Hoe haal je een container drugs binnen ? En wie incasseerde er de miljoenen van de vermoorde kroongetuige Martin Swennen ? Ik niet, zegt BOB-chef Willy Van Mechelen.
OP 15 MAART 1996 werd in het Amsterdamse café De Blauwe Druif de Belgische drugshandelaar Martin Swennen, die al geruime tijd aan botkanker leed, in koelen bloede geliquideerd. De dader, een Nederlandse crimineel die in dezelfde drugsbende als Swennen zat, zei hem eerst nog : ?Jij praat met de politie.? De man deed zijn werk duidelijk in opdracht en ging daarna doodgemoedereerd op een stoel zitten wachten op de Amsterdamse politie. Enkele uren later kwam ook een ploeg van de gerechtelijke politie van Antwerpen ter plaatse. Zij hadden net die ochtend afgesproken met Swennen, die hen bezwarende bandopnames en foto’s zou overhandigen. Daarmee zou hij bewijzen dat hij, voor het doorlaten van drugscontainers via België, onder meer geld betaald had aan een Antwerpse magistraat en een rijkswachtchef.
Die rijkswachtchef was de notoire BOB-adjudant Willy Van Mechelen, die Swennen lange tijd als informant had ?gerund?. De Antwerpse topspeurder is de voorbije tien jaar meermaals in opspraak gekomen, meestal na aantijgingen door ex-informanten, maar hij werd nooit veroordeeld. In juni vorig jaar werd hij aangehouden, nadat de douane in Antwerpen een container met 3.500 kilo marihuana onder een lading theebuiltjes uit Cambodja had onderschept. De importeur, een man van de firma Eurobusiness, verklaarde dat hij in opdracht van Van Mechelen werkte. Na drie dagen werd de BOB-chef wegens gebrek aan bewijs weer vrijgelaten. Verdere observatie en telefoonregistratie toonden echter contacten aan tussen Van Mechelen, figuren uit het drugsmilieu én een omstreden Nederlandse politieman uit de zogenaamde IRT-affaire.
CAMOUFLAGE.
Op dat ogenblik liep in Nederland al de ruchtmakende parlementaire enquête naar de bijzondere opsporingspraktijken van het Interregionaal Rechercheteam (IRT). Vooral twee rechercheurs van de Haarlemse politie, Joost van Vondel en Klaas Langendoen, bijgenaamd ?het koningskoppel?, hadden tientallen containers met vooral marihuana in Nederland ingevoerd om zo bepaalde drugsbendes te infiltreren. Om hun informanten niet te verbranden, lieten zij enorme partijen drugs ook op de gewone markt terechtkomen. Eén van hun tipgevers was de zogenaamde Sapman, een limonadefabrikant uit de Antwerpse regio, die als camouflage voor de drugstransporten een dekmantelbedrijf in Zuid-Amerika moest oprichten, een front store. Sapmans bedrijf kreeg gratis het vruchtensap dat als deklading diende, en hij ontving ook nog eens tien miljoen frank zwijggeld van de politie.
Volgens de Amsterdamse officier van Justitie Fred Teeven zouden sinds 1992, minstens 65 drugscontainers zijn doorgelaten, goed voor ruim 300.000 kilo verdovende middelen. Daarvan zou minder dan de helft onderschept zijn, terwijl al de rest op de consumentenmarkt verspreid is. Toen dat schandaal aan het licht kwam, moesten twee ministers in Nederland aftreden en werd een parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van Maarten Van Traa opgericht. Het eindrapport van die commissie werd vorige week door het Nederlandse parlement besproken. Eén van de conclusies van Van Traa is dat dergelijke ?doorgeleverde zendingen? moeten verboden worden, tenzij voor zeer kleine partijen softdrugs. Wat de commissie-Van Traa niet onderzocht, was dat een deel van die enorme drugsstroom via de Antwerpse haven binnenkwam.
In België zeggen het parket en de rijkswacht dat zij veel drugscontainers naar Nederland en sporadisch ook naar Duitsland, Engeland en Frankrijk lieten passeren, maar telkens op voorwaarde dat ze later onderschept zouden worden. Als dat niet zou gebeurd zijn, is dat een schending van het akkoord. In een geheime omzendbrief over ?bijzondere opsporingstechnieken? van 1990 is geregeld hoe in België moet omgesprongen worden met een ?begeleide zending of uitgestelde inbeslagneming?. Die omzendbrief kwam er na het proces- Reyniers. De commissaris van de Brusselse gerechtelijke politie Frans Reyniers leidde vroeger dergelijke operaties in samenwerking met het Duitse Bundeskriminalamt : gecontroleerde leveringen van drugs uit Libanon, met inbeslagneming en aanhouding van de opkopers in België.
KROONGETUIGE.
In november 1995 werd de Antwerpse BOB-chef Van Mechelen een tweede keer aangehouden en sindsdien werd hier en daar in de pers gesproken van ?een Belgische variant van de IRT-zaak?. Van Mechelen zat een paar weken in de gevangenis van Mechelen, en werd dan opnieuw vrijgelaten. Het Antwerpse parket zond een rogatoire commissie naar Amsterdam om met de ?kroongetuige? Martin Swennen te praten, die onder de hoede stond van Fred Teeven, bij wie hij al verklaringen had afgelegd. Swennen beweerde dat Willy Van Mechelen voor elke doorgelaten container 250.000 gulden een kleine vijf miljoen frank ontving. Volgens Swennen werd ook een douanier omgekocht, een magazijnier, en had ook een Antwerpse magistraat geld opgestreken.
Daarna lag het onderzoek wat stil tot Martin Swennen, die recent nog door het Hof van Beroep veroordeeld was en ?geseind? stond, in maart aangehouden werd. Hij zat een week in de gevangenis van Vorst, maar werd elke dag in Antwerpen ondervraagd. Hij kreeg een deal van Justitie dat hij vrijuit zou gaan als hij aan het onderzoek zou meewerken. Daarop werden al zijn verklaringen op papier gezet. Vervolgens werd hij vrijgelaten en door een Joegoslavische kompaan naar Amsterdam gevoerd, waar hij de bezwarende foto’s en bandopnames zou ophalen om die aan de Antwerpse speurders te overhandigen. Maar dezelfde dag kreeg hij al een kogel door het hoofd.
Vorige week schreef Maarten Van Traa een merkwaardige brief aan de Nederlandse Kamervoorzitter, waarin staat dat Swennen werd geliquideerd en dat hij eerder in België verklaringen had afgelegd over ?betalingen aan een Belgische politie-ambtenaar in verband met het doorleveren van containers verdovende middelen.? Over deze politieman, in casu Willy Van Mechelen, schrijft Van Traa voorts dat hij vorig jaar Klaas Langendoen voor een aanslag waarschuwde, en dat hij meerdere contacten onderhield met de Nederlandse politiechef F. van der Putten. Die eveneens geschorste agent staat bekend als ?de architect? van de opsporingsmethode van de doorgeleverde drugscontainers in Nederland.
De brief van Van Traa en de artikels in de dagbladen hebben Willy Van Mechelen zo verbitterd, dat hij nu wil reageren. Hij zegt dat hij al ?gedesillusioneerd? is en ?achtervolgd? wordt sinds de zaak- Goldberg. De Antwerpse diamantair Schlomo Goldberg werd in 1987 tijdens een overval gedood, terwijl een schaduwploeg van Van Mechelen beneden op post stond zonder in te grijpen. De daders waren ex-informanten van Van Mechelen, die als verdediging inriepen dat de BOB-chef de overval had geprovoceerd of uitgelokt, wat verboden is. In 1988 kreeg hij ook nog een onderzoek aan zijn been van onderzoeksrechter Walter De Smedt naar aanleiding van een oplichtingszaak door Duitsers, waarbij mogelijk vervalste processen-verbaal waren opgesteld.
Willy Van Mechelen ontkent in alle toonaarden dat hij het Haarlemse koningskoppel of de Sapman ooit heeft ontmoet, laat staan dat hij zelf drugscontainers heeft helpen invoeren. Wel had hij de voorbije jaren weet van twee onderscheiden containerlijnen : de volgens hem louter criminele lijn-Swennen (?minimaal vijf containers?) en de Nederlandse politie-lijn van ?doorgelaten containers? (?mogelijk tientallen?).
VAN MECHELEN : Ongeveer een jaar geleden vertelde een informant mij dat het drugsmilieu represailles plande tegen een agent van Haarlem, een zekere Langendoren die later dus Langendoen bleek te heten , omdat hij een bepaalde organisatie had geïnfiltreerd. Men zei mij dat hij dezelfde weg zou opgaan als Danny Leclere, de Belgische dokter die een grote XTC-bende leidde en ook in Amsterdam geliquideerd werd. Omdat ik mijn hart nog op de rechte plaats heb, en omdat het een collega betrof, heb ik dat gemeld aan de Belgische verbindingsofficier in Den Haag, rijkswachtkolonel Herman Luyten. Hij heeft die inlichting doorgespeeld. Dat is het énige wat ik ooit met dat koningskoppel te maken had.
Met een andere agent uit de IRT-zaak, Van de Putte, had u vorige week nog een afspraak ?
VAN MECHELEN : Ik ken hem al vijftien jaar, sinds we samen een actie opgezet hebben na een zware roofoverval op een diamantair in Antwerpen. Men had Van de Putte gezegd dat ik een bezwarende verklaring tegen hem zou hebben afgelegd. Dat was niet waar, en dat ben ik persoonlijk tegen zijn personeelschef gaan zeggen.
Maar u had wel weet van de Nederlandse gecontroleerde drugscontainers ?
VAN MECHELEN : Tot het proces-Goldberg was ik hoofd van de sectie zware criminaliteit. In die tijd heb ik maar tweemaal drugszaken gedaan : een inbeslagname van 6,5 ton hash in de haven en een vangst van 63 kilo heroïne. Daarna was ik tweede commandant van de BOB en vernam ik in hoofde van mijn functie dat er via Antwerpen gecontroleerde drugszendingen voor Nederland binnenkwamen. Dat kunnen toch wel enkele tientallen containers in totaal geweest zijn. Ze zaten vol hasj, en soms waren er kleine partijen cocaïne.
De leveringen gebeurden dus op vraag van de Nederlandse politie en justitie, maar in samenspraak met het hoofd van de BOB, commandant De Bakker, en een magistraat van het Antwerpse parket. Die containers werden door observatieploegen van de rijkswacht gevolgd tot de grens, waar ze door de Nederlanders werden overgenomen. Ook de douane moet daarbij betrokken zijn geweest.
Ik weet dat een deel van die drugs niet onderschept werd maar op de markt terechtkwam. Volgens mij was het dan ook illegaal dat er op die manier containers vol drugs op Belgisch grondgebied werden ingevoerd, die men dan ongemoeid weer liet vertrekken. Antwerpen werd zo de doorvoerhaven voor Nederland. In sommige gevallen werkte de Nederlandse politie samen met de Duitse Bundeskriminalamt. Maar zelf had ik daar rechtstreeks niets mee te maken.
Ondanks uw informatie hebt u nooit concreet met één container te maken gehad ?
VAN MECHELEN : Eén keer in 1994 kreeg ik een heel precieze informatie met de nummer van de container en de naam van het schip. Ook die inlichting heb ik doorgegeven aan de Belgische verbindingsofficier Luyten in Den Haag. Waarom ? Om het spoor van mijn tipgever uit te wissen. Als er in een proces-verbaal zou staan dat de inlichting van een tipgever van de BOB in Antwerpen kwam, kon de bende achterhalen om wie het ging. Vooral omdat er in diezelfde bende nog eens tipgevers van àndere politiemensen zaten. Dubbel gevaarlijk dus. Die container met hasj uit Casablanca is toen op basis van mijn informatie onderschept, en verscheidene mensen werden aangehouden. De partij was bestemd voor de bende van Martin Swennen.
Maar die containerlijn van Swennen had niets met de gecontroleerde leveringen van de Nederlandse politie te maken ?
VAN MECHELEN : Volgens mij niet. Swennen is lange tijd informant geweest van mij. Vroeger was hij een klein oplichtertje. Dan is hij zaken beginnen doen met Jef Banaan, een Antwerpenaar uit het louche milieu, die zich vorig jaar blijkbaar doodgereden heeft, vol coke. Swennen werd ook afnemer van gestolen containers uit de haven. Zo kreeg hij kennis en contacten in de haven, en vermoedelijk is hij dan door Nederlandse criminelen benaderd om toezicht te houden op drugscontainers die via Antwerpen ingevoerd werden. Zijn Nederlandse baas was ?Jo?, de beruchte Hakkelaar.
Ik heb vorig jaar met Swennen een aantal afspraken gehad in Nederland. Hij had mij opgebeld omdat hij dacht dat iemand anders hem verklikt had. Toen zei hij dat hij ook in contact stond met de politie van Rotterdam. Hij heeft mij bepaalde inlichtingen verstrekt, die ik altijd doorgespeeld heb, maar mijn luie en onbekwame collega’s van de drugssectie van de BOB deden er niets mee. Dat ergerde mij vreselijk. Als ik zei : er komt een container binnen bij Asterix, dan gingen ze een of andere firma in Heist-op-den-Berg zoeken. Terwijl elke BOB’er toch moet weten dat Asterix een café in Antwerpen is.
Daarom ben ik alles aan kolonel Luyten in Nederland beginnen melden. De informatie kwam daarna met een zogenaamde U-bocht bij de Antwerpse BOB terug. Swennen heeft minstens vijf containers de haven binnengetrokken, waarvan ik halvelings de informatie had, zij het niet de precieze nummers. Vermoedelijk zijn die containers nooit onderschept, want anders had ik er wel van gehoord.
Waarom praatte uw eigen informant Swennen u aan de galg ?
VAN MECHELEN : Toen ik in november aangehouden werd, werd ik ondervraagd over die container in 1994 die voor Swennen bedoeld was. Misschien is hem dat ter ore gekomen. Waarschijnlijk heeft men hem op een dag opgepakt en dan een deal gemaakt dat men hem zou vrijlaten, als hij mij zou aanklagen. Swennen was een echte rat, hij kletste tegen iedereen. Tot iemand hem liet liquideren.
Op de dag dat hij belastende bandopnames en foto’s ging overhandigen ?
VAN MECHELEN : Eigenaardig. De volgende dag belde kolonel Luyten mij dat Swennen dood was.
Hoe gebeurt het ?binnentrekken? van een drugscontainer concreet ?
VAN MECHELEN : Stel : geldschieters in Nederland willen een container vol hasj uit Marokko. Dan moeten ze eerst al veel geld op tafel leggen. Ik kan dat uitrekenen : de prijs is 15.000 frank de kilo. Een container bestellen met 5.000 kilo kost dus 75 miljoen frank. De regel is dat ze de helft van de marchandise van tevoren betalen, en de helft later. Koper en verkoper dragen dus elk de helft van het risico op onderschepping. Die containers moeten binnenkomen via havens zoals Rotterdam, Hamburg of Antwerpen. Dus moeten ze contacten hebben in die havens. Contacten in een douane-agentschap, in de containerterminal, in de loodsen… De eigenaar van de partij moet met zijn bill of lading naar de douane-agent om de papieren klaar te maken, de chauffeur moet een vrachtbrief hebben om de goederen op te halen, enzovoort. Uiteindelijk voert men de drugscontainer naar Nederland waar hij in een of andere loods gelost wordt. Zo werkt dat. Ik ken de medeplichtigen, op alle niveaus.
Hoeveel kosten de contactpersonen ? Swennen zei dat hij u 250.000 gulden per container betaalde.
VAN MECHELEN : Allemaal blablabla. Zelfs na twee huiszoekingen heeft men nog geen schijn van een bewijs tegen mij gevonden. Maar ik weet precies hoeveel Swennen betaalde om een container binnen te trekken : geen 250.000 gulden, maar één miljoen gulden of bijna twintig miljoen frank. Te verdelen over vijf of zes man van het douane-agentschap, de transportfirma, de magazijnen… Hij heeft zeker vijf containers binnengehaald : dus heeft hij samen een slordige honderd miljoen frank betaald.
U bent niet geschokt door de IRT-affaire ?
VAN MECHELEN : Ik heb in het rapport-Van Traa gelezen dat door het werk van Langendoen en Van Vondel ook 2.000 kilo cocaïne in beslag is genomen. Als je dat kan doen, heb je een serieuze klapper gedaan. Dan stoot je door tot het topniveau. Dan vind ik het wel de moeite om eens twintig kilootjes coke door te laten.
Wat mij meer verbaasde, was dat zij hun informanten miljoenen konden uitbetalen. Ik heb altijd met informanten gewerkt, maar ik had nooit dat grote geld. Ik betaalde mijn mensen met ofwel verzekeringsgeld, ofwel geld van het CBO-budget voor informanten. En dat laatste is hoop en al 20.000 frank. Daarmee doe je geen serieuze klappers.
In verband met verzekeringsgeld bent u zelf nog in opspraak gekomen ?
VAN MECHELEN : Op het proces-Goldberg werd mij verweten tipgeld op zak gestoken te hebben. Nooit heb ik dat gedaan. Maar ik zal u het systeem-Van Mechelen eens uitleggen. Waar gaat het om ? Om gestolen goed terug te vinden, betalen verzekeringsfirma’s soms tien procent van de waarde. Eerste geval : er worden drie gloednieuwe BMW’s gestolen. Een informant zegt mij waar de auto’s zijn en een pseudo-koper koopt ze terug. Die mensen willen niet bekend zijn. Ik krijg dat tipgeld, maar ik speel het aan hen door. Ik laat hen een document tekenen, niet met hun naam, maar met hun vingerafdrukken. Tweede geval : wij vinden een partij schilderijen terug en krijgen een cheque aan toonder van zo’n 300.000 frank van de verzekeringsfirma Fidelitas. Mijn tipgever incasseert dat geld in een bank, die het nummer van zijn paspoort noteert.
Na die container uit Cambodja werd u zelf van drugshandel beschuldigd ?
VAN MECHELEN : Ik had met die container niets te maken, er is geen enkel bewijs tegen mij. De man die mij betichtte, was zelf een ex-informant van mij. Ik was door mijn eigen collega’s zogezegd op foto’s herkend, maar al snel bleek ook dat flauwekul te zijn.
Luister naar mijn beoordelingenstaten bij de BOB : tuchtvol ; bekwaam speurder ; onbesproken gedrag ; rondborstig ; gewaardeerd element door de Antwerpse magistratuur ; eerlijk en oprecht ; een natuurlijk leider met charisma… De zaak- Apers, baron Bracht, Anthony De Clercq…, heb ik helpen oplossen.
Nu ben ik door de minister geschorst, alleen maar wegens de ruchtbaarheid in de pers. Maar dat vecht ik aan voor de Raad van State.
Het werken met informanten en infiltranten heeft zich vaak tegen u gekeerd ?
VAN MECHELEN : Ik ken alle grote criminelen van België en zij kennen mij allemaal. Zij hebben meer vertrouwen om met mij te praten omdat ze weten dat ik recht door zee ga. Ik ben altijd een gedreven politieman geweest en geen profiteur zoals sommige van mijn collega’s die als een plant achter hun bureau zitten.
Ik heb mijn informanten altijd duidelijk gezegd : als ge uw vingers verbrandt, zal ik de eerste zijn om u te pakken. Dus reken dàn niet op mijn bescherming. Dat zijn klare afspraken. Maar dan wordt ge door uw eigen luizen gebeten, zoals ze zeggen.
Chris De Stoop
De Belgische politie onderzoekt hier een container, maar liet tientallen drugscontainers passeren, die vaak op de gewone markt terechtkwamen.
Om een grote vangst te doen, moet je volgens Willy Van Mechelen al eens iets doorlaten. De BOB-adjudant over het binnentrekken van drugscontainers : Ik ken de medeplichtigen, op alle niveaus.