Vreemdelingenlegioen achter tralies

In de Belgische gevangenissen zitten veel vreemdelingen, onder wie ruim 1100 Marokkanen. © REPORTERS

Om de overbevolking in Belgische gevangenissen tegen te gaan, mikt de N-VA resoluut op de terugkeer van illegalen en asielzoekers naar hun land van herkomst.

Begin februari overschreed de Belgische gevangenispopulatie voor het eerst de drempel van de 11.000 gedetineerden. Uit recente cijfers van het ministerie van Justitie blijkt dat er van dat aantal 4816 zijn die niet over de Belgische nationaliteit beschikken. Dat is een opvallende stijging in vergelijking met een telling in februari 2010, toen er in onze gevangenissen 4361 vreemdelingen opgesloten zaten. Toch is er van een proportionele toename van het aantal niet-Belgen in onze penitentiaire instellingen geen sprake. Zij vertegenwoordigen nu al jaren ongeveer 43 procent van de gevangenispopulatie en een eenvoudig rekensommetje leert dat die verhouding ook in 2011 blijft bestaan. ‘Hoe je het ook draait of keert. Het blijft een hoog aantal en dat betekent dat er daar mogelijkheden liggen om iets te doen aan het probleem van de overbevolking van de gevangenissen waar we nu al zo lang mee kampen’, zegt N-VA-Kamerlid Theo Francken.

Een logische overweging die bij het aanschouwen van die cijfers snel naar boven komt, is ‘waarom moeten wij de hoge kosten dragen van misdadigers uit het buitenland, zeker van een minderheid onder hen die geen enkele band heeft met België?’ Het Europese verdrag over de overbrenging van gevonniste personen naar hun land van herkomst dateert al van 1983. Sinds dat akkoord, dat door 64 landen ondertekend werd, is het mogelijk om gedetineerden naar hun thuisland te brengen, tenminste, als die gedetineerde daar zelf mee akkoord gaat. In 2005 raakten 35 landen het na veel vijven en zessen eens over een aanvullend protocol, waardoor het onder bepaalde omstandigheden ook mogelijk werd om buitenlandse gevangenen over te brengen zonder dat die daarmee akkoord gingen. Van de meer dan 200 gedetineerden die de voorbije vijf jaar zelf een transfer hadden aangevraagd of ermee hadden ingestemd, zijn er uiteindelijk 56 effectief vertrokken. In de categorie ‘gedwongen overbrengingen’ verlieten in diezelfde periode 39 gedetineerden de Belgische gevangenissen.

De moeilijkheden die de Belgische justitie ondervindt om gevangenen te laten opsluiten in hun land van herkomst zijn van velerlei aard. Maar in een groot deel van de gevallen komt er eenvoudigweg nooit een reactie van het aangeschreven land. Als die er wel komt, wordt er vaak getalmd tot net voor de datum van de voorwaardelijke invrijheidstelling alvorens te antwoorden. Een andere manier om ’tijd te winnen’ is aanvullende informatie vragen over de gedetineerde, bijvoorbeeld omdat die in eigen land bekendstaat onder een andere naam.

Vreemdelingen in Belgische gevangenissen komen uit alle uithoeken van de wereld, zo leren de cijfers, maar de grootste groep is met ruime voorsprong de Marokkanen. Met meer dan 1100 Marokkaanse gedetineerden in België is het geen toeval dat de verschillende ministers van Justitie in het verleden extra inspanningen hebben geleverd om tot een bilateraal akkoord te komen met Marokko, dat geen deel uitmaakt van het bewuste Europese verdrag. In 2007 ging de Marokkaanse regering eindelijk overstag. In de Belgische media werd toen aangekondigd dat ‘Marokkaanse plegers van zware misdaden die geen enkele band hebben met ons land voortaan teruggestuurd kunnen worden naar hun land’. Gezien de strenge voorwaarden die daaraan gekoppeld werden, zouden in totaal slechts een zestigtal Marokkanen in aanmerking komen. En aangezien het Marokkaanse parlement het akkoord vier jaar na de ondertekening nog steeds niet geratificeerd heeft, is er – behalve Ashraf Sekkaki in zijn geheel eigen stijl – tot op vandaag nog geen enkele Marokkaanse gedetineerde overgebracht naar een gevangenis in zijn thuisland.

Inreisverbod

De conclusie is duidelijk. Het is niet de overbrenging van gevangenen naar het land van herkomst die het probleem van de overbevolkte gevangenissen zal oplossen. ‘Ook wij realiseren ons dat we daar niet te veel op moeten focussen’, zegt Theo Francken. Samen met zijn partijgenotes Sarah Smeyers en Daphné Dumery maant hij de regering aan om eindelijk werk te maken van een efficiënt terugkeerbeleid van illegalen. ‘Exacte cijfers over het aantal illegalen in de Belgische gevangenissen zijn er helaas niet, maar we weten wel hoeveel van de vreemdelingen ingeschreven zijn in het bevolkingsregister en hoeveel niet. Tot die laatste categorie behoren dus niet alleen de illegalen, maar ook diegenen die een tijdelijke verblijfsvergunning hebben.’ Volgens Francken maakt dat op zich niet veel uit. ‘Mensen die hier illegaal verblijven, kunnen worden uitgewezen, maar ook de vreemdelingen met een instabiele verblijfsvergunning die een misdrijf begaan, zouden sneller het land moeten worden uitgezet.’

N-VA koppelt daaraan een strenger terugkeerbeleid voor alle illegalen. ‘Al wie wordt uitgewezen en ook effectief terugkeert naar het land van herkomst, kan hier ook geen misdrijven meer begaan’, zegt Francken. In de Kamer werd een tijd geleden een voorstel gelanceerd om binnen de regering een taskforce op te richten die ervoor moet zorgen dat er meer illegalen daadwerkelijk terugkeren naar hun land van herkomst. Francken vroeg twee weken geleden dat het voorstel met hoogdringendheid zou worden behandeld, maar kreeg daarvoor geen meerderheid op de been. Ook in de eerste regering-Verhofstadt, na de grote regularisatie van 1999, werd er zo’n taskforce opgericht.

Het is Francken ook een doorn in het oog dat buitenlandse zware misdadigers die in ons land voorwaardelijk vrijkomen na hun repatriëring zomaar naar België kunnen terugkeren. ‘Neem bijvoorbeeld iemand die een gewapende overval heeft gepleegd en veroordeeld wordt tot tien jaar cel. Als die na een derde van zijn termijn voorwaardelijk vrijkomt, zou de rechter in veel meer gevallen de voorwaarde moeten stellen dat hij niet alleen gerepatrieerd wordt, maar ook dat hij een inreisverbod krijgt opgelegd, waardoor hij niet opnieuw naar ons land kan komen.’

Tot slot is N-VA vragende partij om binnen de commissies Justitie en Binnenlandse Zaken hoorzittingen te organiseren om het aantal illegalen in de Belgische gevangenissen terug te dringen. ‘Wij zijn niet het enige land dat kampt met dat probleem. En in Nederland bijvoorbeeld behalen ze op dat vlak veel betere resultaten. De hoorzittingen moeten ons toelaten om een vergelijkende studie te maken en eventueel systemen uit het buitenland te kopiëren.’ Francken denkt in de eerste plaats aan de ongeveer 750 gevangenen die geen verblijfsvergunning hebben en momenteel in voorhechtenis zitten. Daar stelt zich de vraag of die mensen direct moeten worden uitgewezen, of dat die in voorhechtenis moeten blijven in afwachting van de behandeling van hun zaak door een rechtbank. Minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) antwoordde in de Kamer dat er over dergelijke gevallen beter overleg moet komen met de Dienst Vreemdelingenzaken en dat er dan een selectie moet worden gemaakt, ‘omdat men onmogelijk alle beklaagde vreemdelingen zonder verblijfsvergunning in voorhechtenis kan houden’. Wat Francken betreft, is de keuze al gemaakt. ‘Persoonlijk zou ik alleszins zeggen dat die mensen het land moeten verlaten.’

DOOR HANNES CATTEBEKE

Gevangenen naar hun land van herkomst overbrengen, zal het probleem van de overbevolkte cellen niet oplossen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content