Het moet zijn dat er in de Senaat wel héél weinig te doen valt. De Quick en Flupke aldaar, de senatoren Vincent Van Quickenborne (Spirit) en Jean-Marie Dedecker (VLD), hebben tijd zat voor kattenkwaad allerlei, samen of apart. Ze noemen zichzelf daarom graag rebellen of buitenbeentjes ? ochhere. Met hun senatorwedde en als lid van de meerderheid is dat wel een heel veilige vorm van rebelsheid. Het olijke duo is bijgevolg sterk in medianummertjes: het dondert niet wat, als de televisie er maar bij is. En in uitspraken waarvan het denkt dat ze sterk of gewaagd zijn. Al had men kunnen hopen dat ze over het een en ander eerst wat langer hadden nagedacht.

Hun recentste wapenfeit sinds ze samen de vrede in het Midden-Oosten hebben hersteld, is dat de twee senatoren, elk apart deze keer, de mening te kennen hebben gegeven dat ze het cordon sanitaire tegen het Vlaams Blok maar niks vinden. ?Absurd?, ?een flater?, dat is dan het slag argumenten dat ze in stelling brengen. Of in het beste geval opperen ze de suggestie dat men extreem-rechts zich maar eens moet laten ?kapotregeren?. De lakmoesproef is dan: laat de partij eens ergens aan het bestuur meedoen (in ?enkele gemeenten?, zegt Quick), ze kan dan bewijzen dat ze onbekwaam is om iets tot stand te brengen en dus ongeschikt is voor de praktische politiek.

Deze armzalige catastrofetheorie is wel erg kortzichtig. Want is bestuurlijke efficiëntie wel de reden waarom mensen voor het Blok stemmen? En welke partij is als coalitiepartner van het Blok tot zo?n kamikazeopdracht bereid? De redenering is bovendien behoorlijk stalinistisch. Welke gemeente ? en welke mensen ? willen de twee, comfortabel in het rode pluche verzonken, senatoren dan opofferen aan de bestuurlijke onbekwaamheid van het Blok, teneinde hun vermeende gelijk te bewijzen? Anderen de prijs van hun kattenkwaad laten betalen, fraai.

Tenslotte is hun redenering al even wankel als elke andere speculatie over wonderrecepten om de electorale groei van extreem-rechts af te remmen. En ja, ook het cordon sanitaire heeft die niet belet. Maar dat zegt bitter weinig over het cordon sanitaire. Quick en Flupke ? en zovele andere radelozen ? zien immers over het hoofd dat de ?schutskring? helemaal niet bedoeld is om die groei te stuiten. Zodat het ?effect? ervan ook niet aan de verkiezingsuitslag van extreem-rechts kan worden afgemeten. Het cordon is niet meer dan een gedragscode, waarbij de zogeheten democratische partijen er zich toe verbinden om geen politieke akkoorden te sluiten met extreem-rechts. Het is tenslotte ethisch ondenkbaar om een compromis te sluiten met een autoritaire en racistische partij. Want elk politiek vergelijk ? bijvoorbeeld bij de vorming van een bestuurscoalitie ? houdt in dat de nieuwe meerderheid een deel van het extreem-rechtse programma zal moeten uitvoeren.

Het is dus een beginselkwestie. Wat niet wegneemt dat ze toch haar effecten heeft. Bijvoorbeeld dat ze het Blok zicht-baar op de zenuwen werkt.

Maar het is makkelijk debatteren over het cordon sanitaire. Men is er voor of tegen. Zulke discussies passen goed in de zwart-witdenktrant van wie zich niet het hoofd wil breken over nuances of details. Een beleid bedenken, waardoor geen enkele burger nog de aandrang voelt om voor extreem-rechts te stemmen, dat is een ander paar mouwen. Paars-groen heeft zich bij monde van de premier die opdracht meegegeven. Het zal mij benieuwen of dat lukt.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content