge kwaliteit van de klassieke tekenfilms. Wanneer we terugblikken op “Snow White”, “Bambi”, “Pinocchio” en “Fantasia” en stellen dat we dit moeten evenaren, dan leggen we de lat zeer hoog. We waren heel trots op “Beauty and the Beast” en inviteerden op de proefvertoning Frank Thomas en Ollie Johnston, twee oldtimers. We waren erg benieuwd om hun mening te horen en dachten dat ze zouden zeggen dat de prent even goed was als “Snow White”. Maar achteraf zeiden ze : prima job, bijna zo goed als wij het vroeger deden. Zoiets stimuleert ons om altijd beter te doen.

– Welke herinneringen bewaart u aan Walt Disney ?

– DISNEY : Ik zeg altijd dat ik me twee Walt Disney’s herinner : een eerste toen ik een kind was en hij gewoon oom Walt, een man die gek was op kinderen ; een tweede toen ik later voor hem ging werken en hij een biezonder strenge baas was. Hij wist verduiveld goed wat hij wilde. Ik was vijfentwintig en dacht dat ik alles wist. Ik heb hem enkele keren dwarsgezeten en het scheelde niet veel of hij beet mijn kop af.

– Wat was de zwartste periode in de geschiedenis van de Walt Disney Company ?

– DISNEY : Ik werkte eerst voor Walt, toen hij stierf bleef ik voor mijn vader werken die vijf jaar later ook overleed. Ik bleef bij Disney maar het bedrijf ging echt aan het wankelen. In 1977 werd het me te veel, ik ging weg bij de studio maar bleef als één van de grote aandeelhouders in de raad van bestuur zetelen. Het was in die periode een verschrikkelijke studio om voor te werken. Er moest dringend iets gebeuren, een verandering aan de top kon niet uitblijven. We kregen dat pas in 1984 voor elkaar ; de firma was er heel slecht aan toe. Toen begon die hele overnamestrijd.

Om beter te kunnen manoeuvreren, trok ik me terug uit de raad van bestuur. Op het eind van het jaar werd de hele administratie gewipt, haalde ik Michael Eisner en Frank Wells binnen en keerde ikzelf ook terug. Het bedrijf is sindsdien gestaag gegroeid. Niemand had tien jaar geleden kunnen voorspellen dat het zo’n hoge vlucht zou nemen.

– Enkele maanden geleden verraste Eisner vriend en vijand met de overname van het televisienetwerk ABC. Wat later gingen Time Warner en Turner fusioneren. Vindt u deze mega-ondernemingen gezond ?

– DISNEY : Het is geen kwestie van gezond of ongezond, wel van het feit dat we hoe langer hoe meer evolueren naar een tijdperk van globale kommunikatie waarin je met dezelfde software veel meer toepassingsmogelijkheden krijgt dan ooit tevoren. De meeste media en kommunikatieconcerns zijn op zoek naar de beste manier om het publiek te bereiken. Dit was ook ten dele onze motivering voor de ABC-deal.

Het is duidelijk dat de technieken om de huiskamer van entertainment te voorzien de komende tien jaar ingrijpend zullen veranderen. Er zijn verschillende scenario’s, maar we weten nu nog niet wie het zal halen : de telefoonmaatschappijen, de kabelmaatschappijen, satellietverbindingen, Internet, of wie weet een kombinatie van dit alles. We willen in een positie verkeren dat we hoe dan ook onze produkten aan de man kunnen brengen, wat ook de drager wordt van beeld en muziek. We blijven in de eerste plaats een bedrijf dat films maakt, een producent, geen leverancier. (P.D.)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content